Migratierecht
Week 1 - Inleiding en algemeen vreemdelingrechtelijke leerstukken
Huishoudelijke mededelingen
- Casus ter voorbereiding: elk college. Anders gaat er een punt af van je eindcijfer!
- Twee opdrachten: annotatie en een casus (vraag en antwoord). Je hebt keuzemogelijkheid. Dus bij
een onderwerp maak je de opdracht (via Blackboard inleveren!) en bij een onderwerp schrijf je de
annotatie.
- Reader mag mee naar het tentamen!
Migratie
Migratie betekent dat je naar een ander land verhuist om je te vestigen. Het percentage van de
wereldbevolking dat migreert is 3%. Dit is een vrij constant cijfer. Dat geeft aan dat mensen vrij
honkvast zijn. Wat zijn de redenen om te migreren? Er zijn economische redenen gesplitst in push-
factoren en pull-factoren. Push-factoren zijn factoren die je dwingen om te migreren. Pull-factoren zijn
factoren die ervoor zorgen dat er een vraag is vanuit het buitenland. Wat is asiel? Dit is een push-
factor (gedwongen migratie). Bij de pull-factoren zijn er keuzes die de mensen zelf kunnen maken.
Waarheen migreren mensen nu? Mensen gaan meestal in hun eigen continent migreren. Je ziet
bijvoorbeeld een trek van dorpen naar steden. Traditionele migratielanden zijn nog steeds in trek:
Australië, Noord-Amerika, Nieuw-Zeeland enz. Deze landen zijn gewend om een migratiesysteem te
hebben. In Europa is de vraag of ze willen erkennen dat Europa een migratieland is. Als ze naar
Europa komen, speelt het welke taal ze spreken en waar mensen wonen uit je bevolkingsgroep. Denk
ook aan koloniale en historische banden. Veel Marokkanen gaan naar Frankrijk bijvoorbeeld. In de
Europese landen, zijn Engeland, Duitsland en Spanje in trek.
Is het zo dat zodra je meer ontwikkelingshulp geeft, de oorzaken van migratie verdwijnen? Als mensen
armen zijn, is het onmogelijk om te migreren. De eerste ontwikkeling nadat een land het beter krijgt, is
dat meer mensen juist weggaan. Later vlakt dit af, want dan zijn er voldoende mogelijkheden in het
land. Er is nog een ander iets: ontwikkelingslanden kunnen belang hebben bij migratie. Het geld dat
migranten overmaken naar ontwikkelingslanden, overstijgt het budget voor ontwikkelingshulp.
Ontwikkelingslanden voelen daarom ook niet de druk om te werken aan migratie. Europa wilt graag
deals sluiten om de migratie in te dammen, maar een ontwikkelingsland gaat zich niet in de vingers
snijden.
Interessant is dat Nederlanders naar heel veel landen kunnen reizen. Door de economische
betrekkingen zijn wij vrije wezens. Dat is niet vanzelfsprekend. Stel: je bent geboren in Angola, dan
kan je niet op het vliegtuig stappen naar een bepaald land. Een heel groot deel is afhankelijk van
toestemming. Visa geeft alleen toestemming voor kortdurend verblijf. Als je langer wilt blijven, gaat het
over toelating. Grenzen veranderen daarnaast voortdurend en daarvan is afhankelijk of je kan
migreren en om welke redenen. Toelating begint altijd tijdelijk en je bouwt rechten op. Na vijf jaar heb
je de mogelijkheid om een vergunning van onbepaalde tijd te krijgen.
Als je de discussie hoort, denk je dat asiel de meest belangrijke reden is om te migreren. De twee
belangrijkste gronden zijn werk en gezinshereniging. Dit kan zijn bij een Nederlander, een
arbeidsmigrant of bij een vluchteling. Daarnaast heb je studie. Het wordt langzaam een beetje beter.
Het meest fluctuerend is het asielbeleid.
Vreemdelingenwet
Artikel 13 is het basisartikel. Dan zie je dat er een wezenlijk Nederlands belang vereist wordt gesteld.
Dit is een grote uitzondering geworden. De internationale verplichten zijn steeds groter geworden. Ook
dit heeft met de Europeanisering te maken.
Sinds de tweede wereldoorlog zijn er verdragen gekomen over de toelating van migranten. Het
vluchtelingenverdrag is opgericht, omdat joden Duitsland niet konden ontvluchten tijdens de tweede
wereldoorlog. Bijna alle landen in de wereld zijn partij. Je hebt de conventie tegen foltering, IVBPR,
,CAT, het verdrag voor kinderrechten, de Raad van Europa (EVRM) en het Europees Sociaal Handvest
(collectief klachtrecht)
In het Europees Sociaal Handvest staat dat iedereen recht heeft op menselijke waardigheid en
daarnaast mogen basale voorzieningen niet geweigerd worden. Dit is niet zo bindend als het EVRM.
Verdragen kunnen een onderscheid maken tussen rechtmatig en onrechtmatig verblijf, maar de
menselijke waardigheid wordt gezien als een soort basis. Het comité zei dat je kinderen nooit op straat
mag zetten en de kerken zeiden toen dat je niemand eigenlijk op straat mag zetten. Nederland zei
toen dat dit soft law was en dus niet bindend. Nederland heeft bedacht om ze op te vangen in zes
locaties, maar ze moeten wel meewerken. Dit mag eigenlijk niet, want er mogen geen voorwaarden
zijn.
Terminologie en samenstelling
In de tijd van de werving, gebruikt we de term gastarbeider. Toen is er een etnische minderheden
beleid gemaakt. Vervolgens werd gekozen voor de begrippen allochtonen en autochtonen
(geboorteland ouder). Daarna kwam het woord niet-westerse allochtonen op. Bepaalde
bevolkingsgroepen hebben een achterstand. Een belangrijk criterium is ook het welvaartsniveau van
het land. Een groep vindt het criterium handig en de andere groep niet. Ook hebben we het over
migranten. Let op: sinds vorig jaar is de term allochtonen in de ban gedaan. Nu gaat het om inwoners
met een migratieachtergrond.
Op pagina 96 van het boek zie je een grafiek met de verblijfsgronden voor Europa. Werk en familie
zijn het belangrijkste. Dan komt studie.
Europese gemeenschap / EU
- Vanaf 1961 vrij verkeer van werknemers
- Vanaf 1993 vrij verkeer van personen / interne markt
- Vanaf 1980 Associatieverdrag Turkije > Er ontstond een sterk recht als Turkse burgers hier waren. Ze
hebben geen recht op toelating, maar als ze hier zijn hebben ze recht op voortgezet verblijf. Het
vreemdelingenrecht is vanaf die tijd bevroren voor Turkse burgers.
- Euro-Mediterrane associatie overeenkomsten
Vanaf 2003 (verdrag van Amsterdam) ook derdelanders
- Gezinsherenigingsrichtlijn 2003/86
- Langdurig ingezetenenrichtlijn 2003/109 en 2011/51
Deze richtlijnen zijn eigenlijk alleen voor derdelanders opgesteld, maar het wordt ook toegepast op
Nederlanders. Het land mag het dus zelf een beetje uitbreiden.
- Studentenrichtlijn en Onderzoeksrichtlijn vervangen door studenten- en onderzoeksrichtlijn 2016/801.
- Kennismigrantenrichtlijn 2009/50.
- Een enkele aanvraagprocedure (werk en verblijf) 2011/98/EU.
- Richtlijn seizoensarbeiders 2014/36/EU.
- Richtlijn voor tijdelijke voerplaatsing binnen een onderneming van werknemers uit derde landen: ICT
Richtlijn 2014/66/EU.
Wat missen we? Een richtlijn voor zelfstandigen. Verder is het heel erg nationaal bepaald. Wat wel is
gebeurd, is dat wanneer je toegang krijgt je een set van rechten moet krijgen (een enkele
aanvraagprocedure).
Toepasselijk migratierecht
Wanneer is internationaal recht van toepassing? Een ieder die zich op het grondgebied van een land
bevindt. Internationaal recht altijd, tenzij beperkt tot rechtmatig verblijf
Wanneer is Unierecht van toepassing? Het vrije verkeer geldt alleen voor Unieburgers. Waar moet je
op letten? Twee belangrijke criteria zijn of het Unierecht regels kan vaststellen en of er regels zijn
,gemaakt. Je moet kijken of de Unie bevoegd is. Bepalend is nationaliteit en onderwerp. Art. 6 VEU
speelt een belangrijke rol, omdat hierdoor het Handvest van de Grondrechten, het EVRM en andere
fundamentele rechten bindend zijn voor de Unie. Unierechtelijke beginselen: evenredigheid,
doeltreffendheid.
Wanneer is alleen het Nederlandse migratierecht van toepassing? Bottom line: Altijd gebonden door
mensenrechtenverdragen, plus indien van toepassing door Unierecht. Die twee moet je goed
onderscheiden van elkaar.
Voorbeelden
Wat denk je bij een Braziliaanse echtgenoot van een Nederlander? Kan je naar het Unierecht gaan
kijken? Tot twee jaar gelden was het antwoord nee, maar omdat de Nederlandse rechter het heeft
uitgebreid, kan het wel.
Een onrechtmatig verblijvende Libanees, valt deze persoon onder het Unierecht? Op welk instrument
kan je een beroep doen? Dit kan de terugkeerrichtlijn zijn. Deze richtlijn geeft ook veel waarborgen.
Dan val je toch onder het Unierecht en kan je een beroep doen op bijvoorbeeld het Handvest.
Welke delen van het Vreemdelingenrecht behoren niet tot het Unierecht? Pardon-regeling. Hierdoor
heb je voortdurend discussies tussen landen.
Vreemdelingen
- Nederlander: Nederlandse nationaliteit
- Vreemdeling: andere nationaliteit of staatloos
- Unieburger: burger van lidstaat EU (28)
- Derdelander: burger van niet-EU lidstaat
- Artikel 8 Vreemdelingenwet: rechtmatig verblijf (kernbepaling en uitputtend). Overige situaties gaan
over onrechtmatig verblijf.
Nederlands vreemdelingenrecht
- Visum bij minder dan of 90 dagen: Visumcode, rechtstreeks werkend recht. Het mag dus niet in het
Nederlandse recht geïmplementeerd worden.
- Overige toegang en toelating: Vreemdelingenwet 2000
- Vreemdelingenbesluit 2000. Veel delegatiebepalingen van de Vreemdelingenwet zijn hier
uitgewerkt.
- Vreemdelingen voorschrift 2000. Beleidsregels vooral.
- Vreemdelingencirculaire
- IND Werkinstructies
- Procesrecht: Awb, tenzij het anders is geregeld in de Vreemdelingenwet.
- Daarnaast Wet Arbeid Vreemdelingen, Wet Inburgering
Week 2 - Grensbewaking en toegang derdelanders
Enerzijds heeft de toegang te maken met buitengrenscontroles en anderzijds met de daadwerkelijke
toestemming om naar Europa te kunnen reizen. Er zijn twee instrumenten:
- Schengengrenscode (verordening)
- Visumcode (verordening) > Daar is geregeld wanneer je recht hebt op een visum.
Schengengrenscode
Ook heb je te maken met de controles aan de grenzen, namelijk de Europese grens- en kunstwacht.
Hoe zit het met de bevoegdheid? Wie is verantwoordelijk? Je bent verplicht aan elkaar om de
buitengrenzen te bewaken, maar daarmee is het geen Europese bevoegdheid geworden. Dus het richt
zich vooral op lidstaten en niet op burgers. De landen aan de buitengrenzen hebben veel meer te
maken met Frontex. De Schengengrenscode heeft twee doelen: zorgen dat de buitengrenzen goed
bewaakt worden en waarborgen dat er geen binnengrenscontroles zijn.
, Wat is er verder geregeld in de Schengengrenscode? In artikel 6 zijn de voorwaarden geregeld voor
een verblijf van maximaal 90 dagen. Lidstaten mogen geen toegang verstrekken als iemand niet aan
de voorwaarden voldoet. In lid 5 sub c zie je dat er ruimte is om af te wijken. Artikel 14 zegt dat de
toegang geweigerd moet worden als niet is voldaan aan artikel 6, maar dit laat de bepalingen omtrent
asielrecht en bescherming onverlet. Hoe hebben landen dit meestal opgelost? Hoe weet je nu of
iemand recht heeft op asiel? Je houdt ze even vast. Dit is een versnelde procedure waar wordt
beoordeeld of er kans / recht is op asiel. Het is een soort fictieve situatie waarin je geen toegang hebt
tot het grondgebied, maar het land is al wel verantwoordelijk. De toegang moet wel geweigerd worden
met een motivatie. Je moet een weigering hebben op schrift zodat je in beroep kan.
Air Baltic
Dat was in de Air Baltic casus ook het geval. In casus had de man een ongeldig reisdocument met een
geldig visum. Dus de lidstaat zei dat hij niet voldeed aan de voorwaarden. De advocaat zei dat in de
Schengengrenscode niet staat dat dit een grond is voor weigering. Het Hof zei dat het een limitatieve
opsomming is, dus de lidstaat moet toegang verlenen als iemand voldoet aan de eisen. Dus het
schept ook rechten voor burgers. Dan heeft een lidstaat geen ruimte om iets extras erbij te verzinnen.
De binnengrenscontroles zijn afgeschaft, maar de lidstaten hebben de ruimte om soms te controleren.
Het mag volgens het Hof niet stiekem gaan lijken op buitengrenscontroles / binnengrenscontroles
zoals vroeger. Dat betekent dat je niet systematisch mag controleren. Hier zijn trucjes voor om het op
te trekken. Belangrijk is dus niet systematisch wat betekent dat er limieten zijn over hoeveel uur de
marechaussee mag controleren, hoeveel treinen, mag dit iedereen zijn enz. Je mag niet discrimineren,
dus iemand met een bepaalde huidskleur mag er niet uit worden gehaald. Dan wordt het willekeurig
en kan het gaan lijken op discriminatie. Tegelijkertijd mag je wel op basis van ervaring mensen
aanhouden.
De afgelopen tijd hebben lidstaten gezegd dat ze vaker grenscontroles willen invoeren, bijvoorbeeld
na het bombarderen in Syrië kwamen veel Syriërs naar Europa maar ook Tunesiërs. Landen gaan op
een gegeven moment zeggen dat ze dit niet meer willen. Het heeft tot veel spanningen geleid en
zorgde voor een wijziging van de Schengengrenscode. Er is nu veel meer ruimte voor de lidstaten,
maar er moet sprake zijn van een ernstige dreiging voor de openbare orde. Lidstaten geven door aan
de commissie wanneer ze dit doen.
Visumverordening
Artikel 10 bepaalt dat je persoonlijk naar de ambassade moet. Artikel 14 bevat de bewijsgronden en
artikel 21 de toetsingsgronden. Wel criterium is het lastigste te beoordelen? Het criterium dat de
persoon weer teruggaat. Er kan een ticket voor de terugreis worden geboekt, maar dit is niet genoeg.
Het is bijvoorbeeld genoeg als er werk is in het eigen land of een gezinsleven. Er is veel
beoordelingsruimte. Belangrijk is of je al geregistreerd staat in de VIS, omdat je in het verleden niet op
tijd terug bent gegaan. Andersom is het ook zo: als je op tijd terug bent gegaan in het verleden.
Lidstaten mogen ook een visum geven voor een bepaald land (artikel 25 lid 2). X vs X tegen België
ging hierover.
X vs. X
De familie was vanuit Syrië naar Libanon gereisd en vroeg daar om een visum. Toen kwamen ze vast
te zitten. De grenzen waren gesloten en Libanon had bepaald dat geen enkele vluchteling zich meer
kon registreren. Op grond van artikel 25 Visumcode en 3 EVRM moesten ze hierheen worden
gehaald. Wat is de link met het EU-recht? Dat is artikel 4 van het Handvest. Niemand mag worden
onderworpen aan een inhumane behandeling volgens dit artikel.
België zegt niet gehouden te zijn aan 3 EVRM. De situatie ligt ergens anders, dus waar ligt de
verantwoordelijkheid. België zegt dat wanneer ze een visum verlenen, de 90 dagen worden
overschreden. De Advocaat-Generaal zei iets heel anders in dit geval. In artikel 25 staat dat een visum
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marloes1995. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.