100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Summary: Strategy in practice $3.91   Add to cart

Summary

Summary: Strategy in practice

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

This is a summary for the course: Strategy in practice. This summary includes: - Chapters 1 to 5 of the book: Strategic management and competitive advantage (global edition) - any addition to lectures and tutorials

Preview 4 out of 43  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 5
  • December 13, 2023
  • 43
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 0: The accounting cycle

What is the accounting cycle?
1. Analyze transactions
2. Record journal entries in the general journal
3. Post entries to the general ledger
4. Prepare a trial balance
5. Adjust revenues and expenses and related balance sheet accounts
6. Prepare financial statements
7. Close revenues, expenses, gains, and losses to retained earnings

Financieel feit = iedere bedrijfsgebeurtenis die leidt tot een in -en uitgaande kasstroom

Dag boek = systematische weergave van gelijksoortige transacties
VOORBEELD DAGBOEK:

Datum Referentie Omschrijving Crediteuren nr. Bedrag
150619 I-10281 19 De Kok, BC CR12-013 36,45
170619 I-10282 19 Sligro, P51 CR14-013 42,17


Sub-administraties = overal waarvoor je extra informatie of extra specificaties nodig hebt of wil
hebben
Journaalpost = geven we aan welke grootboekrekeningen we debiteren en crediteren en voor welke
bedragen

VOORBEELD JOURNAALPOST:
Rekening die wordt gedebiteerd $....... B/A + -> Debet
AAN Rekening die wordt gecrediteerd $......... S + -> Credit

Grootboek = boek waarin we voor alle balansposten en verlies- en winstrekeningenposten de
veranderingen in deze posten bijhouden

VOORBEELD GROOTBOEK:

700 VOORRAAD
Debet Rekening van BEZIT Credit
Beginstand $500 Afnames $...
019 06/30 (140) $300


Proefbalans = overzicht van alle bijgewerkte grootboekrekeningen onder elkaar met de debet en
credit bedragen
Saldibalans = overzicht van alle grootboekrekeningen met een debet of credit saldo

,Nederlands Decimale Rekeningstelsel:

RUBRIEK
0 Vaste activa, eigen vermogen en vreemd vermogen lang
1 Financiële rekeningen
2 Controlerende tussenrekeningen
3 Voorraad grond- en hulpstoffen
4 Kostenrekeningen
5 Rekeningen voor verdeling indirecte kosten
6 Fabricage rekeningen
7 Voorraad gereed product en product in bewerking
8 Verkoopresultaat
9 Winst- en verliesrekening

,Hoofdstuk 1: Externe verslaggeving: relaties met andere vakgebieden en ontwikkeling

1.1: Doelstellingen en belanghebbenden

Organisatie = een samenwerkingsverband van mensen en middelen dat is gericht op het realiseren
van bepaalde doelstellingen

Interne informatieverschaffing (Management Accounting) = gericht op de informatiebehoefte van de
leiding voor het nemen van beslissingen en het beheersen van het bedrijfsproces
-> deze vorm van informatieverschaffing heeft geen wettelijke regelgeving

Externe informatieverschaffing (Financial Accounting) = gericht op de informatiebehoefte van derden
voor hun oordeelsvorming en/of besluitvorming ten aanzien van de organisatie
-> deze vorm van informatieverschaffing heeft wel wettelijke regelgeving, denk aan: jaarverslagen,
tussentijdse berichtgeving of persberichten

Verschillen interne en externe informatieverschaffing:
1. Intern vindt er vrijwel constant informatieverschaffing plaats, extern is de frequentie minder groot
2. Intern is meestal gedetailleerder terwijl extern vaak een globaal beeld geeft
3. Interne informatie is vaak sneller beschikbaar voor de leiding dan dat externe informatie
beschikbaar is voor derden
4. Bij externe verslaggeving kan er nog wel eens sprake zijn van het verbloemen van de resultaten. Dit
is bij interne verslaggeving minder vaak het geval, het kan nog steeds gebeuren als bijvoorbeeld het
management iets moet doorgeven aan de leiding wat invloed heeft op potentiële bonussen

Drie soorten jaarrekeningen:
1. Intern -> voor de leiding
2. Extern -> voor derden
3. Fiscaal -> voor de fiscus

1.2: De externe jaarrekening

Jaarrekening = het geheel van de balans en winst -en verliesrekening en de op beide stukken
betrekking hebbende toelichting (winst -en verliesrekening = resultatenrekening)

Balans = een momentopname van de waarde van de activa en de passiva van de onderneming

Activa = investeringen ten behoeve van het productie- en verkoopproces
-> iets kwalificeert als activa als het in de beschikkingsmacht van de onderneming is en naar
verwachting economisch voordeel zal opleveren
Onderscheid tussen vaste en vlottende activa:
- Vaste activa = vermogen geïnvesteerd in deze activa komt op lange termijn in geldvorm vrij
-> gebouwen, machines, etc.
- Vlottende activa = vermogen geïnvesteerd in deze activa komt op korte termijn in geldvorm vrij
-> voorraden, debiteuren, liquide middelen, etc.

Passiva = geven het vermogen weer dat verkregen is ter financiering van de activa
Onderscheid tussen eigen vermogen en vreemd vermogen

, - Eigen vermogen = verschaft door de eigenaren en staat voor onbepaalde tijd ter beschikking aan de
onderneming
- Vreemd vermogen = verschaft door schuldeisers en staat tijdelijk ter beschikking aan de
onderneming
-> kortlopende schulden = minder dan 1 jaar
-> langlopende schulden = langer dan 1 jaar

Voorzieningen = verplichtingen waarvan de omvang en/of het tijdstip van nakoming niet exact te
bepalen zijn, maar wel redelijkerwijs te schatten

Materiële activa = hoeveelheden die, door vermenigvuldiging met een prijsgrondslag, moeten
worden vertaald in geld
-> denk aan duurzame productiemiddelen of voorraad
Monetaire posten = vorderingen, liquide middelen, schulden en voorzieningen

Resultatenrekening = een overzicht van de opbrengsten en de kosten gedurende een bepaalde
periode en geeft het over de betreffende periode behaalde resultaat weer

Winst over een bepaalde periode kan op 2 manieren worden berekend:
1. Vanuit de resultatenrekening; verschil tussen opbrengsten en kosten
2. Vanuit de balans; verschil in eigen vermogen tussen begin en einde van een periode
-> hierbij moet je rekening houden met eventuele kapitaalmutaties:
- Kapitaalstorting = toename van eigen vermogen wat geen winst is
- Kapitaalonttrekking = afname van eigen vermogen dat geen verlies is

Rentabiliteit = het quotiënt van winst en vermogen
1. De rentabiliteit van het totale vermogen (RTV) = Totale vermogensopbrengst (winst voor aftrek
interest en belasting) / Gemiddeld totaal vermogen gedurende het boekjaar * 100%
2. De rentabiliteit van het eigen vermogen (REV) = Nettowinst / Gemiddeld eigen vermogen
gedurende het boekjaar * 100%
3. De rentabiliteit van het vreemd vermogen (RVV) = Rentelasten / Gemiddeld vreemd vermogen
gedurende het boekjaar * 100%

Financiële hefboomwerking -> wanneer de RTV hoger is dan de RVV, komt dit ten goede van de
verschaffers eigen vermogen

Solvabiliteit = de mate waarin de onderneming in staat is aan haar verplichtingen jegens de
schuldeisers te voldoen
= Eigen vermogen / Totale vermogen
-> Belangrijk om te onthouden dat achtergestelde leningen hierbij functioneren als eigen vermogen
aangezien deze pas afgelost worden als andere schuldeisers betaald zijn (ook wel garantievermogen)

Liquiditeit = de mate waarin de onderneming in staat is aan haar lopende betalingsverplichtingen te
voldoen
-> dynamische liquiditeit = aan de hand van een prognose van de verwachte ontvangsten en uitgaven
voor de komende periode
-> statische liquiditeit (current ratio) = verhouding vlottende activa en kortlopende verplichtingen
Current ratio is geen perfecte maatstaf voor ondernemingen want:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joesvanderstok. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.91. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83637 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.91
  • (0)
  Add to cart