Dit is een samenvatting van alle lessen. Er zijn ook extra notities bijgeschreven die de docent tijdens de les vertelde. Ik heb er extra foto's aan toegevoegd.
Les 1: camera
Anno 2023: interessante tijd
voor video productie
Zowel camera’s als de opslag van data staan enorm ver
→ 1980: recorder met band
→ 1990: cassette
→ 2000: Digitale opname
Dag van vandaag:
→ Veel standaarden, minder verenigbaar
→ Sommige dingen worden standaard, andere dingen niet
→ Video produceren is laagdrempeliger geworden maar
er bestaan veel verschillende files, softwares, …
→ Er is een constante verandering
Tegenwoordig: goedkoop video produceren
→ Goedkoop
→ Broadcasten via smartphones, youtube, livestreaming, …
→ Innovaties op technologisch gebied: betaalbare professionele camera’s, microfoontjes, …
Content VS techniek
Gimball
→ Stabiliserende functie
→ Camera blijft recht hangen terwijl je beweegt
→ Vb. wandelshots
, Drone
→ Luchtshots maken
c
Grip
→ Autoshots maken
Storytelling
Nieuwsreportages
→ Regisseurs hebben weinig tijd om creatieve keuzes te maken
→ Op dag van opname beslissen ze pas hoe ze de shots gaan maken
→ Inserts = shots die je plaatst terwijl iemand aan het woord is om sfeer te geven
vb. persoon praat over boerderij -> insert = boerderijshot van de koeien
→ Talking heads = persoon die aan het praten is
Lange reportages
→ Meer ruimte voor creatieve inbreng
Camerastandpunten in ENG
→ ENG = Electronic News Gathering
→ Op draaimoment zelf pas keuzes maken rond camerastandpunten
→ In fictie/reclame worden camerastandpunten op voorhand in draaiboek genoteerd
→ Je zet de personen voor een bepaalde achtergrond (vb. boerderij)
→ Achtergrond bepaald het kader
→ 1 camera vanuit 1 standpunt
,Beeldtaal
Storytelling
→ 1 Beeld verteld 1 verhaal
→ Meerdere beelden achter elkaar gemonteerd vertellen meer verhalen
→ Inductie effect = bepaalde beelden achter elkaar plaatsen om een ander verhaal te creëren
vb. video ‘Kurkdroog’: Op de vraag ‘wie won de Amerikaanse Burgeroorlog? Burger King Of
McDonalds?’ is er te zien in de video hoe mensen of McDonalds of Burger King kiezen,
terwijl de burgeroorlog hier niet over ging. De meesten zullen juist geantwoord hebben,
maar de beelden worden zo gemonteerd dat ze precies een fout antwoord geven
→ Subjectief = je kan niet alles in je montage bewaren (sommige beelden worden gewist)
→ Slow Tv = ongemonteerde beelden
Camerastandpunt
→ Hoe de kijker het product zal ervaren
→ Waterpas = camera staat gelijk aan de horizon
→ Niet waterpas / Dutch Angle = slordig
vb. Tien om te zien, Knokke Off -> vanuit standpunt van personage (vb. zat personage ->
camera is het standpunt van het personage)
Verticale video
→ We filmen verticaal op onze gsm (vb. tiktok)
→ Ephemeral video’s = tijdelijke video’s (vb. stories op insta)
→ Ook in professionele montageprogramma’s kan je video’s verticaal monteren
Camera hoogte
→ Interview: camera op ooghoogte (0-graad/neutraal/vertrekpunt zorgt voor
gelijkwaardigheid)
→ Vogelperspectief: kijker kan zich beter voelen dan de geïnterviewde -> hij staat boven de
geïnterviewde
→ Extreem: top shot
→ Kikkerperspectief: geïnterviewde voelt zich hoger dan de kijker
→ Voorkeur naar ooghoogte!
Draaistijl
→ Draaistijl = manier waarop iets gefilmd wordt
→ Vb. statief / uit de hand -> je moet keuze maken want anders zorgt het voor een schokkerig
beeld en het verward de kijker. Als je begint met een statief, maak je alles met een statief
→ Zorgt voor de sfeer van je video
→ In journalistieke producties gebruiken ze zowel inserts als talking heads op statief
, → In het nieuws gebruiken ze vaak beelden die gemaakt zijn door andere camera’s (vb. gsm van
getuige) -> amateurbeelden
→ Draaistijl wordt beslist door cameraman en regisseur
→ DoP (Director of Photography) = draaistijl wordt aan een bepaalde persoon gelinkt
→ Fictie: establishing shots op statief of slider, close op shoulder of easyrig, wandelshots
→ Establishing shots = wijd beeld van bv gebouwen, landschappen, …
Statief Slider Easyrig
Optische as / 180° regel
→ 2 personages in gesprek
o camera langs 1 kant van de as houden
o Anders verwarring bij kijkers
o He moet lijken alsof ze tegen elkaar praten
→ Cameralinks / rechts
o Cameraman zegt naar welke kant van de
camera de acteur moet kijken
o Vb. personage kijkt naar de deur, cameraman
zegt of de acteur naar links of recht vd
camera moet kijken
→ Quizshows
o 4de muur is waar je camera’s staan en waar het publiek zit
→ Sport
o Alle camera’s staan aan 1 kant van de as
o Als je dat niet doet lijkt het alsof al de spelers heel
de tijd naar dezelfde kant lopen wat eigenlijk niet
klopt
As
→ Regel verbuigen
o Neutraal shot -> shot zonder de acteurs
o Shot maken waar je over de as gaat met de camera
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Emma1Dhauwe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.06. You're not tied to anything after your purchase.