, 10.1 Europees kader .............................................................................................................................. 165
10.2 Structuur van de regeling ............................................................................................................... 166
10.3 Definitie reclame (art. I.8, 13° WER) .............................................................................................. 167
10.4 Definitie handelspraktijk (art. I.8, 23° WER) .................................................................................. 168
10.5 Oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten....................................................................... 170
10.6 Sanctionering (belangrijk voor examen!) ....................................................................................... 187
11 Bescherming reiziger .......................................................................................................................... 188
11.1 Inleiding .......................................................................................................................................... 188
11.2 Bescherming luchtreizigers ............................................................................................................ 189
11.3 Reiscontractenwet ......................................................................................................................... 206
11.3.1 Reiscontractenwet: precontractuele info pakketreizen...................................................... 208
11.3.2 Reiscontractenwet: precontractuele info gekoppelde reisarrangementen ....................... 208
11.4 Wijziging van de pakketreis............................................................................................................ 208
11.5 Opzegging door de reiziger (belangrijk voor examen) ................................................................... 209
11.6 Aansprakelijkheid (niet kennen voor examen) .............................................................................. 210
3
,1 Algemene informatie
- Doel van het vak
o Bescherming van de “consument” in de verhouding tot ondernemingen
▪ Analyse bestaande regelgeving
▪ Toepassing van bestaande regelgeving
▪ Kritische reflectie
o Boek VI WER (o.m. onrechtmatige bedingen, overeenkomsten op afstand) + bepaalde
“bijzondere” wetgeving (o.m. wettelijke garantie)
o (niet Boek VII WER => privaat bankrecht)
= Is de keuze die de wetgever heeft gemaakt de juiste of zijn er bedenkingen mogelijk?
We gaan steeds meer nadenken over duurzame oplossingen.
Vb. Herroepingsrecht bij overeenkomsten op afstand: wanneer consumenten dit massaal gebruiken,
is er ook een ecologische kost aan verbonden
Uitdaging: digitalisering
= transacties langs elektronische weg
Aandacht voor nieuw boek XVIII WER: invordering van consumentenschulden (sedert 1 sep 2023 in
werking)
NIET: consumentenbescherming in financieel recht
- Begincompetenties
o Principes verbintenissenrecht
→ Consumentenrecht wijkt af van gemeenrechtelijke principes van verbintenissenrecht ter
bescherming van zwakke partij (consument)
- Interactiviteit in de lessen “old style”
- Cursus:
o Slides (voorafgaand aan de les beschikbaar via Ufora) + nota’s (lesopnames gedurende twee
weken beschikbaar)
o Te kennen voor het examen: wat behandeld wordt in de les
o Arresten Hof van Justitie (vermeld op de slides): enkel te kennen in de mate waarin ze
behandeld worden in de les
▪ Ter voorbereiding van de les zal u soms een arrest moeten lezen
o Optioneel : Handboek Consumentenbescherming en Marktpraktijken
o Discussiefora via Ufora (vragen + “uit het leven gegrepen”)
- Wetgeving:
o Gebruik tijdens lessen en examen
o Onderlijnen of markeren van de tekst mag; cijfers, letters of tekens aanbrengen mag niet
(cfr. wetboekenreglement)
4
, - Examen
o Bureau: tweede verdieping in gang aan AUD B (tweede of derde deur)
o Mondeling (met schriftelijke voorbereiding)
o Beoordeling: kennis, (kritisch) inzicht, structuur
o Januari 2024: onderling wisselen toegestaan mits voorafgaand akkoord
o Gebruik alle nationale en Europese wetgeving is toegelaten
o Afdrukken: boek XIX WER
o Verschillende vragen
▪ Aantal vragen (3) op papier, kwartier voorbereidingstijd, ahdv structuur tijdens
voorbereiding uw antwoord naar voren brengen. Prof stelt bijkomende vragen, is
interactief.
▪ Beoordeling: kennis en inzicht, kritische reflectie
▪ Wetgeving opzoeken tijdens voorbereiding
▪ Soms stoppen na 2 vragen indien aangetoond dat u zeer goed bent
2 Consumentenrecht (in de EU) : inleiding
Wat is de oorsprong en de doelstelling van het consumentenrecht?
= dubbele doelstelling:
- Bescherming zwakkere partij (consument)
- Bijdragen tot realisatie van interne markt binnen EU (VWEU)
2.1 (Omzetting) EU-recht
- Meeste regelen inzake consumentenrecht zijn de omzetting van EU-Richtlijnen
o = er zijn ook Belgische initiatieven: zaken die Belgische wetgever zelf gecreëerd heeft om aan
zwakkere partij bescherming te geven.
o Nieuw boek XVIII WER (invordering schulden consument): voorbeeld van typisch Belgisch
initiatief. Dit is een vrijwillige keuze van Belgische wetgever om consumenten deze
bescherming te gaan bieden.
- Omzetting geschiedde in
o (hoofdzakelijk) Boek VI WER = gemeen consumentenrecht: omvat regelen die in B2C context
van toepassing zijn, ongeacht het type van contract waarover het gaat. Regelen die we
terugvinden in bijzondere regelgeving, betreffen een bepaald type van contracten
(consument als reiziger bij pakketreis)
▪ voorheen Wet Handelspraktijken (1991) / Wet Marktpraktijken (2010)
o OBW (oud BW): een van de delen van het BW dat nog niet vernieuwd is.
▪ Boek 7: bijzondere overeenkomsten → nog geen voorstel dus kijken naar oud BW
o Afzonderlijke wetgeving
o Belangrijke rol weggelegd voor Hof van Justitie: kijken naar interpretatie van HVJ.
= voor interpretatie en ontwikkeling consumentenrecht heeft het HVJ een bijzondere rol
gespeeld. Het heeft bijgedragen tot het versterken van de positie van de consument.
Vb. Passagier: niet enkel recht op vergoeding bij annulatie maar ook bij enorme vertraging.
Dit komt door het HVJ.
Vb. Transparantieverplichting: duidelijkheid en begrijpelijkheid m.b.t. contractuele bedingen.
HVJ heeft principe zo ruim geïnterpreteerd dat het aanvullende verplichtingen in het leven
heeft geroepen.
5
,2.2 Hoog beschermingsniveau
- Europese rechtsgrond regelen consumentenbescherming
o Harmonisatie met het oog op de realisatie van de interne markt (art. 114 VWEU)
= harmonisatie van regelen van consumentenrecht met oog op realisatie van interne markt.
Vanuit oorspronkelijke idee om regelen van consumentenrecht te gaan uitvaardigen, dat we
van Europa één interne eengemaakte markt gaan maken, waarin goederen en diensten vrij
kunnen circuleren, over de grenzen heen.
o Bescherming van de economische belangen van consument (art. 169 VWEU)
= bijzondere rechtsgrond: EU wetgever kan overgaan tot het uitvaardigen van regelen met
het oog op economische bescherming van consument. De enige doelstelling die EU moet
naleven is de bescherming van de zwakkere partij.
▪ Kan enkel een minimale harmonisatie bevatten: lidstaten moeten altijd bijkomende
beschermen kunnen voorzien.
Maximale harmonisatie is enkel mogelijk ogv artikel 114 VWEU
Stel: geen harmonisatie op vlak van consumentenrecht
= voor elk land potentieel andere regels naleven: we moeten dan het recht in al die
landen in kaart brengen. We gaan het voor ondernemingen gemakkelijker maken
om goederen en diensten over de grenzen heen te circuleren door harmonisatie.
o Vereiste van een hoog bescherminsniveau op EU niveau bij geharmoniseerde regelen van
consumentenrecht
▪ artikel 12 + 114 VWEU
▪ artikel 38 Handvest Grondrechten EU
▪ Herhaald in Europese Richtlijnen
▪ Basisbeginsel in rechtspraak van het Hof van Justitie
2.3 Harmonisatie
Harmonisatie kan op verschillende manieren gebeuren:
- Verordeningen (zelden) en Richtlijnen
o Voordeel verordening: als je dit bekijkt vanuit harmonisatiegedachte, heeft directe werking
en is rechtstreeks toepasselijk. Richtlijnen hebben ook directe werking maar zijn niet
rechtstreeks toepasselijk. Verordeningen moeten niet meer worden omgezet opdat een
consument zich er kan op beroepen. een richtlijn moet wel omgezet worden opdat een
consument zich erop kan beroepen t.a.v. een onderneming.
o Wat kan u doen als consument wanneer u zich niet kan beroepen op een richtlijn doordat
deze te laat is omgezet?
= consument kan staat aansprakelijk stellen: schade door gekwalificeerde schending van EU-
recht (arrest Francovich). In de praktijk gebeurt dit niet.
o Verordeningen worden zelden gebruikt: wel Passagiersverordening
▪ Waarom zo weinig? = juridisch gezien zou het geen probleem zijn om met een
verordening te werken i.p.v. een richtlijn, maar politiek ligt dit moeilijk omdat ze
rechtstreeks toepasselijk zijn en je zo alle vrijheid ontneemt aan de lidstaten (geen
omzetting meer nodig).
o Richtlijnen komen zeer frequent voor in consumentenrecht: kunnen gebaseerd zijn op
minimale of maximale harmonisatie. In EU is er een enorme tendens van minimale naar
maximale harmonisatie
6
,- Minimale harmonisatie
o Minimale bescherming, doch additionele bescherming is mogelijk
= de minimumbescherming wordt bepaald maar lidstaten hebben de mogelijkheid om
bijkomende bescherming te voorzien (gold plating: bescherming van een gouden randje
voorzien voor consument).
Dit betekent niet dat EU lidstaten de mogelijkheid hebben om om het even welke
bijkomende bescherming te voorzien. Als bijkomende bescherming mogelijk is op
lidstaatniveau, betekent dit voor ondernemingen dat ze het onderzoek dat initieel niet nodig
leek, toch moet gebeuren. Ze moeten nagaan of lidstaten waarmee ze contracteren al dan
niet deze bijkomende bescherming bieden.
o Verenigbaarheid met Europees recht beoordelen op grond van het primaire verdragsrecht
(desgevallend Dienstenrichtlijn)
= als de bijkomende bescherming een bijkomende kost creëert, moeten we nagaan of de
inperking van het vrij verkeer wel gerechtvaardigd is.
▪ Inperking van vrij verkeer enkel gerechtvaardigd indien
• Doelstelling van algemeen belang: als een regel tot doel heeft om de
consument te beschermen, gaat het altijd om een regel van algemeen
belang.
o Praktijk: quasi automatisch aan voldaan.
• Pertinentiecriterium: nagaan of de regel die men creëert (bijkomende
bescherming) daadwerkelijk bijdraagt aan de bescherming van de
consument
o Praktijk: meestal geen probleem
• Proportionaliteitstoets: nagaan of er geen andere maatregelen mogelijk zijn
die aan de consument eenzelfde of vergelijkbare bescherming bieden, maar
die een minder grote inperking gaan vormen m.b.t. het vrij verkeer.
o Praktijk: moeilijker
o (HvJ 16 december 2008, C-205/07, Lodewijk Gysbrechts): vroegere
regeling inzake verkopen op afstand
= vandaag vervat in Richtlijn Consumentenrechten 2011, gesteund
op maximale harmonisatie (geen bijkomende bescherming
mogelijk). Deze richtlijn werd voorafgegaan door de Richtlijn
Verkoop op Afstand 1997, gesteund op minimale harmonisatie
(tendens van minimale naar maximale harmonisatie). Deze oude
richtlijn bood dus de lidstaten de mogelijkheid om in bijkomende
bescherming te voorzien.
België had een bijkomende bescherming voorzien die erin bestond
dat men tijdens bedenktermijn (7 werkdagen) geen voorschot of
betaling mocht eisen. In tegenstelling tot in andere lidstaten van de
EU, was het in België verboden voor een onderneming om
voorafgaand aan de levering van een goed een voorschot of betaling
van de consument te eisen. Vandaag zijn er veel ondernemingen die
geen betaling of voorschot eisen. In het verleden lag dit anders.
7
, Vraag: is deze Belgische bijkomende bescherming verenigbaar met
het EU-recht?
1. Is het in algemeen belang?
= ja, doel is consument beschermen
2. Is het pertinent?
= ja, draagt bij tot bescherming consument
3. Is het proportioneel?
= bijzonder: naast het verbod was er bovendien een
bijzonder strenge interpretatie van het verbod door de
economische inspectie, die het verbod zodanig ging
interpreteren dat het ook verboden was om voor het
verstrijken van die bedenktermijn een kredietkaartnummer
te vragen ten titel van garantie.
HVJ zegt: als je dit verbod zo streng gaat interpreteren, dan
is die regel niet proportioneel. Ze gaat veder het vrij verkeer
gaan beperken dan nodig om die consument te
beschermen.
Belgische wetgever heeft het verbod om betaling te eisen
binnen bedenktermijn volledig afgeschaft.
Examenvraag: zou Belgische wetgever vandaag dat verbod
opnieuw kunnen invoeren?
= nee, omdat er nu wel maximale harmonisatie is dus u kan
niet meer overgaan tot het invoeren van een dergelijke
bijkomende bescherming.
o Voorbeeld: Richtlijn Oneerlijke Bedingen (1993)
▪ Nog niet geactualiseerd
▪ Minimale harmonisatie: de meeste lidstaten in EU hebben daadwerkelijk gebruik
gemaakt van de mogelijkheid om in bijkomende bescherming te voorzien
- Maximale harmonisatie
o Geharmoniseerde gebied: geen additionele bescherming mogelijk (HvJ 23 april 2009, C-
261/07, VTB-VAB)
= gaat uit van gedachtegang van interne markt: het recht zou overal gelijk moeten zijn. Dit
sluit aan bij EU Verordening qua beleidsmarge want er is veel minder ruimte voor lidstaten.
Ze kunnen niet meer kiezen om de bescherming van een gouden randje te voorzien.
De bescherming die mogelijk is, wordt volledig bepaald door de Richtlijn. Er is geen
beleidsmarge voor de lidstaten om meer of minder bescherming te bieden.
o Wel mogelijk om :
▪ Toepassingsgebied uit te breiden: situaties (contracten) onder toepassingsgebied
waar die op basis van de richtlijn niet onder het toepassingsgebied zouden vallen.
▪ Zaken te regelen die buiten geharmoniseerde gebied vallen (vb. HvJ 6 juni 2019, C-
58/18, Schyns)
= kwesties die niet geregeld worden door de richtlijn (buiten geharmoniseerde
gebied) wel nog op nationaal niveau regelen
8
, • Maar verenigbaarheid met Europees recht beoordelen op grond van het
primair verdragsrecht (HvJ 12 juli 2012, C-602/10, Volksbank România)
o Voorbeeld: Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken, Richtlijn Consumentenkrediet, Richtlijn
Consumentenrechten, (Richtlijn Goederen), Richtlijn Digitale inhoud en digitale diensten
▪ Richtlijn Consumentenkrediet: vertrekt vanuit principe van responsible landing
(verantwoorde kredietverstrekking) waarbij men voorafgaand aan de toekenning
van een krediet de kredietwaardigheid van de consument moet onderzoeken. Men
moet nagaan of de consument redelijkerwijze in staat zal zijn om het krediet terug
te betalen.
Belgische wetgeving: hieraan wordt gekoppeld dat kredietgever geen krediet mag
verstrekken indien hij er niet kan op vertrouwen dat de consument in staat zal zijn
om zijn krediet terug te betalen = onthoudingsverplichting: geen krediet verstrekken
aan niet kredietwaardige consumenten → heel ver ingrijpen in contractsvrijheid van
partijen
Vraag aan HVJ in Zaak Schyns: is de Belgische onthoudingsverplichting die je niet
terugvindt in de Richtlijn wel verenigbaar met de Richtlijn consumentenkrediet,
rekening houdend met het feit dat de richtlijn uitgaat van maximale harmonisatie?
Heeft men niet in verboden bijkomende bescherming voorzien?
= HVJ zegt: nee, dit is niet in strijd met EU Richtlijn omdat deze de gevolgen van een
kredietwaardigheidsbeoordeling niet harmoniseert. De harmonisatie is beperkt tot
kredietwaardigheidsbeoordeling op zich, maar strekt zich niet uit tot de gevolgen
van een negatieve kredietwaardigheidsbeoordeling.
België krijgt hierdoor een schouderklopje. De regeling is verenigbaar + sluit aan bij
centrale doel van responsible landing. Wat ben je met een verplichting tot
beoordeling van kredietwaardigheid als er geen gevolgen komen bij een negatieve
beoordeling.
- Tendens van minimale naar maximale harmonisatie (vb. overeenkomsten op afstand, wettelijke
garantie)
o Verantwoording (door Europese wetgever)
▪ Reductie van kosten voor ondernemingen: argument van interne markt
▪ ‘Confident consumer’ argument : maximale harmonisatie zou consumenten moeten
stimuleren om grensoverschrijdend goederen of diensten te kopen, zodat
consumenten erop kunnen vertrouwen dat ze in andere lidstaten van de EU dezelfde
bescherming krijgen als in hun eigen land. De vrees zou moeten verdwijnen in het
kader van maximale harmonisatie. Bij minimale harmonisatie kan die vrees blijven
bestaan omdat consumenten zich kunnen bevinden in een lidstaat waar er
bijkomende bescherming wordt geboden maar ook goederen gaan kopen in andere
lidstaten waar deze bijkomende bescherming niet geboden wordt.
▪ Kritiek in de Europese literatuur
- Kritiek in de Europese literatuur
= wijzen op aantal zwakheden + kritiek uitoefenen op voorrang die men biedt aan interne markt
gedachte bovenop idee van consumentenbescherming:
o Afwezigheid van ‘volledige’ harmonisatie (vb. Consumentenkrediet: ‘gerichte maximale
harmonisatie) + geen harmonisering van contractenrecht
9
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LS1539. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.