Volledige samenvatting Immunopathologie prof. Casteleyn - 3e Ba DGK - 18/20 gehaald!
58 views 2 purchases
Course
Immunologie en immunopathologie (1068FBDDIE)
Institution
Universiteit Antwerpen (UA)
Volledige samenvatting van het deel 'Immunopathologie' van het vak 'Immunologie en immunopathologie'. Bevat alle info uit de slides en de zaken die hij extra vertelde. De andere delen staan ook op Stuvia.
Samenvatting immunopathologie – Casteleyn
Examen: twee open vragen (1 grote vraag op 4 punten, 1 iets kleinere vraag op 2 punten).
Hoofdstuk 1: Overgevoeligheidsreacties type I
1.1 Inleiding
Immunopathologie = ziekte die geïnduceerd wordt door de acties van het immuunsysteem.
Bv1.: bij een immuuncomplex glomerulonephritis (type III reactie) = immuuncomplex tegen
glomerulus afgezet → nierfalen mogelijk. De acties van het IS tegen het pathogeen zijn
ernstiger dan de acties van het pathogeen zelf.
Bv2.: bij allergische reacties is er een immuunrespons tegen onschuldige lichaamsvreemde
antigenen (= allergeen).
Bv3.: bij auto-immuunziekten is er een immuunrespons tegen onschuldige lichaamseigen
antigenen. T-cellen leerden wat lichaamseigen is en wat niet, sommige ontsnapten aan de
apoptose bij foute herkenning.
Overgevoeligheid is een slechte naam omdat dit er vanuit gaat dat de aandoening een
allergische reactie is (té gevoelig), is niet altijd zo → beter immunopathologische
mechanismen type I-IV.
Goede samenvatting.
1
, Superantigeen kan snel en direct B- en T-cellen
activeren → snelle reacties B- en T-cellen →
veel cytokines = cytokinestorm → enorme
vasodilatatie → bloeddruk daalt → schok.
Superantigenen minder belangrijk.
1.2 Type I overgevoeligheidsreactie
Betrokken bij immuunrespons t.o.v. mucosale agentia en omgevingsallergenen die allergieën
veroorzaken, ook wel IgE-allergie genoemd. Gaat om mijten, meel, huisstofmijt, humane
huidschilfers (→ astma katten), vlooien, grassen, bomen, …. Allergie ontstaat door
allergenen (= antigeen dat allergie veroorzaakt).
Atopische dermatitis = jeuk (= pruritus) op specifieke plekken (onder de ellebogen, tussen de
tenen, vulva, anus) → op knabbelen → rood. Atopie geeft een reactie op ‘verkeerde’ plaats.
Bv. door gras te eten geeft het geen allergie in de darmen of mond, door pollen in te ademen
geeft het geen reactie in de longen. Wel op anus, voeten, cheilitis (lip), conjunctivitis
(bloedvaten ogen). Bij een atopie zijn de symptomen op een andere plek dan waar het
allergeen binnen kwam. Vnl. IgE speelt hier een rol, zullen op mastcellen binden → productie
histamine. Atopische dermatitis wordt veroorzaakt door een type I overgevoeligheid.
Je kan testen tegen wat je allergisch bent. Er worden spuitjes gemaakt met
huisstofmijtextract, bepaalde grassen, … → injecteren. Sommige injectieplaatsen geven een
verdikking binnen het kwartier. Komt omdat er histamine vrijkomt → geeft vasodilatatie →
oedeem (oedeemplekken = urticaria). Behandeling door antihistamine en hyposensitisatie =
soort ‘vaccins’ geven met extract van het allergeen → IS leren dat het normaal is. gewoon
laten worden zodat het als normaal beschouwd wordt. Succesratio van 70%.
De reactie bestaat uit twee fasen: sensitisatie → hypersensitisatie (eerst gevoelig worden
voor je overgevoelig kan worden).
Sensitisatiefase: allergeen penetreert huid of
mucosa → fagocytose door APC welke epitopen
ervan aan TH2 presenteert via MHCII → TH2
cytokines activeren B-cel differentiatie richting IgE
plasmacellen welke binden op Fcε-receptoren van
mastcellen → gesensitiseerde mastcellen.
(Deficiëntie in Treg’s doet het aantal antigen-
specifieke TH2 cellen exploderen.)
2
,De granulles van mastcellen bevatten heparine, histamine, serotonine, … en zetten blauwe
kleurstof naar paars = histochemische reactie → mastcel kleurt paars, onderscheid van
andere blauwe structuren.
Het kan tot jaren duren vooral individu gesensitiseerd is. Een allergie ingesteld → erger met
tijd = zelfversterkend effect (allergy loop). Gebeurt wanneer mastcellen IL-4 vrijzetten: zet B-
cellen aan om IgE te produceren → loop die versterkt.
Hypersensitiviteit: antigeen penetreert huid of
mucosa en bindt op Fab fragmenten van twee
naburige IgE’s op een gesensitiseerde mastcel
= cross-linking van de Fcε-receptoren initieert
calciuminflux, verhoging van cAMP en
intracellulaire signaaloverdracht →
mastceldegranulatie met voorgevormde
ontstekingsmediatoren (histamine, heparine,
serotonine, …).
Er is ook vorming van nieuwe mediatoren uitgaande van arachidonzuur, vorming duurt wel
even. De voorgevormde granulles loslaten gaat sneller (seconds to minutes). Reactie kan dus
snel gaan (altijd voorraad) of traag (nieuw gemaakt).
De traag, nieuw gevormde mediatoren zijn ook pro-inflammatoir en immunoregulatorisch,
o.a. IL-6 en TNF-α. Geven vasodilatatie en oedeem → rode ogen. Heparine, histamine, … zijn
voorgevormd. IL-4 en de andere nieuw gevormde geven de allergy loop.
De mediatoren hebben verschillende effecten: vasodilatatie thv de huid en mucosa (oedeem,
zwelling).
1.3 Voorbeelden
Oedeem thv de dermis = urticaria.
Wespensteek in mucosa keel. Systeem in gang, op voorwaarde dat er
gesensitiseerde mastcellen waren! Dus dier moet ooit al eens
gestoken zijn (moet niet op die plek). Eerste steek sensititseerde
mastcellen, terug steken → hypersensitisatie en zwelling.
Angioedeem = zwelling in de hypodermis. Rode neus en rode ogen = oedeem subcutis door
type I reactie. Oorzaak kan door vaccin met allergische reacties tegen componenten in vaccin
(niet tegen virus zelf). Dier was dus al gesensitiseerd.
Eosinofielen komen samen voor met mastcellen. Omgekeerd hoeft niet, wel altijd mastcellen
→ ook eosinofielen.
3
, Dier waarbij de mediatoren de zenuwuiteinden op de huid gingen prikkelen → jeuk/pruritus
→ krabben en secundaire letsels, bv. alopecie. Secundaire alopecie is nooit op de kop
(primair wel), maar wel waar ze kunnen likken (bv. de flanken).
Paard met zomereczeem type I reactie: door speeksel
(= allergeen) van muggen → gesensitiseerde mastcel.
Bij tweede steek is deze cel actief → kan IgE
crosslinken als er allergenen op zitten → degranulatie.
Moet dus wel eerst gesentitiseerd zijn. Sensitisatie op
zich is geen probleem. Geen symptomen in de winter
want dan geen muggen. Paard jeuk en krabben.
Astma bij de kat: constrictie van de gladde spiercellen van de bronchen (spier van Reissessen)
= bronchoconstrictie + longoedeem → alle takken boven de alveolen afgesnoerd →
luchttoevoer afgesnoerd → dyspnee, piepende ademhaling. Veel inflammatie ronde de
bronchen → vertakkingen zien op een RX beeld. Bronchen vol mastcellen, eosinofielen en
polymorfonucleaire granulocyten. Ontstekingsvocht sijpelt door naar de alveolen →
knisperend geluid horen. Ook neusvloei en hoesten, veel mucusproductie. Humane
huidschilfers kunnen hier de type I overgevoeligheid bij katten veroorzaken.
Paard: twee luchtwegaandoeningen die slechts gedeeltelijk bestaan uit een type I
overgevoeligheidsreactie, m.n. ‘Recurrent airway obstruction’ (RAO) (vroeger gekend als
Chronic obstructive pulmonary disease’ - COPD) en ‘Summer pasture-associated obstructive
pulmonary disease’ (SPAOPD).
RAO bij paarden op stal (stalstof). SPAOPD bij weidepaarden. Bij beiden gevolg van interactie
omgevings- en gastheerfactoren. Symptomen = ademnood in rust en neusvloei +
bronchoconstrictie. Er is neutrofieleninflux = niet typisch want eosinofielen verwacht bij
astma. De slijmbekercellen produceren teveel slijm. Men kan corticosteroïden geven → IS stil
leggen. Pathogenese nog niet goed gekend. Wel geweten dat het type I reactie is want is een
neutrofiel- en lymfocyten gemedieerde ziekte, wel beetje betrokkenheid van IgE en
mastcellen.
1.4 Extra’s
Mastceldegranulatie kan ook optreden nadat een antigen IgG’s gebonden aan FcϒRIII
receptoren op de mastcel heeft gecrosslinked + nadat C3a en C5a gebonden worden op
complementreceptoren op mastcel + nadat farmaca of lectines (bv. penicilline) gebonden
worden op Fcε receptoren mastcel. Vasculair effect degranulatie is er snel = onmiddellijk
optredende hypersensitiviteit. Cellulaire effect (influx eosinofielen, macrofagen en T-cellen)
duurt langer = uitgestelde hypersensitiviteit.
Als een allergeen vaak wordt toegediend, gaan mastcellen in vele weefsels degranuleren =
anafylaxie (systemische type I overgevoeligheid) → anafylactische shock (= ernstige
anafylaxie). Er is een veralgemeende vasodilatatie en bloeddrukval. Er worden bepaalde
shockorganen aangetast, vaak ademhalingsorgaan, waardoor de longen vol bloed gaan
zitten. Bij de hond is de lever het shockorgaan.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentdiergeneeskunde11. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.32. You're not tied to anything after your purchase.