Filosofie van management en organisaties – College aantekeningen
College 1 – 7 februari
- De mens en organisatie volgens:
Hannah Arendt
Michel Foucault
Mill & Berlin
Max Weber
Charles Taylor
Machiavelli
- Han van Diest: Irriteert een filosoof niet organisatiekundigen door voortdurend hun uitgangspunten
en redeneringen over ‘efficiency’, ‘succes’, ‘winst’ enzovoorts ter discussie te stellen? Soms gaan
organisaties zo snel dat morele vragen weergalmen doordat ze met de dagelijkse realiteit verder
moeten. Wat zijn organisaties als ze meer zijn dan alleen maar winst machines?
Personen fresco (renaissance)
- In het midden, Aristoteles en Plato: geschiedenis filosofie, bespreken grote thema’s
Plato: de man die zegt de wereld zoals ik die waarneem en ervaar, misleidt mij. Echte kennis,
waarheid, zit niet in de wereld om mij heen maar in mijn hoofd. In de concepten die daar
rondzweven, grondgedachten. Er zit meer achter wat je ziet. Dualistisch denken, de wereld
van de abstractie is meer dan de complete werkelijkheid. In organisaties: de doelstelling kan
door het management als meer reëel worden gezien dan de alledaagse werkelijkheid van
organiseren. Belangrijkste werk Plato is ‘De Staat’. Streven naar het ware licht. Plato wijst op
het schilderij naar boven, wereld van de ideeën. Sterfelijkheid lichaam, eeuwigheid van de
ziel. Lichaam is het aardse, ideeën blijven bestaan.
Aristoteles: wijst omlaag, wereld van de ideeën is niet meer werkelijk dan wat we om ons
heen zien. Alles wat we waarnemen heeft een bepaald doel op zichzelf (Theos = doel). Het
doel zit in de dingen zelf. Het goede wordt bepaald door een specifieke context.
- Socrates: wordt opgevoerd in de werken van Plato, Socrates wordt door Plato afgespiegeld als
iemand die er vanuit gaat die zelf niets wist maar door goede vragen te stellen kennis uit anderen
haalt, laat mensen ideeën baren. Socrates heeft vier vingers in de lucht, vier vakgebieden die
fundamenteel zouden zijn om te kunnen filosoferen (geometrie, astronomie, aritmetica,
stereometrie). Het gaat om goed logisch kunnen nadenken. Op een systematische en zuivere manier
filosofische vragen kunnen bespreken, het gaat niet alleen om moeilijke vragen kunnen stellen. Er zit
een ideaal achter.
- Zeno: eerste stoïcijn, onberoerd door de dingen die hem overkomen. Belangrijke invloed op
westerse filosofie. Uitgangspunt: alles wat er gebeurd is noodzakelijk, de wereld ontpopt zich en de
toekomst staat al vast. Je hebt er zelf geen invloed op, maar je kunt je er wel vrij toe verhouden. Zelf
bepalen hoe je omgaat met het noodlot, het is de kunst om je niet mee te laten slapen in het
noodlot, maar er afstand van te nemen. Idee van noodlot helpt voor verandermanagement, er is
geen andere mogelijkheid. Plannen worden gepresenteerd alsof er geen andere mogelijkheid is. Geen
emoties, gewoon die weg volgen.
- Epicurus: atomist, de hele wereld bestaat uit deeltjes die op een toevallige manier op elkaar zijn
ingegrepen. De wereld is mechanistisch, een machine die zichzelf aanstuurt. Geen hoger doel. Voor
de mens is het de kunst om pijn en verdriet te vermijden. Omdat er geen overstijgend doel is, kun je
er maar beter van genieten.
,- Averroes: islamitische filosoof, we kennen Aristoteles via islamitische filosofen. Islamitische denkers
hebben teksten vertaald
- Pythagoras: wiskundige en filosoof, de basis van de wereld is dat alles terug te voeren is tot getallen.
Algoritmen bepalen meer voor ons dan ons lief is. De ziel is onsterfelijk en komt weer terug,
reïncarnatie
- Parmenides: rationalist, alles is één, holisme. Alles hangt met elkaar samen en er is eigenlijk geen
beweging, alles staat vast. Weten (rationeel) heeft een hoger doel dan louter een mening. Meningen
doen er niet toe, het gaat er om wat we weten. Spanning door wat feitelijk is en wat een mening is
(nep nieuws). De overgang tussen meningen en feiten is moeilijk en persoonlijk, komt ethiek bij kijken
- Heraclitus: alles stroomt, constante beweging en flux. Je kunt niet twee keer in dezelfde rivier
stappen.
- Diogenes: cynisch, herenigd worden met de natuur. Alle culturele elementen (zoals kleding),
verbloemen de werkelijkheid, we moeten terug naar de natuur. Afspraken over ijdelheid en cultuur
zijn onzin. Voorloper romantiek, verlangen om weer één te zijn met de natuur. Tegenwoordig ook
romantisch tijdperk, we moeten goed omgaan met de natuur, is uit balans geraakt door de mens.
Waar gaat filosofie over?
- Waar kom ik mijn bed voor uit?
- Hoe moet ik leven?
- Wat kan ik weten
- Wat mag ik hopen?
- Maar zijn dit eigenlijk wel de goede vragen?
- Gaat dit niet te veel over het ik?
- Filosofie houdt zich met deze vragen bezig en probeert op verschillende manier deze vragen te
beantwoorden.
- Leidt tot drie typen vragen
Ethische vragen: is het goed dat bedrijven belastingen ontduiken via brievenbusfirma’s?
Ontologische vragen: zijnsleer, over de essentie van de dingen, heeft iets een essentie of niet?
Wat is een brievenbus firma eigenlijk, wat heeft dat voor zijnsstatus?
Epistemologische vragen: kentheorie, wat kan ik weten? Bestuurders moeten constant kennis
verzamelen over zorg. Wordt er niet te veel verzameld? Is het valide en betrouwbaar?
Verweven met de ontologische vraag en de werkelijkheid, is het mogelijk om zorg te
abstraheren en er cijfers uit te trekken?
Vragen die een filosoof aan de organisatiekunde kan stellen
- Wanneer spreekt men over een ‘goede’ organisatie?
- Wat betekent het eigenlijk als we het hebben over een ‘lerende organisatie’? (epistemologisch,
ontologisch)
- Wat is de morele verantwoordelijkheid van bedrijven? (etisch)
- Is winst een doel of een middel, of is het allebei? (ontologisch)
- Welke rol speelt democratie in organisaties? (ethisch en ontologisch)
- Filosofen proberen hoe-vragen te vermijden, kijk wat eer achter de hoe-vraag ligt.
- Klassieke deugen: rechtvaardigheid, moed, matigheid, wijsheid
Wat is een organisatie?
- Machine; Organisme; Hersenen; Politiek systeem; Geestelijke gevangenis; Cultuur; Autopoësis
- Je kunt alleen maar in metaforen over organisaties praten, niet direct
, Documentaire – ‘Work Hard, Play Hard’
- Implementatie ‘Lean-programma’ bij Deutsche Post.
- 1200 medewerkers, reorganisatie naar LEAN programma, mensen veranderen
- Het staat buiten kijf dat dit moet
Kernredenering moderne organisatiekunde
- Klassieke organisatiekunde is gericht op beheersing
- Wiskundig, lopende band, gesloten, bureaucratie, omgeving niet relevant voor de productie.
- Instrumentele rationaliteit, mensen als machines beschouwen
- Kritiek is om fundamentele redenen: niet beheersen maar loslaten
- Functionele kritiek, leidt tot irrationaliteit en contraproductiviteit
- En bedreigt daarmee het voortbestaan en succes van de organisatie
- We leven in een verandering van tijdperk, niet een tijdperk van veranderingen. Organisaties moeten
zich aanpassen aan de grote verandering waar de wereld door heen gaat.
- Van controle naar loslaten
- Van sturen op planning en control naar sturen op waarden
- Van monotoon en saai naar rijk en creatief
- Van werk als middel naar werk als zin
- Van individuele arbeid naar samenwerkend creëren
- Al deze zaken zijn instrumenteel rationeel en onbeheersbaar
- Het onbeheerste is doorslaggevend voor het succes van de onderneming
- Omdat ondernemingen wegens de concurrentie en de aard van de marktvraag toenemend tot
uniciteit (intersubjectieve zinschepping) worden gedwongen, moeten zij de voorwaarden hiertoe (de
mensen in de onderneming) vrijlaten om tot deze unieke handelingen, producten of diensten te
komen.
- De mens wordt tegelijkertijd als intrinsiek waardevol en als middel gezien
- “Wat als middel voor het voortbestaan voor de organisatie naar voren wordt gebracht, wordt tevens
voorgesteld als intrinsiek waardevol voor de leden.”
- Constante omslagbeweging: dat wat intrinsiek waardevol is (creativiteit, vrijheid) wordt middel tot
succes, moet dus productief worden, maar dat kan alleen bereikt worden als creativiteit als intrinsiek
waardevol wordt gezien, en niet als middel.
LEAN Deutsche Post
- Niet helemaal helder wat nu precies ‘succes van een onderneming is’, en weinig reflectie hierop
- Uitholling van creativiteit en vrijheid ligt op de loer, juist doordat het steeds productief gemaakt
moet worden. Beheersing komt via achterdeur weer terug, als een wolf in schaapskleren
- Er kan sprake zijn van impliciete dwang, bijvoorbeeld via cultuur
- Niet duidelijk of er nog wel een eigen moreel referentiekader is
- Risico van burn-out en meritocratie
- Tegelijkertijd: Is er wel menselijke potentie vindbaar in de nadruk op: Zin, Creativiteit, Vrijheid,
Samenwerken, Gelijkheid
Wat staat er op het spel?
- Is er nu, 40 jaar (!) na In Search of Excellence nu iets doorgedrongen van deze
organisatiebenadering?
- Kan de mens ontsnappen aan expliciete en impliciete vormen van dwang?
- Is de mens vrij in een organisatie?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sabien_hoekman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.