Een complete, duidelijke en kernachtige samenvatting van de eerste zes hoofdstukken van het boek "Bescherming van de intellectuele eigendom" door P.G.F.A. Geerts, 12 druk.
,Octrooirecht
Europees bundeloctrooi (EOV): een enkele aanvraag op Europees niveau kan ervoor zorgen
dat een aanvrager in alle gewenste landen een octrooi verkrijgt. De werking van het octrooi
en de omvang daarvan wordt bepaald door de natonale wetgeving.
Unitair octrooi (UPC): zorgt ervoor dat de inhoud en omvang van het octrooi in alle
Europese lidstaten gelijk wordt.
Formele eisen
Europese octrooiaanvraag:
1. Indiening en formele beoordeling (art. 75 e.v. EOV): de vereisten van een octrooi
staan in art. 78 t/m 85 EOV.
2. Nieuwheidsonderzoek (art. 92 EOV).
3. Publicate van de aanvraag (art. 93 EOV): achten maand na de datum van indiening,
op verzoek van de aanvrager of eerder indien het octrooi voor beëindiging van de
termijn is verleend.
4. Beslissing omtrent octrooiverlening (art. 94 e.v. EOV): naar aanleiding van het
nieuwsheidsonderzoek wordt onderzocht of de aanvraag voldoet aan de gestelde
eisen. De octrooiverlening krijgt efect vanaf de datum van de verlening in het
Europees Octrooiblad (art. 97 lid 3 EOV).
5. Opposite (art. 99 e.v. EOV): derden kunnen een oppositeprocedure gaan voeren
binnen negen maanden na publicate van de octrooiverlening. De opposite geldt
voor alle lidstaten waar het octrooi in is verleend. Gronden staan in art. 100 EOV:
a. Het onderwerp is niet octrooieerbaar o.g.v. art. 52 t/m 57 EOV;
b. De uitvinding is niet zodanig duidelijk en volledig dat zij door de vakman kan
worden toegepast;
c. Het onderwerp wordt niet gedekt door de inhoud van de aanvraag.
Deze gronden zijn gelijk aan de toetsingsgronden van het octrooibureau: een
geslaagde opposite betekent dus feitelijk dat het bureau zijn werk niet goed heef
gedaan. Een geslaagde opposite leidt tot herroeping van het octrooi (art. 101 lid 2
EOV) met terugwerkende kracht.
6. Beroep (art. 106 e.v. EOV): de termijn voor het beroep bedraagt twee maanden (art.
108 EOV). Het kan worden ingesteld door een ieder die partj was bij de beslissing
waartegen het beroep wordt aangetekend (art. 107 EOV). Het beroep heef een
schorsende werking (art. 106 EOV).
Nederlandse octrooiaanvraag:
- Aanvraag: art. 24 ROW beschrijf hetgeen bij de aanvraag gevoegd moet worden.
- Verleningsprocedure art. 24 t/m 39 ROW:
o Binnen derten maanden na de aanvraag moet de aanvrager om een
nieuwheidsonderzoek verzoeken (art. 32 ROW).
o Afhankelijk van het resultaat van het nieuwheidsonderzoek wordt de
octrooiaanvraag achten maanden na indiening in geschreven in het
octrooiregister (art. 31 ROW).
Materiële eisen
2
, De materiële eisen voor een octrooi zijn zowel voor het EOS als het ROW gelijk door het
Verdrag van Straatsburg.
Eisen aan de prestate:
1. Uitvinding (art. 2 en 2a ROW, art. 52 EOV): het ontstaan van iets dat er tevoren niet
was (voortbrengsel) of het voltrekken van een procedure die er nog niet was
(werkwijze).
2. Nieuwheid (art. 4 en 5 ROW, art. 54 en 55 EOV): onder nieuw wordt verstaan
hetgeen niet tot de stand der techniek behoort. Om te behoren tot de stand der
techniek is openbaarmaking van die techniek vereist. Art. 5 ROW en 55 EOV geven
vervolgens de regel dat openbaar gemaakte feiten niet tot de stand der techniek
worden gerekend (mits binnen een half jaar na die openbaarmaking een aanvraag
wordt ingediend) in twee gevallen:
a. Openbaarmaking op een wereldtentoonstelling
b. Openbaarmaking die het gevolg is van kennelijk misbruik ten opzichte van de
aanvrager of diens rechtsvoorganger
3. Uitvindingshoogte (art. 6 ROW, art. 56 EOV): de uitvinding moet een element
behelzen dat niet voor de hand ligt voor een deskundige, gegeven de stand der
techniek.
4. Vatbaarheid voor toepassing (art. 25 lid 1 ROW, art. 52 EOV): bij herhaling moet
hetzelfde efect optreden. Een deskundige moet aan de hand van het octrooi
hetzelfde resultaat kunnen bereiken; het resultaat is niet afhankelijk van toeval.
5. Nijverheid (art. 7 ROW, art. 57 EOV): de uitvinding moet voor industriële toepassing
vatbaar zijn.
Collisie: twee uitvinders komen onafhankelijk van elkaar tot dezelfde uitvinding. Het
octrooirecht bepaalt dan dat degene die het eerst een octrooi aanvraagt voorgaat. In de
praktjk openbaart zich dit door de nieuwheidseis: ook gepubliceerde aanvragen behoren tot
de stand der techniek, en dus is een tweede aanvraag niet ‘nieuw’ meer.
Art. 54 EOV: lid 2 bepaalt dat gepubliceerde aanvragen tot de stand der techniek
behoren. Lid 3 schrijf over de cteve stand der techniek bij een geheime aanvraag:
deze behoort reeds tot de stand der techniek indien latere publicate volgt.
Art. 4 ROW: de stand der techniek wordt in lid 3 en 4 ctef uitgebreid met eerder
ingediende en later ingeschreven gepubliceerde octrooiaanvragen.
Collisie tussen Nederland en Europa: doet zich voor wanneer zowel een natonale als
Europese octrooiaanvraag aanhangig zijn. Enkele situates:
- De Europese aanvraag is ouder: nog niet gepubliceerde Europese aanvragen moeten
ctef bij de stand der techniek gevoegd worden en dus gaat de Europese aanvraag
voor (art. 4 lid 2 ROW, art. 139 lid 1 EOV).
o Uitzondering: is de Europese aanvraag niet aangevraagd voor Nederland, dan
is de uitvinding binnen Nederland wel vatbaar voor octrooi.
- De natonale aanvraag is ouder: nog niet ingeschreven natonale aanvragen horen bij
de Europese beoordeling van de nieuwheid nog niet tot de stand der techniek, ook
niet als latere inschrijving volgt.
o Art. 139 lid 2 EOV: een nieuwe Europese aanvraag moet wijken voor een
oudere natonale aanvraag
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mam95. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.