Na elke les krijg je potentiële examenvragen voor fiscaal recht. In dit document zijn ze allemaal opgelost. De vragen zijn opgelost aan de hand van de lesnotities, powerpoints en wat er gezegd is door de prof tijdens de lessen. Het is een document van en meerdere mensen hebben hierdoor (zeer) goe...
FISCAAL RECHT – “WAT HEBBEN WE GELEERD” –
ANTWOORDEN
COLLEGE 1
WAT ZIJN DE BELANGRIJKSTE PROBLEMEN VAN DE HUIDIGE BELGISCHE FISCALITEIT?
Er is weinig fiscale kennis (slechts 11% slaagt op een basistest fiscale vragenlijst), maar toch heerst er een groot
gevoel van fiscale onrechtvaardigheid (89% vindt het fiscaal systeem onrechtvaardig).
Dit komt door de hoge belastingdruk, de ongelijke verdeling van de belastingdruk en de hoge staatsschuld.
De belastingdruk (in België: +/- 42%) wordt berekend door middel van het BBP. De belastingdruk is te hoog.
De belastingdruk is ook ongelijk verdeeld. Bv: extra’s (vergoedingen, voordelen naast je loon enz.) worden
voordeliger belast; voetballers moeten minder socialezekerheidsbijdragen betalen dan bv kuisvrouwen;
inkomens uit flexi-jobs zijn fiscaal gunstiger belast dan bij klassieke jobs.
De staatsschuld is te hoog. Landen met een BBP van meer dan 100% hebben weinig vertrouwen t.o.v. de
overheid: “just four in ten people trust their national government”. (In BE: +/- 31% vertrouwt de OH).
De reactie op de fundamentele fiscale problemen is dat de burger aan belastingontwijking gaat doen.
(Loonoptimalisatie; vermogens- en successieplanning)
Fiscale problemen => fiscale frustratie => fiscaal verzet.
“Verzet tegen onrechtvaardigheid = biologisch gegeven”
- fluwelen protest
- ludiek protest
- gewelddadig protest
Fiscale onrechtvaardigheid = verzet à revolutie.
WAT ZIJN DE BELANGRIJKSTE PARAMETERS VAN HET FISCAAL HERVORMINGSPLAN VAN
MINISTER VAN PETEGHEM?
V. Van Peteghem: “blauwdruk voor een bredere fiscale hervorming
à lagere fiscaliteit
à eerlijke fiscaliteit
à °moderne belasting
HOE WIL MINISTER VAN PETEGHEM TOT LAGERE FISCALITEIT KOMEN?
Hij wil lagere fiscaliteit, dit is: minder belastingdruk.
Er is personenbelasting, vennootschapsbelasting en consumptiebelasting.
Personenbelasting = belasting op inkomen.
à Fiscale regelgeving voorzien in belastingvrije som.
à VP wil deze optrekken tot €13.390 voor arbeidsinkomsten & tot €6000 voor vermogensinkomsten.
à VP wil ook de belastingschijven van 50% toepassen op inkomens vanaf €84.740.
Vennootschapsbelasting => VP wil de vennootschapsbelasting van KMO’s verlagen naar een 15%-tarief.
Consumptie => VP wil de BTW op elektriciteit permanent veerlagen tot 6%.
1
,HOE WIL MINISTER VAN PETEGHEM TOT EERLIJKERE FISCALITEIT KOMEN?
Hij wil een aantal misbruiken de wereld uit helpen.
Personenbelasting
- Misbruik cafetariaplannen en auteursrechten (lobbying culturele sector)
o Cafetariaplannen: loonoptimalisatie – basisloon aangevuld met allerlei voordelen, al dan niet
in natura.
- Alle vermogensinkomsten: werkelijke huurinkomsten (30%)
- Meerwaarde op aandelen (15%)
- Meerwaarde op OG (niet eigen woning) (15%)
- Multinationals zullen minimumbelasting van 15% moeten betalen.
- Geen BTW op groenten, fruit, OV en medische diensten.
HET HERVORMINGSPLAN VAN MINISTER VAN PETEGHEM VOORZIET EEN MODERNE
BELASTING. BESPREEK.
Personenbelasting
VP wil geen aftrek meer voor onderhoudsgelden
- Bv: echtscheiding à vader moet €700 onderhoudsuitkering per maand betalen à
onderhoudsgerechtigde wordt belast à VP wil dit afschaffen.
VP wil renovatie verhuurders stimuleren.
Vennootschapsbelasting
Geen verschil meer tussen PB en VENB voor ondernemers.
Consumptie
Zero-emissie beleid voor het bedrijfswagenpark.
à Vanaf 2025 op vlak van aftrekbaarheid van auto’s die beroepsmatig gebruikt worden à enkel nog fiscale
aftrek voor zero-emissie wagens. (Vergroening wagenpark)
2
,COLLEGE 2
BESPREEK HET VERSCHIL TUSSEN DE MATERIËLE EN DE FORMELE BELASTINGSCHULD.
De belastingschuld heeft een materieel en een formeel karakter
- Het materieel karakter houdt verband met de berekening van de belasting
- Het formeel karakter houdt verband met de eisbaarheid en invordering van de belasting
Een voorbeeld hiervan in kader van de personenbelasting is dat op het einde van het inkomstenjaar
(kalenderjaar) de materiële belastingschuld ontstaat voor elke belastingplichtige die in het kalenderjaar
inkomsten heeft verkregen. Deze belastingschuld is echter pas opeisbaar indien deze schuld wordt
geformaliseerd.
Uitvoerbare titel personenbelasting = belastingkohier. à Lijst van belastingplichtigen met daar tegenover de
belastingschuld die ze verschuldigd zijn en dat belastingkohier wordt uitvoerbaar verklaard door de
administrateur-generaal bij de FOD-financiën.
Vanaf dat moment/ creatie van dat kohier is MBS omgevormd in FBS.
Deze fase (omvorming MBS op einde kalenderjaar tot FBS) moet binnen bepaalde periodes gebeuren (=
aanslagtermijnen).
Je hebt inkomstenjaar of kalenderjaar dat stopt op 31/12. Op dat moment ontstaat de MBS (want op dat
moment zijn alle elementen beschikbaar om de belasting te berekenen). Die moet worden omgevormd in een
FBS. Dit gebeurt in etappes, startende met een aangifte, deze wordt gecontroleerd en de gecontroleerde
aangifte moet in een belastingkohier worden opgenomen. En dit moet gebeuren binnen bepaalde termijnen, nl
de aanslagtermijnen.
Normale termijn (basistermijn): 30 juni van het jaar volgend op het aanslagjaar (dus 18 maanden de tijd) (dus
stel 2023, dan moet fiscale administratie een uitvoerbare titel creëren voor 30/06/2025.)
Er zijn ook langere termijnen wanneer je het spel niet correct hebt gespeeld. In dat geval heeft de fiscus 10 jaar
de tijd om je te belasten.
Dus als je nu 2023 hebt gefoefeld, dan kan fiscus u controleren tot 2033 (10 jaar!)
Een voorbeeld in kader van de successierechten (in Brussel & Wallonië) is dat bij het openvallen van de
nalatenschap de materiële belastingschuld ontstaat voor elke erfgenaam. Deze belastingschuld is direct
opeisbaar zónder formalisering. (De belastingplichtige moet een aangifte indienen en vervolgens verstuurt de
administratie een uitnodiging tot betalen.)
Pas indien niét vrijwillig wordt betaald, zal de administratie binnen vastgestelde verjaringstermijnen de
belastingschuld moeten formaiseren door een uitvoerbare titel te creëren, met name een dwangschrift.
BESPREEK HET VERSCHIL TUSSEN DE AUTONOME EN DE TOEGEWEZEN
BELASTINGBEVOEGDHEID.
De autonome belastingbevoegdheid impliceert dat een bevoegdheidsniveau binnen haar wettelijk
bevoegdheidskader zelf (autonoom) een belasting gaat invoeren.
- Deze bevoegdheid is niet absoluut, er zijn grenzen door internationale normen en nationale
wetsbepalingen.
- Bevh beperkt door EU-wetgeving en door verdragen
- Bevh beperkt door de Grondwet
- Bevh beperkt door de “wet”
- Bevh die elk beleidsniveau heeft en waar men zelf kan beslissen een belasting in te voeren voor zover
die globaal ook ingekapseld kan worden in de globale bevoegdheid van dat beleidsniveau
- Bv: gemeentebelasting --> heel veel soorten en elke gemeente kan kiezen welke ze opleggen
3
, - Bv: kustgemeentes leggen belasting op voor het tweede verblijf. (Gemeenten in binnenland
hebben dat niet
- Bv: belasting op verspreiden van reclamedrukwerk
- Bv: belasting op horecazaken
- Bv: parkeerbelasting bij parkeren op openbare weg
De toegewezen belastingbevoegdheid impliceert dat een beleidsniveau een stuk van haar eigen
belastingbevoegdheid afstaat aan een ander beleidsniveau
- Deze bevh kan enkel binnen het toegewezen wetskader.
- Ze wordt vastgelegd door het bestuur die de bevoegdheid gaat toewijzen.
- Ondergeschikt bestuur wijst een bevoegdheid toe aan een hoger bestuur (beneden
naar boven)
- Hoger bestuur wijst een bevoegdheid toe aan eeen ondergeschikt bestuur (boveen
naar beneden)
- Bevh. Waarbij hogere OH fiscale bevh gaat toewijzen aan een ander (lager) overheid.
- Bv: federale belasting en toewijzen aan de gewesten
- Typisch voor de problematiek van de staatshervorming.
De federale OH heeft enkel een autonome belastingbevoegdheid. (Ook voor gewesten, niet voor
gemeenschappen)
De federale OH heeft de meest uitgebreide fiscale bevoegdheid.
DE AUTONOME BELASTINGBEVOEGDHEID IS NIET ABSOLUUT, BESPREEK.
De autonome belastingbevoegdheid is niet absoluut, er zijn grenzen door internationale normen en nationale
wetsbepalingen
Beperkingen door EU-wetgeving en verdragen
Bv: EU- Verdrag voor vrij verkeer van kapitaal en personen
- We moeten ervoor zorgen dat dit vrij verkeer wordt gewaarborgd.
- Bv: spaarrekening brengt interest op.
Regel in fiscale wg: interesten zijn gedeeltelijk vrij à eerste 900 euro niet belast.
Als enkel op BE bankrekeningen en niet op bankrekeningen buiten BE à probleem à vrij
verkeer niet geëerbiedigd.
Dus stel man heeft Luxemburgse, Belgische en Spaanse bankrekening, dan moet ook op die
andere rekeningen dat bedrag vrijgesteld worden van belastingen voor de eerste 900 euro.
Bv: Recht op eigendom respecteren (EVRM)
- Staat mag afbreuk doen aan dat recht als er wettelijke grondslag voor bestaat en als er redelijkheid is.
- Bv: successierechten
- Vader gestorven, vermogen gaat over op (3) wettelijke erfgenamen.
- Progressief belastingsysteem à vermogen dat we gaan erven gaan we het
vermogen in schijfjes doen.
Eerste schijf van 50K à 3% belasting
Tweede schijf 250K à 9% belasting
Derde schijf meer dan 250K à 27% belasting
à dit is het geval in België voor erven aan kinderen en echtgenoot.
- In Wallonië is 3 à 80% en 9 à 55%
- Dus recht op eigendom heeft beperking geïmpliceerd.
Bv: Europese richtlijnen inzake BTW
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller VUBstudentLaw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.31. You're not tied to anything after your purchase.