Summary
Samenvatting Begrippenlijst inleiding tot het recht (GESLAAGD)
- Course
- Institution
Begrippenlijst gemaakt op basis van de hoorcolleges inleiding tot het recht, gegeven door prof. De Rey en prof. Devolder
[Show more]
Seller
Follow
criminologiestudente
Reviews received
Content preview
BEGRIPPEN INLEIDING TOT HET RECHT 2023LES 1: WAT IS RECHT?
Objectieve invulling van recht = recht als maatschappelijk fenomeen: geheel van algemene (on)geschreven regels voor uiterlijke
gedragingen van in maatschappelijk verband levende mensen waarvan respect kan worden afgedwongen door de overheid
Subjectieve invulling van recht = recht bekeken vanuit het individu: aanspraak die een persoon aan rechtsnorm ontleent
Onrechtmatige daad = iedere daad van een mens (in een andere dan contractuele context) die aan een ander schade
veroorzaakt is verplicht tot schadeloosstelling
LES 2: WAT IS RECHT?
Klassieke definitie van objectief recht = het geheel van imperatieve door de overheid afdwingbare regels, voor de uiterlijke
gedragingen van de rechtssubjecten
Inspanningsverbintenis = alle zorgen verstrekken om bepaald resultaat te bereiken, een voorzichtig en redelijk persoon moet in
dezelfde omstandigheden ook op deze manier handelen (art. 5.72 BW)
Resultaatsverbintenis = verplicht om een bepaald resultaat te bereiken (art. 5.72 BW)
Garantieverbintenis = hetzelfde als een resultaatsverbintenis, maar hierbij zeg je dat je de verbintenis aangaat ongeacht er
overmacht zou zijn of niet
Gebonden bevoegdheid = er is geen ruimte voor beoordelingsvrijheid, wet bepaalt vorm en inhoud van beslissing
Discretionaire bevoegdheid = er is ruimte voor beoordelingsvrijheid, overheid kiest maatregelen die haar het meest gepast lijken
Gentlemen’s agreement = contract waarvan juridische afdwingbaarheid uitgesloten is door partijen
Onafdwingbare verbintenis = juridische verplichting waarbij geen juridische afdwingbaarheid voozien is
Sociale afspraken = geen wil om juridische gevolgen teweeg te brengen
Internationaal publiekrecht = niet zo afdwingbaar als bv. nationaal recht
Natuurlijke verbintenis = verbintenis waarvan uitvoering niet kan worden afgedwongen (art. 5.2 BW)
Gedwongen tenuitvoerlegging op overheidsgoederen = overheid moet lijst maken van voor beslag vatbare goederen, zo niet zijn
de goederen die niet onontbeerlijk zijn vatbaar voor beslag (art. 1412bis Ger.W.)
LES 3: AFDWINGBAARHEID VAN RECHT
Verbintenis = juridische rechtsverhouding waarbij de ene partij een rechtstreekse aanspraak heeft ten aanzien van een andere
Rechtsherstel = herstelt de fout via uitvoering in natura of bevel tot nakoming
Schadeherstel = herstelt de schade via herstel in natura of schadevergoeding (= het is onmogelijk om de fout te herstellen)
Dwangsom = veroordeling tot betaling van een bepaald bedrag (dus geen dwang op persoon maar op zijn vermogen) (art.
1385bis e.v. Ger. W.)
(Buiten)gerechtelijke vervanging van de schuldenaar door een derde op kosten van de schuldenaar = een derde zal de prestatie
uitvoeren in de plaats van de schuldenaar (art. 5.85 en 5.235 BW)
, Moratoire interest = interest toepasselijk op de niet-betaling van de geldsom waarvan de waarde van in het begin al vaststaat
(art. 5.206 BW)
Compensatoire interest = interest toepasselijk op de niet-betaling van de geldsomw aarvan de waarde niet van in het begin al
vaststaat (art. 5.206 BW)
Beslag = gerechtswaarder doet inbeslagname en de opbrengsten daarvan gaat naar de schuldeiser
Solo consensu = loutere wilsovereenstemming (art. 3.14, §2 BW)
Generieke goederen = het goed is geïndividualiseerd en vanaf dan gaat de eigendom over
Verbod op eigenrichting = je gaat niet zelf naar de schuldenaar en beslag leggen/iets afdwingen, je doet dit via de rechter
Exceptie van niet-uitvoering (enac) = als de ene partij zijn prestatie niet nagaat dan doet de andere partij dit ook niet (art. 5.239,
§1 BW)
Anticipatieve opschorting (exceptio timoris) = enac, maar dan voor toekomstige schuld waarvan duidelijk geen uitvoering is (art.
5.239, §2 en §3 BW)
Retentierecht = je hebt als schuldeiser het recht om een goed dat je bezit bij je te houden totdat de schuldeiser zijn verbintenis
omtrent dat goed nakomt (art. 76 Pandwet)
LES 4: GEMEEN VS. BIJZONDER RECHT, FORMEEL VS. MATERIEEL RECHT
Positief recht = het recht zoals het op dit moment is
Natuurrecht = recht dat gekenmerkt wordt door economie, sociologie en religie en dus geen ideaal
De lege lata = beschrijving van het positief recht
De lege ferenda = beschrijving van hoe het recht zou moeten zijn in de toekomst, het gewilde recht
Onweerlegbaar vermoeden = men kan zich niet veweren door te zeggen dat hij geen fout begaan heeft, door de gezagsrelatie of
hiërarchie is hij wel aansprakelijk
Weerlegbaar vermoeden = men kan zich wel verweren door te zeggen dat hij geen fout begaan heeft
Lex specialis derogat generali = de specifieke regel gaat voor op de algemene regel
Lex posterior anteriori derogat = de recentste regel gaat voor op de oudste regel
Consumentenkrediet = in schijven betalen (art. Vll.64 e.v. WER)
Hypothecair krediet = geld lenen bij bank (art. Vll.123 e.v. WER)
Financieringshuur = huren om de aankoop van een bepaald goed te financiëren, op het einde van de huur kan je ervoor kiezen
om het restbedrag nog te betalen om de aankoop te voltooien of niet (art. Vll.80 e.v. WER)
Sekwester = bepaalde betwisting over bepaald goed (art. 1955-1963 oud BW)
Lastgeving = namens mij een bepaalde handeling stellen door een andere partij
Materiële handeling = waar het recht gevolgen aan kan geven
Materieel recht = recht waarin de spelregels van maatschappelijk gedrag inhoudelijk bepaald worden
Formeel recht = recht dat spelregels bepaalt bij niet-naleving van het materieel recht
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller criminologiestudente. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.76. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
66579 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now