Dit was mijn samenvatting voor de toets van Recht (Module 2.3.4) voor de opleiding Deeltijd Social Work. Ik heb gebruikt gemaakt van het voorgeschreven boek en zijn ingesproken powerpoints. Ik heb de toets één keer gemaakt en een 9.1 behaald.
3.1 Ontstaan van een verbintenis
- Het onderdeel van verbintenis vindt zich op het gebied van burgerlijk recht.
- Het gaat om juridische relaties tussen burgers onderling.
- Een verbintenis is een verplichting die iemand heeft aan iemand anders. Een persoon heeft
een plicht en de ander heeft een recht om dat af te dwingen.
- Je vindt meeste regels over verbintenis in de Burgerlijke Wetboek namelijk:
o Boek 3 BW: vermogensrecht. Algemene regels over rechtshandelingen (je wilt dat er
iets in de recht ontstaat) en op geld waardeerbare rechten en verplichtingen
o Boek 6 BW: verbintenissenrecht. Algemene regels over verbintenissen en de
belangrijkste bronnen: de overeenkomst en de onrechtmatige daad
o Boek 7 BW: bijzondere overeenkomsten. Regels over specifieke overeenkomsten,
zoals koop, huur, opdracht en arbeidsovereenkomst.
- Een verbintenis kan in twee manieren ontstaan:
i. Ontstaat uit rechtshandeling overeenkomst i.e. omdat je iets wil.
Toelichting: de verbintenis is gericht op een rechtsgevolg.
Voorbeelden:
o koopovereenkomst (klant wil product en leverancier wil verkopen)
o huurovereenkomst (huurder wil gebruik, verhuurder wil geld)
o arbeidsovereenkomst (werkgever wenst arbeid en werknemer wil werken voor loon)
o hulpverleningsovereenkomst (hulpverlener wil helpen en cliënt wil hulp)
ii. Ontstaat uit de wet onrechtmatige daad i.e. niet omdat mensen dat willen.
Toelichting: partijen hebben geen gerichtheid op een rechtsgevolg, maar de wet verbindt er
een rechtsgevolg aan.
Voorbeelden:
o Ongelukje met schade tot gevolg. Hoewel je dit niet wilt (er is geen gerichtheid op
een rechtsgevolg) zegt de wet dat je schade moet vergoeden = een verbintenis (daar
kun je je niet aan onttrekken).
Ook een voorbeeld: Onverschuldigde betaling: wanneer je geld overmaakt in verkeerde rekening.
Ontvanger is verplicht om het geld terug te geven en jij hebt recht om het geld terug te ontvangen.
, Recht (2) Thema 1: Verbintenissen/Schulden
3.2 Overeenkomst
Een overeenkomst is een rechtshandeling tussen twee (rechts)personen. Een meerzijdige
rechtshandeling houdt in dat partijen de inhoud van een overeenkomst accepteren.
a) Wat is een overeenkomst?
Definitie:
- Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling waarbij een of meer partijen met
elkaar een of meer anderen een verbintenis aangaan (art. 6:213 BW).
- Een eenzijdige rechtshandeling is er niet meerderen partijen betrokken bv. Een testament.
- Overeenkomst heeft altijd meerdere partijen nodig.
Verbintenis ontstaat: een partij verplicht zich om een prestatie te leveren waar de andere partij
recht op heeft.
Dus:
- een overeenkomst = een afspraak tussen partijen, waarbij partijen over en weer akkoord zijn
met de inhoud van de afspraak.
- Partijen zijn gebonden aan deze afspraken: het nakomen van de afspraken is via de rechter af
te dwingen.
b) Totstandkoming van een overeenkomst
- Overeenkomst komt tot stand als er wilsoverstemming is i.e. allebei partijen willen de
overeenkomst aangaan.
- Is vormvrij (mag ook mondeling!)
- Voor een overeenkomst is het nodig dat er: een aanbod is en aanvaarding van een aanbod
(art. 6:217 BW):
o Aanbod:
▪ Moet duidelijk zijn wat de aanbod is bv. Welke van de drie fietsen je
verkoopt.
▪ Informatieplicht bv. De geschiedenis van de fiets, reparaties die ooit gedaan
waren enz.
o Aanvaarding:
▪ onderzoeksplicht
▪ je moet je wil kenbaar maken in een verklaring. Het kan een verschillende
manieren bv. Op een veiling hebt je een bordje waarmee je je bod doet.
▪ de verklaring moet de wederpartij hebben bereikt: de ander moet bekent
zijn met de verklaring.
c) Partijen die een overeenkomst kan afsluiten
- Contractvrijheid: natuurlijke persoon (mensen) en rechtspersonen (bv. Stichting) kunnen
overeenkomsten aangaan.
- Voordat je een overeenkomst mag afsluiten moet je:
o Handelingsbekwaam en handelingsbevoegd zijn.
- Vertegenwoordiging:
o bij minderjarigen (handelingsonbekwaam):
▪ ze mogen rechtshandelingen afsluiten
▪ Ouderlijk gezag of voogdij (art. 1:234 BW) mag voor ze afsluiten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Studieklaar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.24. You're not tied to anything after your purchase.