Samenvatting Vid:
Hoofdstuk 1: Basiskennis en communicatie
Sinds 1865 is de geneesmiddelenwet ontstaan en mag een drogisterij geneesmiddelen verkopen.
Definitie van een geneesmiddel; middel of product die bedoeld is voor;
*Het genezen of voorkomen van een ziekte, gebrek, wond of pijn bij de mens’
*Het stellen van een geneeskundig diagnose bij de mens
*Het herstellen, verbeteren of anderszins wijzigen van fysiologisch, immunologisch of metabolisch
effect te bewerkstelligen.
Warenwet= Producten die geen medisch claim hebben.
Geneesmiddelenwet= Wanneer een warenwetartikel een medisch claim heeft (genezing of
verhelpen)
CBG= College ter Beoordeling van Geneesmiddelen. Geneesmiddelen mogen alleen verhandeld
worde worden als deze geregistreerd zijn in deze register.
RVG= Register Verpakte Geneesmiddelen. Deze letters staan op een geregistreerde geneesmiddel.
Vervolgt door 5 cijfers.
RVH= Registratie Voor Homeopathische geneesmiddelen.
In de Geneesmiddelenwet worden 4 categorieën geneesmiddelen genoemd:
UR- geneesmiddel: Geneesmiddel dat uitsluitend op recept van een (huis)arts voorgeschreven mag
worden.
UA-geneesmiddel: Geneesmiddel dat zonder recept, maar uitsluitend in een apotheek verkocht mag
worden.
UAD-geneesmiddel: geneesmiddel dat zonder recept, maar uitsluitend in een apotheek of een
verkooppunt met toezicht van een Drogist mag worden verkocht.
AV-geneesmiddel: Geneesmiddel dat zonder recept ook buiten een apotheek of een verkooppunt
met toezicht van een Drogist, mag worden verkocht (supermarkt, benzinepomp)
De Drogist mag alleen geneesmiddelen uit de categorieën UAD en AV verkopen, dit worden ook wel
zelfzorggeneesmiddelen genoemd.
Medische hulpmiddelen= Elk instrument, toestel of apparaat, (vloeibare)stof of elk ander artikel dat
door de fabrikant bestemd is om bij de mens te worden gebruikt om ziektes of handicaps op te
sporen, te behandelen, te verlichten of te voorkomen. Zoals bijvoorbeeld verbandartikelen (pleisters,
tape, verband) condooms en zwangerschapstesten.
,Omzet: De totale omzet voor de zelfzorgmarkt in 2021 bedroeg 841 miljoen. De meeste
zelfzorgmiddelen worden verkocht in de drogisterij (77,3%), gevolgd door de supermarkten (14,7%)
en de apotheken (8%).
Bevoegdheden Drogist: Mag relatief lage doseringen uitgeven, geen geneesmiddelen bereiden en
(opnieuw) verkopen. Apotheker mag dit wel.
Bevoegdheden Assisitent-Drogist: Mag de klant productinformatie en klachtgericht advies geven
(aan de hand van WASA vragen)
WASA vragen:
1. Wie heeft de klacht?
2. Wat is de aard (symptomen) v.d. klacht?
3. Sinds wanneer ontstaan?
4. Wat is al geprobeerd om de klachten te verhelpen?
Bevoegdheden Verkopen in de Drogisterij: Mag alleen productinformatie geven en geen
klachtgericht advies geven.
In de Geneesmiddelenwet is bepaald dat op de verpakking van een geregistreerd geneesmiddel de
naam, de sterkte en de toedieningsvorm zowel in gewone letters als in braille moeten staan.
Bijsluiter= Hierin staat belangrijke informatie over het geneesmiddel voor de consument.
Volgens de geneesmiddelenwet ben je verplicht de consument op de bijsluiter te wijzen.
Inhoud bijsluiter:
Algemene kenmerken:
- Benaming ( de naam v.h. medicijn)
- Kwalitatieve samenstelling (welke stoffen zitten erin)
- Kwantitatieve samenstelling (in welke hoeveelheden verkrijgbaar)
- Farmaceutische vorm en inhoud (poeder, tablet, zalf)
- Gehalte (hoeveelheid v.d. werkzame stof)
- Tot welke groep het middel hoort (paracetamol-> pijnstillers groep)
- Fabrikant (verantwoordelijk voor het in handel brengen v.h. geneesmiddel)
- Het RVG of RVH nummer
Indicatie (toepassing van het geneesmiddel)
Toeppassing v.h. middel, waarvoor is het middel bedoeld. Bijvoorbeeld: een pijnstiller is een
indicatie voor kiespijn of hoofdpijn.
Contra- indicaties:
Wanneer het middel niet gebruikt moet worden. Middelen kunnen bijvoorbeeld
bestandsdelen bevatten waar je gevoelig voor kunt zijn. Een contra-indicatie voor dat middel
is dan overgevoeligheid.
Waarschuwingen en voorzorgen:
Vaak gelden voorzorgen voor bepaalde groepen die speciale aandacht nodig hebben, zoals:
- Zwangere vrouwen
- Kinderen
- Bij borstvoeding (lactatie)
- Chronische gebruikers
, - Mensen die autorijden/ machines bedienen (reactievermogen)
- Ouderen (75+)
- Bij hart en longklachten
Aanwijzingen voor het gebruik:
Hier staat de dosering vermeld, wie hoeveel mag hebben van het middel. De maximale dosis
en de toedieningsfrequentie (aantal keren dat een middel per dag mag worden gebruikt).
Ook wordt de toedieningsinterval vermeld ( tijd tussen 2 innamen van het middel)
Interacties of wisselwerkingen:
2 verschillende middelen kunnen elkaars werking beïnvloeden. Er wordt beschreven of er
andere factoren zijn die de werking van het geneesmiddel kunnen beïnvloeden.
Mogelijke bijwerkingen:
Meest voorkomende bijwerkingen worden beschreven. Wanneer er geen bijwerkingen
beschreven staan maar wel voorkomen kan dit gemeld worden bij Nederlands Bijwerkingen
Centrum Lareb.
Houdbaarheidsdatum: Hoelang het middel goed is. Er mogen geen middelen verkocht
worden waarbij de houdbaarheidsdatum binnen 6 maanden zal verstrijken.
Aanwijzingen voor het bewaren:
Hier zul je vinden hoe je het middel moet bewaren, vaak staat er het volgende vermeld;
Op kamertemperatuur bewaren (tussen de 15 graden en 25 graden Celsius), op een koele,
donkere plaats bewaren en buiten het bereik en zicht van kinderen bewaren.
Datum waarop de bijsluiter voor het laatst is herzien.
Aan de datum waarop de bijsluiter voor het laatst is herzien, kun je aflezen hoe lang het
geleden is dat de tekst door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen is
goedgekeurd.
Toedieningsvormen: Geneesmiddelen die in de Drogisterij verkocht worden hebben verschillende
toedieningsvormen zoals;
- Oraal (via mond en slokdarm) - tabletten, dragees, capsules, drankjes, poeders, etc.
- Rectaal (via anus) – zetpil of klysma
- Op de slijmvliezen (verstuiving) – neusspray, mondspray
- Door indruppeling – oordruppels, oogdruppels of neusdruppels
- Op de huid (dermaal) – zalf, crème of lotion
- Door de huid (transdermaal) – pleisters (nicotine)
Toedieningsweg: De route waarop het geneesmiddel in contact wordt gebracht met het gewenste
deel van het lichaam. 2 verschillende wegen;
- Plaatselijke toediening ( ook wel lokale of topicale toediening genoemd): het geneesmiddel
wordt gelijk op de plaats van het lichaam aangebracht (oordruppels, zalven etc.)
- Systemische toediening: Het geneesmiddel komt via de bloedbaan op de gewenste plek.
Bijvoorbeeld een tablet.
Orale toedieningsvormen:
Tabletten: Tabletten zijn samengeperste poeders. Ze worden vaak in een doordrukstrip
(blister) verpakt. Dat is hygiënisch, het voorkomt breuk, de tabletten kunnen gemakkelijk
worden meegenomen en ze blijven droog. Er zijn ook kind-veilige doordrukstrips; de
verpakking daarvan is steviger en ondoorzichtig.
, Bruistablet: Een bruistablet bevat stoffen die het uiteenvallen van de tablet bevorderen. De
bruisende werking ontstaat door een reactie van chemische stoffen, waardoor tijdens het
oplossen in water koolzuurgas vrijkomt. Een standaardwaarschuwing voor bruistabletten
geldt voor mensen met een verhoogde bloeddruk vanwege het aanwezige Natrium (zout).
Granules: Fijne korrels (granulaat) gemaakt van poeder.
Smelttablet: Tablet met granulaat. Op de tong laten smelten en vervolgens doorslikken;
water is meestal niet nodig.
Poeders: Fijngemalen deeltjes van een vaste stof. Verpakt en geleverd in kleine zakjes
(sachets)
Dragees: Tabletten met een aantal, meestal gekleurde, suikerlagen. Door deze deklagen zijn
de werkzame stoffen min of meer beschermd tegen lucht en vocht.
Capsules: Een ‘zachte’ pilvorm. De werkzame stof is omgeven door een gelatinelaagje, dat
oplost in maagsap.
Druppels: Druppels: Toedieningsvormen voor geneesmiddelen voor in- of uitwendig gebruik,
meestal verpakt in een glazen fles(je) oftewel flacon met druppel. Neusdruppels worden ook
toegediend door middel van een verstuiver.
Drank: Vloeibare toedieningsvorm voor inwendig gebruik.
Oplossing: Vloeibare systeem dat bestaat uit 2 of meer componenten, die samen een
mengsel vormen.
Emulsie: Mengsel van 2 of meer niet op gewone wijze mengbare vloeistoffen.
Stroop: Water waarin sacharose (vorm van suiker) is opgelost tot een gehalte van 62,8 % tot
63,5%
Toediening via de huid:
TTS-pleister: Door de pleister wordt de werkzame stof zeer gelijkmatig en nauwkeurig
gecontroleerd afgegeven aan het bloed via de huid.
Balsem: Dikke vloeibare massa; vaak zijn deze vocht inbrengend en beschermend, het zijn
zalfachtige smeersels.
Crème:
Olie-in-water-emulsie of Water-in-olie-emulsie.
- Olie-in-water-emulsie: worden onder andere gebruikt in dagcrèmes, zonnebrandcrèmes en
reinigingscrèmes. Ze zijn eenvoudig smeerbaar, trekken snel in de huid en zijn eenvoudig met
water af te spoelen omdat het water-molecuul zich aan de buitenkant bevindt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carmenalfing. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.