Met dit document ga je goed voorbereid op tentamen. Alle kennis van algemene economie in het tweede semester wordt getest doordat er telkens meerkeuze vragen tussen de lesstof door verschijnen.
Opdrachten en aantekeningen economie
Economische groeiverwachting 2000-2030
Wat is het verschil tussen materiele en immateriele behoeften? Geef dit aan met 3 voorbeelden.
Materiële behoeften kun je kopen, het is een product, je kunt het vasthouden. Hamer, fiets, telefoon.
Immateriële behoeften kun je niet kopen, kun je niet vasthouden. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om
vriendschap, liefde, gezondheid.
Wat is/zijn relaties tussen materiele en immateriële behoeften?
Een relatie kan zijn tussen geld en geluk. Ze zeggen wel geld maakt niet gelukkig maar uit onderzoek
is wel degelijk gebleken dat geld wel een grotere rol speelt in geluk doordat het leven wat
makkelijker verloopt.
Wat is de relatie tussen welvaart en welzijn?
Uit onderzoek is gebleken dat een hogere welvaart wel degelijk zorgt voor een betere welzijn.
Mensen die het beter voor elkaar hebben zullen sneller gelukkig zijn als mensen in armoede.
Wat is welvaart?
Welvaart is de mate waarin een individu beschikt over goederen en diensten om in zijn materiele
behoefte te voorzien. Een maatstaf hiervoor is het BBP of het BNP per hoofd.
Wat is BBP?
BBP is het bruto binnenlands product, dit houdt alle productie binnen de Nederlandse grenzen in.
Wat is BNP
BNP is het bruto nationaal product, dit houdt alle productie door Nederlandse ingezetenen in.
,Wat is KKP?
Koopkrachtpariteit (kkp) is een manier om de koopkracht van twee landen te vergelijken. Een
koopkrachtpariteit tussen 2 landen geeft aan hoeveel je van de valuta van het ene land moet
uitgeven om hetzelfde te kunnen voor 1 eenheid van de valuta in het andere land.
Vragen met betrekking tot lesweek 2
Vraag 1
In de onderstaande tabel is de inkomensverdeling van een land in twee verschillende
jaren gegeven, voor 2000 (2e kolom) en 2020 (3e kolom)
2000 2020
Eerste 20% groep 3,2% 3,5%
Tweede 20% groep 10,8% 10,6%
Derde 20% groep 17,4% 17,1%
Vierde 20% groep 24,2% 24,1%
Vijfde 20% groep 44,4% 44,7%
a. Is er in deze periode sprake van nivellering of denivellering van de inkomensverschillen?
Verklaar je antwoord met een berekening waarbij de eerste en de vijfde groep vergelijkt.
In 2020 = 44,4 : 3,2 = 13,88
In 2021 = 44,7 : 3,5 = 12,77
In dit voorbeeld is dus aantoonbaar gemaakt dat de rijkste 20% in 2021 maar 12,77% meer verdiend
dan de armste 20%. In vergelijking met 2020 (13,88%) zijn de verschillen dus kleiner geworden. Dat
noemt men nivelleren.
b. Teken de Lorenzcurve voor 2020.
Je telt alle percentages cumulatief bij elkaar op, dus dan krijg je:
20% verdient 3,5%
40% verdient 14,1%
60% verdient 31,2%
80% verdient 55,3%
100% verdient 100%
, Vraag 2
Jennifer is 35 jaar en zit in een hecht vriendinnenclubje dat ontstaan is op de middelbare school.
Ondanks dat iedereen een eigen weg gekozen heeft, komen de vriendinnen nog regelmatig bij
elkaar. Steeds vaker merkt Jennifer dat het clubje uit elkaar lijkt te groeien. Zij denkt dat dit met
werk en inkomen te maken heeft. Omdat ze dat vroeger op school geleerd heeft, maakt Jennifer een
Lorenzcurve om te kijken of haar vermoeden zou kunnen kloppen. Ze gaat daarbij uit van de
volgende schattingen:
Jennifer € 85.000
Nicole € 40.000
Simone € 50.000
Anneroos € 100.000
Suzanne € 80.000
a. Teken de Lorenzcurve van deze groep
Voordat je de Lorenzcurve kunt maken, moet je eerst:
- de personen op volgorde zetten van laag naar hoog inkomen
- de gegevens vertalen naar procenten
- en dan cumulatief maken
b. Vind je deze verdeling scheef, of valt het mee? Verklaar je antwoord.
Als je naar de Lorenzcurve kijkt, ligt deze tamelijk dicht tegen de gelijke verdeling aan. De
inkomensverdeling is dus niet zo scheef als Jennifer verwacht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MilanHsslr. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.72. You're not tied to anything after your purchase.