Personality psychology domains of knowledge about human nature 3rd edition by randy
Personality Psychology - Chapter 1 - 5
Compleet pakket Persoonlijkheidspsychologie (Personality Psychology), met: Samenvatting Personality Psychology Larsen & Buss, 4e druk, Aantekeningen H
All for this textbook (5)
Written for
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Psychologie
Persoonlijkheidsleer en Persoonlijkheidsonderzoek
All documents for this subject (23)
19
reviews
By: joskavanbarneveld • 7 months ago
By: canancenetates • 2 year ago
By: elinerus • 7 year ago
By: Ybrich • 7 year ago
By: SarahSeidel • 7 year ago
By: merelekas • 7 year ago
By: atc-vdaal • 8 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
karenk90
Reviews received
Content preview
Personality Psychology, Larsen & Buss
H1: Introduction to Personality Psychology.
Persoonlijkheid: de set van psychologische eigenschappen en mechanismen binnen een
individu die georganiseerd en relatief duurzaam zijn. Deze beïnvloeden zijn of haar interacties
met, en aanpassingen aan de interpsychische, fysische en sociale omgevingen.
Trait-descriptive adjectives: (eigenschap-beschrijvende) bijvoeglijk naamwoorden die
gebruikt kunnen worden om de kenmerken van mensen te beschrijven.
Persoonlijkheid is...
Psychologische eigenschappen: kenmerken die de verschillen en de overeenkomsten
tussen mensen beschrijven. Deze eigenschappen beschrijven de gemiddelde neigingen
(average tendencies) van een persoon.
Onderzoek naar persoonlijke eigenschappen stellen 4 soorten vragen:
o Hoeveel eigenschappen zijn er?
o Hoe zijn de eigenschappen georganiseerd?
o Wat is de oorsprong van de eigenschappen?
o Wat zijn de correlaties en consequenties van eigenschappen?
Psychologische eigenschappen zijn nuttig voor 3 redenen. Ze helpen bij het beschrijven
van mensen en de verschillen tussen mensen. Ze helpen gedrag te verklaren en ze helpen
om toekomstig gedrag te voorspellen.
Psychologische mechanismen: zijn als eigenschappen alleen refereert het meer naar
de processen van persoonlijkheid, voornamelijk de informatie-proces activiteit. De
meeste psychologische mechanismen hebben 3 essentiële stappen: input, decision rules
en output.
Binnen het individu: persoonlijkheid is iets wat een persoon met zich meeneemt over
situaties en tijd.
Georganiseerd: psychologische eigenschappen en mechanismen, voor een bepaald
persoon, zijn geen willekeurige collectie ‘elementen’. Maar het is georganiseerd omdat
verschillende mechanismen en eigenschappen samenhangen.
Langdurig: persoonlijkheid is voornamelijk in de volwassenheid ook redelijk consistent
over situaties.
Invloedrijke ‘krachten’: persoonlijkheids eigenschappen en mechanismen hebben
invloed op het leven, het speelt een sluitelrol in hoe mensen hun leven inrichten. Ook
hebben persoonlijkheidseigenschappen invloed op hoe we denken, handelen en voelen.
Persoon-omgeving interactie: interacties met situaties bevatten percepties, selecties,
uitlokkingen en manipulaties.
o Perceptie: refereert naar hoe we een omgeving ‘zien’ of interpreteren.
o Selectie: beschrijft de manier welke situaties we kiezen.
o Evocation (uitlokking): zijn de reacties die we bij anderen oproepen.
o Manipulatie: manieren waarop we bewust anderen proberen te beïnvloeden.
Adaptatie: een belangrijke functie van persoonlijkheid zorgt voor adaptief functioneren
door het behalen van doelen, omgaan met, aanpassen aan en aanpakken van de
uitdagingen en problemen in het leven.
Omgeving: de omgeving zorgt ook vaak voor uitdagingen. Daarbij moet je denken aan de
fysische omgeving (eten i/d buurt), sociale omgeving (wat voor vrienden),
intrapsychische omgeving (dromen, herrinderingen, fantasiën etc.).
Kluckhohn en Murray stelden dat elk mens in bepaalde aspecten...
1. Als ieder ander is. (Human nature level, ‘grote’ theorieën)
, 2. Als sommige anderen is. (Level of individual and group differences, empirisch
onderzoek)
3. Als niemand anders is. (The individual uniqueness level, empirisch onderzoek).
Human nature: de eigenschappen en mechanismen die typisch zijn voor ons mensen, die bijna
iedereen heeft. (Need to belong, capacity for love).
Differences between groups: mensen in een bepaalde groep kunnen zich kenmerken door een
bepaalde eigenschap die in die groep veel voorkomt.
Individual differences: manieren waarin ieder mens is zoals sommige andere mensen.
Nomothetic research gaat meestal om statistische vergelijkingen tussen individuen of groepen,
hebben ‘samples’ van deelnemers nodig om onderzoek naar te doen.
Idiographic research focust op een individu, zijn vaak case-studies of een psychologische
biografie van één persoon.
Domain of knowledge: specialisme, psychologen hebben zich geconcentreerd op het leren over
enkele specifieke aspecten van persoonlijkheid. Persoonlijkheid kan in 6 ‘domains of knowledge’
ingedeeld worden over de menselijke natuur:
Dispositional domain: de manieren waarop individuen van elkaar verschillen. Vooral
geïnteresseerd in het aantal en de oorsprong van fundamentele eigenschappen.
Biological domain: mensen zijn een collectie van hun biologische systemen, deze
systemen zijn de bouwstenen voor gedrag, gedachten en emotie. Biologische benadering
refereert naar drie gebieden van onderzoek:
o De genetica van persoonlijkheid.
o Psychofysiologie van persoonlijkheid.
o Hoe evolutie psychologisch functioneren beïnvloed heeft.
Intrapsychic domain: de mentale mechanismen van persoonlijkheid, waarvan de
meeste buiten bewustzijn opereren.
Cognitive-experiental domain: legt de focus op cognitie en subjectieve ervaringen
zoals bewuste gedachten, gevoelens, overtuigingen en verlangens van jezelf en anderen.
Social and cultural domain: persoonlijkheid is niet iets dat alleen in je hoofd,
zenuwstelsel en genen zit. Persoonlijkheid heeft invloed op en wordt beïnvloed door de
sociale en culturele context.
Ajdustment domain: persoonlijkheid speelt een sleutelrol in hoe we ons aanpassen en
het hoofd bieden aan de wisselingen van het alledaagse leven.
Een goede theorie is een theorie die drie doelen in de wetenschap vervult:
Biedt een ‘gids’ voor onderzoekers.
Organiseert bekende bevindingen.
Maakt voorspellingen.
Er is wel een verschil tussen wetenschappelijke theorien en overtuigingen. Overtuigingen zijn
persoonlijk bruikbaar en voor sommige mensen cruciaal, maar ze zijn gebaseerd op geloof, niet
op betrouwbare feiten en systematische observaties. Theoriën zijn getest met systematische
observaties die herhaald kunnen worden door anderen, en vervolgens vergelijkbare conclusies
oplevert.
Er zijn 5 wetenschappelijke standaarden om persoonlijkheidstheorieën te evalueren (scientific
standards for evaluating personality theories):
Comprehensiveness: Volledigheid, legt de theory alle feiten en observaties binnen het
domein uit?
Heuristic value: biedt de theorie een gids naar belangrijke nieuwe ontdekkingen?
Testability: Testbaarheid, geeft de theorie precies genoege voorspellingen zodat
psychologen het empirisch kunnen testen?
, Parsimony: Spaarzaamheid, heeft de theorie een paar premissen en aannames of juist
meerdere? Een theorie met veel premissen en aannames zijn meestal wat minder.
Compatibility and integration across domains and levels: bijvoorbeeld, een
natuurkundige theorie die de zwaartekrachtwetten is onzin.
H2: Personality Assesment, Measurement and Research Design.
Er zijn 4 bronnen van persoonlijkheidsdata.
Self-report data (S-data): de informative die de persoon zelf onthuld. Er zijn verschillende
manieren om self-report data te verzamelen:
Unstructured: ongestructureerd, ‘open-ended’ vragen of ‘fill in the blanks’.
Structured: vragen met andwoord ‘waar’ of ‘onwaar’.
Likert rating Scale: een 7-punt schaal van 1 (minst karakteristiek) tot 7 (meest
karakteristiek).
Meeste persoonlijkheidsschalen bestaan uit het opsommen van scores op een serie van
individuele schalen.
Observer-report data (O-data): vrienden, familie, leraren en kennissen zijn allemaal potentïele
bronnen van informatie over onze persoonlijkheden. Een voordeel is dat waarnemers bij
informatie kunnen die anders niet te verkrijgen is (bijv. de indruk die je op anderen maakt).
Verder:
Inter-rater reliability bepalen door meerdere waarnemers te gebruiken. Als deze
vergelijkbare scores opleveren is de inter-rater reliability hoog.
Multiple social personalities kunnen worden beordeeld, iedereen laat verschillende
kanten van zichzelfs zien bij verschillende mensen.
Een nadeel is wel dat als waarnemers intiem zijn met de doelpersoon dat ze een bias kunnen
hebben.
Test data (T-data): bij deze metingen worden deelnemers in gestandarizeerde testsituaties
geplaatst. Het idee is om te kijken of verschillende mensen verschillend reageren op dezelfde
situatie. Maar denk hierbij ook aan data van mechanische apparaten zoals de functional
magnetic resonance imaging (fMRI) een techniek om de plekken van het brein te identificeren
die geactiveerd worden bij bepaalde activiteiten. Het voornaamste voordeel van fysiologische
data is dat het moeilijk is om neppe reacties te geven. Projective techniques leveren ook t-data,
hierbij worden gestandariseerde stimuli gepresenteerd aan deelnemers en hen wordt gevraagt
te identificeren wat ze zien (Inktvlekken van Herman Rorschach).
Life-outcome data (L-data): refereert naar de informatie die afgeleid kan worden van de
gebeurtenissen, activiteiten en uitkomsten van iemands leven. Persoonlijkheidspsychologen
gebruiken van S- en O-data om L-data te voorspellen.
Reliability: betrouwbaarheid, de mate waarin een verkregen meting het echte niveau van de
eigenschap die gemeten wordt meet.
Repeated measurement: herhaalde metingen, een manier om de betrouwbaarheid te
schatten.
o Test-retest reliability: een meting over de tijd herhalen. Als de 2e meting
vergelijkbare resultaten oplevert heeft het meer betrouwbaarheid.
o Internal consistency reliability: dezelfde items in een test op verschillende
manieren presenteren, als deze goed met elkaar correleren levert dit meer
betrouwbaarheid.
o Inter-rater reliability: gebruiken van meerdere waarnemers, dit geldt voor O-
data. Als verschillende waarnemers het met elkaar eens zijn leidt dit tot meer
betrouwbaarheid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller karenk90. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.