Complete Samenvatting Heden, verleden en toekomst Economie 4 HAVO
1 view 0 purchase
Course
Economie
Level
HAVO
Met deze samenvatting van Heden, verleden en toekomst krijg je een helder overzicht van de belangrijkste thema’s. Alle relevante onderwerpen worden beknopt behandeld, waardoor je snel inzicht krijgt in de ontwikkelingen op economisch gebied. Deze samenvatting is een waardevolle aanvulling op je s...
Bij kredietverlening vragen de banken rente van de leners. Bij
sparen geven de banken rente aan de spaarders. Rente is de prijs
van geld. We noemen dit ook wel eens de algemene prijs van
tijd. Voor het ter beschikking stellen van kapitaal ontvang je
rente.
Sparen is het niet consumeren van inkomen of het uitstellen
van consumptie. Over het spaargeld krijg je rente. In feite
verplaats je consumptie naar de toekomst. Je ruilt over de
tijd. Lenen is wat dat betreft het omgekeerde van sparen.
Consumeren wordt dan naar voor gehaald.
Ook studeren heeft alles te maken met ruilen over de tijd. Een
studie kost geld en tijd. Het is een investering die later vruchten
(geld & inkomen) op moet leveren. Het alternatief van geen
hogere studie is meteen gaan werken. Dan kun je meteen
oogsten, zei het dat die oogst tot je pensioen veel lager zal zijn in
vergelijking met iemand die wel een hogere studie heeft gevolgd.
Sparen: Het deel dat niet wordt uitgegeven, dus het niet
besteden van inkomen. Bij kredietverlening vragen de banken
rente van de leners. Bij sparen geven de banken rente aan de
spaarders. Rente is de prijs van geleend geld.
De individuele prijs van tijd is het nadeel dat een consument
ondervindt als hij consumptie uitstelt. De consument kan bij een
lage individuele prijs van tijd niet wachten met consumeren. Is de
individuele prijs van tijd hoog, dan stelt de consument graag zijn
consumptie uit omdat de rente aantrekkelijk genoeg is om te
wachten met consumeren.
Een stroomgrootheid is iets dat je over een bepaalde periode meet.
Een voorraadgrootheid wordt gemeten op een bepaald moment (er
staat dan altijd een exacte datum of tijdsaanduiding).
Het nominaal loon is het loon uitgedrukt in euro’s. De koopkracht van
het loon wordt ook wel reëel loon genoemd.
Inflatie is een stijging van het algemeen prijspeil in het land. De
prijsstijging wordt gemeten door het Centraal Bureau voor de Statistiek
(CBS). Het CBS meet elke maand de consumentenprijsindex (CPI). Dit
cijfer is een gewogen prijsindexcijfer van een pakket goederen en diensten
zoals dat wordt aangeschaft door een gemiddeld huishouden.
, De koopkracht van je inkomen bepaalt hoeveel goederen en diensten je
kunt kopen. De koopkracht hangt af van het inkomen en van de prijzen,
als het inkomen en de prijspeil evenveel stijgen of dalen, blijft de
koopkracht dus gelijk.
Het gevolg van inflatie is dat het geld reëel minder waard wordt. Met
hetzelfde geld kun je minder kopen dan voorheen: je koopkracht is
gedaald.
Inflatie is vooral nadelig voor geldvermogens. De bezitter ervan krijgt wel
een vergoeding in de vorm van rente, maar ook deze vergoeding wordt
aangetast door inflatie. Inflatie tast zijn reëel vermogen aan.
Als jou inkomen stijgt, kun je meer kopen. Als de prijzen stijgen, kun je
minder kopen. Met andere woorden de koopkracht van je inkomen
(= reëel inkomen) is afhankelijk van de hoogte van het inkomen en de
inflatie (prijsstijging).
ij het berekenen van de koopkracht moet er rekening gehouden
worden met de prijsontwikkeling van de diverse producten en
het belang of het gewicht van die producten in de totale uitgaven.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) houdt zich hiermee
bezig. Aan de hand van een budgetonderzoek bepaalt het CBS
de wegingsfactoren van elke artikelgroep en elk artikel binnen
die artikelgroep. De wegingsfactoren geven aan welk deel van
de totale uitgaven aan een bepaalde artikelgroep wordt
uitgegeven. Dit gaat op dezelfde manier als je gemiddelde cijfer
berekenen.
CPI = de optelling van (wegingsfactor x prijsindexcijfer) ÷
totaal alle wegingsfactoren
Koopkracht kun je berekenen met deze formule:
RIC (indexcijfer reëel inkomen) = NIC (indexcijfer nominaal
inkomen) ÷ PIC (prijsindexcijfer) x 100%
Inflatie leidt tot een daling van het reële inkomen.
De koopkracht van het geld daalt: er is sprake van
geldontwaarding. Door inflatie neemt de koopkracht van het
spaargeld af en is de reële rentevergoeding lager dan de nominale
rentevergoeding.
De nominale rente (vergoeding) is de rentepercentage dat de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amirmain2419. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.95. You're not tied to anything after your purchase.