In dit document kan je een heel deel oefenvragen vinden ter voorbereiding op je examen. Er worden zowel begrippen als openvragen gegeven. In de linker kolom kan je de opgave vinden en in de rechter kolom het volledige antwoord. Bij elke vraag wordt er een duidelijk antwoord geformuleerd volledig op...
,Begrippen sociologie
Citaten gegeven door de klassieke sociologen behandelt tijdens de les of andere relevante individuen
bestudeert door de klassieke sociologen zijn te verwachten op het examen. Het is aan jou om deze te
situeren, kort omschrijven, een voorbeeld te geven,… Het is jouw opdracht om dit op zo een manier te
doen dat je het omschrijft alsof het aan iemand is die er niets over weet. Het is altijd goed om iets eerst
te omschrijven en er vervolgens een concreet voorbeeld bij te geven op je examen. Doe dit voor de
volgende begrippen en citaten:
Begip/citaat Antwoord/ toelichting
Dit heeft betrekking op Mead’s optimistische visie waarbij hij ervan uitgaat dat
socialiteit eigenlijk nieuwigheid is. Hij ziet socialiteit als de capaciteit om
‘Socialiteit als verschillende dingen tegelijkertijd te zijn waarbij het sociale een ander woord is
nieuwigheid’ (Mead) voor het nieuwe. Mead gelooft dat er door de interactie (= socialiteit) van twee
systemen nieuwe dingen ontstaan. Vb: ontmoeting tussen hemellichaam aarde
(systeem 1) en meteoriet in de ruimte die normaal op aarde zou knallen
(systeem 2). Door interactie ontstaat er verandering. Deze denkwijze kunnen we
ook toepassen op het sociaal handelen als verinwendigen van het andere (onze
interactie met andere sociale wezens)
Dit is een uitspraak gedaan door Weber toen hij de onbedoelde evolutie van het
protestantisme naar het kapitalisme omschreef. Hierbij heeft hij de link gelegd
van Luthor tot Franklin en hoe men in verschillende tussenstappen onbedoeld
een kapitalistische maatschappij gestart heeft waar we niet meer uit geraken.
Het woord Puritein verwijst voornamelijk naar Luthor en Calvin. Die beiden
‘Puriteinen wouden geloofden dat men moest werken vertrekkende vanuit het geloof. De term
een beroepsmens “beroepsmens” is gebaseerd op Luthor’s overtuiging dat de mens een beroep
zijn, wij moeten dat moest uitvoeren met als doel religieuze zin te krijgen. Het beroep werd gezien
zijn’ (Weber) als een roeping waar God de mens in plaatste.
Calvijn en het Calvinisme ging vervolgens uit van een predestinatie. Hier ging
men er van uit dat je lot al vastligt en dat je geen invloed had over het al dan niet
in de hemel terechtkomen. Wel geloofde men dat God je signalen over je
toekomst ging geven. Iemand die hard werkte, weinig tegenslag kende en zich
niet liet verleiden tot luiheid en andere geneugden van het leven werd aanzien
als iemand die in de hemel terecht zou komen. Hierdoor werkten mensen hard,
niet om rijk te worden maar om te tonen dat ze voorbestemd waren in de hemel
te komen. De verworven rijkdom mocht niet gebruikt worden.
Het was Baxter die geloofde dat rijkdom een doel moest zijn voor gelovigen,
maar niet met als doel deze rijkdom te gebruiken, maar te herinvesteren. Wesley
daarentegen zij dat het hoogste doel het vergaren van rijkdom was om geldzucht
te voorkomen.
Uiteindelijk was het Franklin die het kapitalisme voltrekt door te zeggen dat elk
moment dat er geen geld verdient werd een verloren moment was. Op deze
manier zijn we onbedoeld tot een kapitalistische maatschappij gekomen waar
we volgens Weber niet meer uitgeraken en die zwaar weegt.
, Binnen het positivisme gaat men er van uit dat men zich moet bezighouden met
de realiteit, dus datgene dat werkelijk is en datgene dat je kan vatten. Ook moet
kennis bijdragen tot de permanente verbetering van de bestaansvoorwaarden
‘Positieve kennis is van de mens. Nuttig heeft betrekking op inzichten en kennis ten voordele van de
altijd nuttig’ (Comte) samenleving. Wat precies ‘nuttig’ is ontwijkt Comte en hij doet alsof het vanzelf
spreekt. Hij gaat er van uit dat er inzichten ontworpen worden en dat later wel
zal blijken of deze nuttig zijn en gebruikt kunnen worden.
De ruil-en gebruikswaarde hebben betrekking op waren binnen het kapitalisme
omschreven door Marx. Een waar is iets dat menselijke behoeften bevredigd en
we kunnen hierin een onderscheid maken. GEBRUIKSWAARDE: een waar dat een
Ruilwaarde en behoefte bevredigd bij gebruik. RUILWAARDE: verschijnsel dat je sommige
gebruikswaarde van waren niet zelf gebruikt maar ze ruilt. Bij ruil wordt een waar ingeruild voor een
geld (Marx) ander waar. Geld wordt gezien als het ultieme ruilwaar en heeft ruilen
makkelijker gemaakt. Soms worden waren ingeruild voor geld en wordt geld
gebruikt om andere waren te kopen, maar binnen een kapitalistische
samenleving wordt geld gebruikt om een waar te kopen en wordt dit waar
opnieuw verkocht om meer geld te verdienen. Dit proces blijft zich herhalen
waardoor er kapitaal ontstaat.
Mechanische solidariteit is een term gebruikt door Durkheim bij het omschrijven
van wat hij de “conscienc collective” noemt. Dit is Het geheel van
geloofsovertuigingen en sentimenten die de gemiddelde leden van een enkele
Mechanische maatschappij gemeen hebben en die een bepaald systeem vormen met een
solidariteit eigen leven. Niet iedereen onder ons ervaart dezelfde manier van iets wel het
(Durkheim) idee dat een gemiddeld lid van een gemeenschap iets op een bepaalde manier
ervaart. Durkheim ziet twee soorten samenlevingen: de segmentaire
maatschappij en de maatschappij met arbeidsdeling. Mechanische solidariteit is
een onderdeel van de segmentaire maatschappij en gaat er over dat alle
verschillende onderdelen op elkaar lijken. Solidariteit bestaat eruit dat men
elkaar helpt omdat men op elkaar lijkt
Door maatschappelijk noodzakelijke arbeid gaat men kijken naar de gemiddelde
tijd die men nodig heeft om een bepaald product te maken en maakt men geen
Abstracte arbeid onderscheid meer tussen handarbeid of hoofdarbeid (wat concrete arbeid is)
(Marx) maar gewoon naar het aantal uur ongeacht het soort arbeid. Men maakt
concrete arbeid dus abstract. de abstracte arbeid is een statistische variabele die
verandert met de schommelingen van de gemiddelde productiviteit, de
maatschappelijk noodzakelijke arbeidstijd.
Durkheim gaat er van uit dat de mens een duaal wezen is dat bestaat uit twee
lagen: Het egoïstische individu dat puur biologisch bepaald is en het morele
Homo duplex individu dat tot stand komt door maatschappelijke invloeden deze twee lagen
(Durkheim) staan in een constante strijd tegen elkaar. Het egoïstische individu heeft
bepaalde noden en verlangens die hij wil vervullen, maar dit kan in strijd zijn met
de normen en waarden die heersen in de maatschappij. Je bent pas een moreel
wezen als je een deel bent van de maatschappij.
Het geheel van geloofsovertuigingen en sentimenten die de gemiddelde leden
Conscience van een enkele maatschappij gemeen hebben en die een bepaald systeem
collective vormen met een eigen leven. Niet iedereen onder ons ervaart dezelfde manier
(Durkheim) van iets wel het idee dat een gemiddeld lid van een gemeenschap iets op een
bepaalde manier ervaart Gemiddeld lid = statistisch bekijken hoe mensen zich
gedragen/ vragen beantwoorden en daarin het gemiddelde zoeken
gemiddelde bestaat buiten een persoon
, Mechanische solidariteit = Solidariteit die Durkheim verbindt met segmentaire
Organische samenlevingen met vastliggende standen, normen en waarden. Solidariteit
solidariteit/mechanis bestaat eruit dat men elkaar helpt omdat men op elkaar lijkt
che solidariteit Organische solidariteit = Solidariteit die Durkheim verbindt met samenleving
(Durkheim) waar arbeidsdeling plaatsvindt. vergelijking met lichaam met organen die
werken omdat ze allemaal werken. In een samenleving heb je elkaar nodig om te
overleven
Durkheim heeft het over een functionele en causale verklaring bij het proberen
verklaren van arbeidsdeling in een maatschappij. Een samenleving heeft neiging
Functionele en om te groeien, dus er is sprake van bevolkingstoename. Deze
causale verklaring bevolkingstoename veroorzaakt (soms) arbeidsdeling met specialisering (=
(Durkheim) causale relatie). Dit houdt de functioneel de bevolking op peil waardoor er een
functionele terugkoppeling is: Door arbeidsdeling meer bevolkingsgroei
meer arbeidsdeling …
Term gebruikt door Schleiermacher voor het feit dat men om iets echt te
begrijpen, te verstehen, men de ruimere context rond een bepaalde tekst
Hermeneutische bijvoorbeeld moet kennen. Maar om een deel van een geheel te kennen moet je
cirkel (Weber; dus het hele geheel kennen wat niet mogelijk is en om een geheel te kennen
Schleiermacher) moet je elk deel van het geheel kennen. Dit is niet oplosbaar: je kan geen
fundament van interpretatie leggen waar je begint. Je weet nooit of je iets
volledig begrepen hebt omdat het afhangt van je eigen interpretatie
Opvatting dat de geschiedenis van het menselijk handelen wordt bepaald door
de stand van de zaken in de materiële reproductie, dus door de economie. Dit
Historisch doe je door de onderbouw van de samenleving te veranderen. De onderbouw
materialisme (Marx) bestaat uit de economie, technologie en economische productieverhoudingen.
De bovenbouw die afhankelijk is van de economie gaat dan automatisch ook
veranderen, deze bestaat uit recht, religie, politiek, cultuur en
kunst. (Cf. scheepsbouw waarbij onderbouw = schip doen drijven en bovenbouw
= bezigheden voor passagiers)
Comte en Saint-simon hebben de grondslag voor het positivisme gelegd.
Positivisme is nog anders dan neopositivisme, het zijn niet gewoon volgelingen.
Neopositivisme Neopositivisten zetten zich af tegen de religie van Comte. Ze zijn van mening dat
(Comte; Saint- het zoeken naar feiten een taal nodig heeft en neopositivisten gaan naar die taal
Simon) op zoek. Kennis moeten feiten zijn maw: feiten omzetten in kennis en dus
omzetten in taal. Je moet een soort overeenstemming vinden tussen feiten in de
wereld en uitspraken in de taal zinnen vinden die letterlijk een weerspiegeling
zijn van het feit = atomaire feiten
Binnen dit idee van de politiek bestaat het bestuur uit wetenschappers. Niet de
stem van het volk maar de stem van de wetenschap, kunst en industrie
weerklinkt hier. Om samenleving te sturen door kennis, moet er in het
parlement wetenschappers opgenomen worden. Dit gebeurt in de vorm van een
Politiek als 3delig stelsel.
wetenschap van In eerste kamer: wetenschappers die uitvindingen/voorstellen doen en ideeën
productie (SS en lanceren
Comte) In tweede kamer: toetsingskamer, voorstellen toetsen op haalbaarheid
Derde kamer: industriëlen die de voorstellen moeten uitvoeren
Politiek als toegepaste wetenschap – sciëntocratie = mix van verschillende
groepen die politiek besturen want ook gewone volk mocht rechtstreeks ideeën
opwerpen, ze hadden dus inspraak Politiek op basis van wetenschap
, Dit zijn twee van de 4 handelingstypes die Weber formuleerde in zijn visie van
sociologie als handelingswetenschap. Handelen kan gezien worden als een
ladder van weinig naar meer subjectief handelen. Hoe hoger op de ladder hoe
meer een socioloog het kan voorspellen en begrijpen.
Traditioneel handelen en gewoontes: traditioneel handelen is iets doen omdat
Waarderationeel men dat altijd zo gedaan heeft zonder erbij na te denken volgens Weber. Er is
handelen vs geen extra motivatie nodig, het is een manier van leven dat zich automatisch
doelrationeel voltrekt zonder over na te denken = troebele ondergrens van sociologie. Traditie
(Weber) wil in deze context gedachteloosheid betekenen.
Affectief (emotioneel) handelen: Handelen vanuit de ervaren emoties. Dit is
volgens Weber niet echt sociologisch wetenschappelijk te verklaren. Er is geen
rationele achtergrond
Waarderationeel handelen: gedrag dat is gebaseerd op een bepaalde
waardekeuzes. Mensen kiezen een bepaalde richting op basis van wat zij
belangrijk vinden. Traditioneel handelen ≠ waardehandelen omdat erbij
waarderationeel handelen nagedacht wordt. Er is een soort kracht (=waarde) dat
je vooruitduwt bij het maken van keuzes.
Doelrationeel handelen: Handelen dat je voor 100% kan begrijpen en
voorspellen. Als je het doel begrijpt kan je ook begrijpen waarom die persoon
dat doet.
Je hecht een bepaalde waarde aan een waar dat de eigenlijke waarde van het
waar overstijgt. Het krijgt een Godachtig karakter dat mensen hun leven stuurt.
Waren worden gebruikt als ruil-en betaalmiddel. Je kan deze waren inruilen/
Fetisjkarakter van de gebruiken voor wat je wil. Marx vertrekt vanuit een ladder van abstractie van
waar (Marx) bepaalde waarden. We zijn in een situatie gekomen waarin bepaalde
maatschappelijke relaties niet meer gekend zijn achter bepaalde waren. Dit
betekent dat de waarde van een goed als een goddelijk iets wordt beschouw los
van het hele proces dat erachter zit, we zien het menselijke achterwaren niet
meer.
De termen gebaar en symbool worden gebruikt binnen Mead’s verklaring over
hoe de menselijke geest tot stand komt. Hierbij benadert hij de term “gebaar”
vanuit het idee dat Twee wezens proberen te communiceren die niet over taal
beschikken en op fysieke manier aantonen wat ze willen dat er gebeurt. Iedere
handeling dat gemaakt wordt bestaat uit een aantal deelhandelingen/
sequenties. Een gebaar = ‘Een onderdeel van een opeenvolging van
Gebaar en symbool handelingssequenties dat de betekenis krijgt van de hele handeling. Een gebaar
(Mead) wordt pas een symbool als het gebaar dezelfde respons opwekt bij A die het
gebaar maakt, als bij B tot wie het gebaar is gericht. Dit is enkel gelukt bij de
mens omwille van evolutie door het gebruik kunnen maken van vocale geluiden.
Dit stelt ons in staat om de rol/ houding van de ander in te nemen menselijk
vermogen tot internalisatie = taking the attitude of the other. Op die manier
komen we tot het leren van nieuwe dingen die we ook weer verinwendigen.
, Open vragen
Open vragen zijn vragen die je altijd zo volledig mogelijk dient te beantwoorden, alles dat relevant is
met betrekking tot de vraag dien je te omschrijven. Ook bij open vragen kan je best de belangrijkste
termen kort omschrijven. Ook dit doe je weer aan de hand van begrijpbare taal. Beantwoord de
volgende vragen zo volledig mogelijk.
Vraag Antwoord
Wat is het verschil tss sacraliteit en A) profaan versus sacraal
profaniteit volgens Durkheim? Wat is de
oorsprong van dit verschil dat in alle Profaan = term die wereldlijk betekent in de tegengestelde
samenlevingen voorkomt volgens betekenis van geestelijk of sacraal
Durkheim? Sacraal = er is geen enkel inhoudelijk onderscheidend
kenmerk dat iets sacraal benoemt. Alles kan sacraal zijn
A) Hoe definieert Durkheim de (boeken, namen, tijdstippen,….), maar het is iets krachtig
verhouding tussen ‘sacraliteit’ en dat we nodig hebben
‘profaniteit’?
Sacrale bestaat maar in het onderscheidt met het profane
B) Waar komt de splitsing tussen een enkel het onderscheid bepaald wat het sacrale is. Wat
‘sacrale wereld’ en een ‘profane sacraal/ profaan precies is blijft ongedefinieerd. Het ene
wereld’, die je volgens Durkheim in staat ook niet boven het ander
alle maatschappijen aantreft,
eigenlijk vandaar? B) splitsing tussen sacrale en profane wereld
Onderscheid tussen bovennatuur en natuur is een westerse
uitvinding als neveneffect van het ontstaan van de
wetenschap. in oude religies is er geen echt onderscheid.
Definitie religie: Geheel van geloofsopvattingen (over het
sacrale) en praktijken (t.o.v. sacrale) dat leden van een
samenleving in één grote morele gemeenschap verenigt’
alles dat verhouding tussen sacraal en profaan probeert
vorm te geven (rituelen, geloofsopvattingen en offers =
doden)
Als we denken aan de ‘donkere A) Wat bedoelt Marx met de bewering dat 'de
middeleeuwen’ dan was er duidelijk een persoonlijke verhoudingen' in de middeleeuwen nog
uitgesproken verschil tss de persoonlijke duidelijk aan het licht komen?
en maatschappelijke verhoudingen
(Weber). Waarom in de burgerlijke Karl Marx had een kritische kijk op de middeleeuwse
stand? Wat met de burgerlijke stand? maatschappij en de relatie tussen individuen. In de
“Hoe je ook denkt over de ‘donkere middeleeuwen, vooral in het feodale systeem, waren de
Europese middeleeuwen’, de maatschappelijke verhoudingen gebaseerd op persoonlijke
maatschappelijke verhoudingen die banden en hiërarchieën. Het persoonlijke contact tussen
personen tegenover mekaar innemen in heer en vazal, bijvoorbeeld, speelde een cruciale rol in de
hun arbeid komen in ieder geval als hun organisatie van arbeid en maatschappelijke relaties. Marx
eigen persoonlijke verhoudingen suggereert dat in deze periode de individuele interacties
tevoorschijn.” tussen mensen in hun arbeidsrelaties duidelijk zichtbaar
waren. Er was een directe persoonlijke afhankelijkheid
A) A) Wat bedoelt Marx met de bewering dat tussen de heersende klasse en degenen die aan hen
‘de persoonlijke verhoudingen’ in de dienden.
middeleeuwen nog duidelijk aan het licht
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller willemfrankie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.45. You're not tied to anything after your purchase.