Goede samenvatting/lesnotities + examentips deel geschiedenis Architectuur in Context B
59 views 1 purchase
Course
Barg31 Architectuur in context B (BAR31)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Dit document is een samenvatting van alle lessen geschiedenis voor architectuur in context B gegeven in het 2e jaar architectuur voor Gent en Brussel.
De tekst bevat een duidelijk schematische weergave, opmerkingen uit de les en belangrijke onderdelen zijn aangeduid (ook examenvragentips van de d...
Architectuur in context B Les 1 26/10/2023
Examenvorm:
- Architectuurgeschiedenis gesloten boek
- Geschiedenis van stedenbouw openboek (geen kopies van de boeken!)
Examenvragen voorbeelden:
- Je krijgt een bepaald gebouw (afbeelding), vanaf die afbeelding leg je uit wat de materiële expressie
en intellectuele expressie ervan is.
- Geef grafisch de kenmerken van dit gebouw weer.
Voorbereiding seminarie les:
- Je neemt de tekst door van je gekozen seminarie, en beantwoordt de vragen van die seminarieles. Je
maakt er een schema van, van je gekozen les (A4 horizontaal!), het schema moet goed afleesbaar
zijn.
A. Architectuurgeschiedenis IN WELKE STIJL MOETEN WE BOUWEN?
Het architectuurdiscours op het einde van de 19e eeuw.
- Er zijn 3 omwentelingen in de 19e eeuw:
1) Politieke revolutie
Einde Ancien Regime, exit van de adel, opkomst burgerij (ze halen macht uit geld, niet meer
uit grond)
3) Socio-culturele revolutie
Klimaat van Verlichting: secularisering, verwetenschappelijking van de wereld.
➢ Er is een snelle evolutie aan de gang twee tegenstrijdige gevoelens, 2 metaforen:
o Fascinatie, optimisme: de wereldtentoonstelling
o Angst en nostalgie: het burgerlijk interieur
- Wereldtentoonstellingen:
Londen (1851, Chrystal palace) en Parijs (1889, palais des machines),
tonen dat oorlog niet de enige manier is om macht uit te stralen,
maar ook cultuur en architectuur hier een teken van kunnen zijn
propaganda natie). Ze zijn een positieve vorm van interpretatie over
macht.
o Spektakel vermaak en onderricht
Vooruitgang werd getoond in zijn meest spectaculaire vorm, de beschaving en menselijk
vernuft werd gevierd
o Concurrentie tussen industriële naties (slagveld van techniek en consumptie)
o Publiek wordt wereldreiziger
Het is een veilige ontdekkingstocht, fascinatie voor exotisme (luxe voor reizen en cultuur te
ontdekken)
- Het burgerlijk interieur
Dit is de veilige cocon, baken in een snel veranderende wereld (snelle en constante dynamiek van
tijdsgeest), het is een nostalgisch, privaat intiem museum. Beschermende cocon voor het individu.
Heeft eerder een negatieve interpretatie t.o.v. de snel veranderende samenleving.
Les 1 1
, - Nieuwe condities
o Nieuwe opdrachtgevers en programma’s
Zaken worden geïntroduceerd zoals:
▪ Industrie & transport
▪ Toerisme
▪ Opkomst gecentraliseerde natiestaat
▪ Burgerlijke cultuur en consumptie
▪ Hygiëne en discipline
▪ Bouwtechnische evolutie en materialen (gietijzer, staal, vlak glas en beton)
o Welke architectuurstijl moeten we nu bouwen? Dit is een typisch 19e -eeuwse vraag.
Hübsch Heinrich schrijft hier een boek over (1828), in welke stijl moeten we bouwen? Door
de snel veranderde condities is er nood aan nieuwe architectuur, maar welke architectuur
dan? Men zit nu in de knoop van een eigen tijdsgeest te willen uitdrukken, hoe vinden we
deze stijl uit?
Er worden verschillende houdingen aangenomen in de 19e eeuw, verschillende invalshoeken:
▪ Eclecticisme: verschillende stijlen samen uit verleden
▪ Histori(ci)sme: geschiedenis is een deel geweest, en blijft continu aanwezig in
architectuur
▪ Exotisme: geeft een sfeer van de mogelijkheid om te reizen en representeert rijkdom
▪ Arts & crafts movement: ambacht en het unieke
▪ Modernisme: geen ornament, functionaliteit staat centraal
De school ‘ecole des Beaux-arts’ is dominant in deze periode
- De Beaux-arts traditie in architectuur
Kunsthistorische benadering en archeologische benadering, antieke bouwkunst als referentiepunt.
Ontwerp is een academische oefening,
o Monumentale ontwerpopgaves voor publieke gebouwen
o Principe ‘compositie’: is letterlijk bij elkaar brengen van ruimtes en vormen volgens een
bepaalde hiërarchie.
o Prix de Rome: beurs om naar Rome te gaan voor de laureaat (bekroonde ontwerper) van dat
jaar
▪ Charles Garnier, opera te Parijs (1857-1874)
PLAN!!
Het is monumentaal en bombastisch,
onderliggende hiërarchie.
Symmetrisch: lange en korte symmetrieas,
lange symmetrieas is primair, korte
symmetrieas is secundair, kruispunt
symmetrieas, de zaal voor publiek, belangrijk
punt. 1/3e van het gebouw is gegeven aan
circulatie, de sociale functie van het gebouw
(wat nog belangrijker is dan de opera zelf).
▪ McKim, Mead & White, Penn station te New York (1910)
Is gebaseerd op de thermen van Diocletianes
o Historicisme in België, de Neo-Gotiek
▪ De historische fictie: nostalgie naar middeleeuwen
Middeleeuwen was een prominent hoogtepunt voor onze regio, dit moment zijn waarde
bewaren en teruggrijpen
▪ Ideologisch programma: Vlaamse identiteit, katholieke waarden herstellen
▪ Grote bloei Vlaanderen: St-Lucasscholen
Les 1 2
, o Eclecticisme
▪ Encyclopedische houding t.o.v. verdelen
▪ Heden= culminatie van het verleden, samenkomst
▪ Creativiteit gelijkaardig aan vindingrijkheid (kennis en kunde, verfijning)
• Koninklijke Sint-marie te Schaarbeek (1844-
1902)
Gebaseerd op pantheon Rome, groot raam is
opmerkelijk. Dit raam is mogelijk door
gebruik van nieuwe materialen (staal, is licht).
Niet mogelijk door enkel beton, zoals in het
pantheon.
• Centraal station te Antwerpen (1905)
Trap is knipoog naar Michelangelo, een kopie ervan bestaat in station te
Luzern
o Exotisme
Het verre en vreemde
▪ Persoonlijke interpretaties van andere culturen
▪ Invloed kwam van fotografische voorstellingen en wereldtentoonstellingen
▪ Het importeren van exotische elementen:
• Architect nooit in China of Japan gewest, maar ontwerp wel gebaseerd op
fotografie van daar. Toont aan dat architecturale en theoretische correctheid
niet zo belangrijk was.
o Arts & Crafts movement (lokale tradities)
▪ Lokale materialen en ambacht, vanuit daar ontstaat alles
▪ John Ruskin, The seven Lamps of Architecture (1849)
Focus op de eenvoud, ambacht eb traditie, schoonheid ontstaat uit natuur en
creativiteit van de mens
Streven naar harmonie staat centraal, een morele dimensie van esthetiek bereiken.
o Modernisme
▪ Hegeliaanse interpretatie van geschiedenis: dialectische evolutie van de cultuur,
d.w.z. Sprongsgewijs, actie-reactie, vooruitgang en evolutie. Concept van zeitgeist
(tijdsgeest), expressie in de kunst.
▪ Tijdsgeest van de 19e eeuw = moderniteit
Modern = hedendaags, dus een breuk met het verleden, wat betekent modernistisch
dan? Dit is kunst en architectuur met het ‘nieuwe’ radicaal als uitgangspunt.
▪ Hoe hedendaags cultuur creëren, en passende vormentaal vinden?
Processen als inspiratie ipv vormen
▪ 2 strekkingen:
• Frans rationalisme
Eugene Viollet-le-Duc, focus op functie en programma als sturende factor.
o Boek: Entretiens sur l’architecture (1863-72), architectuurvormen
afleiden uit zijn functie en materiaal (programma en constructie).
Eerlijkheid en transparantie is belangrijk, zuiverheid in oprechtheid
in ontwerp tonen.
o Toepassing: Auguste Choisy, focust op constructieve rationaliteit
i.p.v. geniale individuen.
Les 1 3
, • Duits idealisme
Gottfried Semper, focus op context als bepalende factor.
o Die vier elemente der baukunst (1851), opzoek naar fundamentele
constanten zoals de evolutietheorie van Darwin. We kijken naar de
volgende fundamenten op deze manier:
Fundering is basis, dak is bescherming, wanden zijn afscheiding,
haard is een centrum (sociaal)
o Evolutie geeft context voor klimaat, cultuur en locatie
- Zijn ingenieurs ‘herauten’ van de moderniteit? (Een overbrenger, aankondiger van iets nieuws)
o Ze hadden pragmatische houding: gebaseerd op feiten, nut en bruikbaarheid, economie,
rationeel nadenkend en snelheid in hun achterhoofd —> bevorderlijk voor de samenleving
o Ze introduceerde het gebruik van nieuwe materialen: gietijzer, staal en glas. Architectuur
krijgt ingenieurs-esthetiek, bijvoorbeeld:
▪ Gustave Eiffel, Eiffeltoren (1887) en Pont du Garabit (1884)
Les 1 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studeermaatje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.72. You're not tied to anything after your purchase.