Hoofdstuk 6: Betrouwbaarheid
Theoretische uitgangspunten
6.1.1 herhaalbaarheid van de metingen
Betrouwbaarheid =
standvastigheid van de meting.
Een test is herhaalbaar
Voorwaarden:
- Identieke omstandigheden
(omgeving, …)
- Geen relevante
veranderingen in persoon
zelf
Standaardisatie
Vb. IQ test: als je deze 2x zou
afnemen , moeten de resultaten hetzelfde zijn, enkel dan is test
betrouwbaar
Betrouwbaarheid inschatten
Het is onmogelijk om een 100% betrouwbare test te hebben
gebruik van KTT (Klassieke Test Theorie)
Gebruik: betrouwbaarheid test bepalen
Doel: betrouwbaarheid begrijpen & verbeteren
In een test zullen er ALTIJD meetfouten zijn
KTT kijkt wat impact is en hoe groot deze meetfouten zijn :
- Systematische meetfouten = MF binnen de test zelf zeggen
iets over test zelf : test heeft impact op resultaat (vb. vage
instructies, onduidelijke vragen,…)
Hoe meer SMF , hoe lager de betrouwbaarheid vd test
Fouten kunnen eruit gehaald worden betrouwbaarheid
- Onsystematische/ toevallige meetfouten = MF buiten de test
(vb. testleider die instructies niet goed kent, lawaai in omgeving)
Het betrouwbaarheidscijfer doet uitspraken over psychometrische
eigenschappen v test op zich en zegt iets over de SMF NIET vd
omgevingsfactoren (OMF)
1
, De klassieke testtheorie
KTT helpt gedrag voorspellen, rekening houdend met MF
Feitelijke score (Xij) opgebouwd uit:
• Systematische ware/betrouwbare score (Ti);
• Toevallige meetfouten (Eij).
Xij = Ti + Eij
- Feitelijke score: geobserveerde testscore persoon i op moment j
ruwe score wordt omgezet in schaalscore
- Ti: de ware uitslag / true score
! SMF zitten mee in Ti, want zijn eigen aan test, niet cliënt
- Eij : de toevallige meetfouten van de persoon op moment j
Vb. KTT : thermometer
Zicht op grootte v toevallige meetfouten
Gem.-score = 24 => betrouwbaarheid score = 24
Standaardmeetfout / SD = 5
24 – 5 = 19 en 24 + 5 = 29 score cliënt ligt ergens hiertussen
2
Theoretische uitgangspunten
6.1.1 herhaalbaarheid van de metingen
Betrouwbaarheid =
standvastigheid van de meting.
Een test is herhaalbaar
Voorwaarden:
- Identieke omstandigheden
(omgeving, …)
- Geen relevante
veranderingen in persoon
zelf
Standaardisatie
Vb. IQ test: als je deze 2x zou
afnemen , moeten de resultaten hetzelfde zijn, enkel dan is test
betrouwbaar
Betrouwbaarheid inschatten
Het is onmogelijk om een 100% betrouwbare test te hebben
gebruik van KTT (Klassieke Test Theorie)
Gebruik: betrouwbaarheid test bepalen
Doel: betrouwbaarheid begrijpen & verbeteren
In een test zullen er ALTIJD meetfouten zijn
KTT kijkt wat impact is en hoe groot deze meetfouten zijn :
- Systematische meetfouten = MF binnen de test zelf zeggen
iets over test zelf : test heeft impact op resultaat (vb. vage
instructies, onduidelijke vragen,…)
Hoe meer SMF , hoe lager de betrouwbaarheid vd test
Fouten kunnen eruit gehaald worden betrouwbaarheid
- Onsystematische/ toevallige meetfouten = MF buiten de test
(vb. testleider die instructies niet goed kent, lawaai in omgeving)
Het betrouwbaarheidscijfer doet uitspraken over psychometrische
eigenschappen v test op zich en zegt iets over de SMF NIET vd
omgevingsfactoren (OMF)
1
, De klassieke testtheorie
KTT helpt gedrag voorspellen, rekening houdend met MF
Feitelijke score (Xij) opgebouwd uit:
• Systematische ware/betrouwbare score (Ti);
• Toevallige meetfouten (Eij).
Xij = Ti + Eij
- Feitelijke score: geobserveerde testscore persoon i op moment j
ruwe score wordt omgezet in schaalscore
- Ti: de ware uitslag / true score
! SMF zitten mee in Ti, want zijn eigen aan test, niet cliënt
- Eij : de toevallige meetfouten van de persoon op moment j
Vb. KTT : thermometer
Zicht op grootte v toevallige meetfouten
Gem.-score = 24 => betrouwbaarheid score = 24
Standaardmeetfout / SD = 5
24 – 5 = 19 en 24 + 5 = 29 score cliënt ligt ergens hiertussen
2