100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Moleculaire celbiologie KUL 1ste BACH $22.12   Add to cart

Summary

Samenvatting - Moleculaire celbiologie KUL 1ste BACH

 102 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting Moleculaire celbiologie. Alle hoofdstukken uitgebreid besproken, handig bij onduidelijkheid over een onderwerp en uitgelegd door een medestudent. Het vak wordt gegeven in het 2de semester van het 1ste bachelorjaar Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie op KU Leuven.

Preview 10 out of 313  pages

  • January 17, 2024
  • 313
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Inhoudsopgave
H1: Introductie tot cellen ........................................................................................................................ 2
H2: Chemische componenten van de cel ................................................................................................ 6
H3: Energie, katalyse en biosynthese .................................................................................................... 14
H4: De structuur en functie van eiwitten .............................................................................................. 21
H5: DNA en chromosomen .................................................................................................................... 43
H6: DNA replicatie ................................................................................................................................. 54
H7: Van DNA tot proteïne ..................................................................................................................... 64
H8: Regeling van genexpressie .............................................................................................................. 78
H9: Hoe genen en genomen evolueren ................................................................................................ 96
H11: Het belang van cellulaire membranen ........................................................................................ 115
H12: Principes van membraantransport ............................................................................................. 137
H13: Hoe kunnen cellen energie halen uit voedsel? ........................................................................... 179
H14: Mitochondriën en oxidatieve fosforylering ................................................................................ 203
H15: Intracellulaire compartimenten en transport ............................................................................. 213
H16: celcommunicatie ......................................................................................................................... 230
H17: Het cytoskelet ............................................................................................................................. 247
H18: Overzicht van de celcyclus .......................................................................................................... 267
H19: De voordelen van sexs ................................................................................................................ 287
H20: De extracellulaire matrix en bindweefsels ................................................................................. 299

,H1: Introductie tot cellen
Cytologie: beschrijving van celstructuur en organellen

Biochemie: chemie van de cel, metabolisme, signaaltransductie..

Genetica: erfelijke informatie (DNA)

Leven  niet levende materie
- Alle ‘levende’ organismen
 bestaan uit 1 of meerdere celle

- Cel
 basisstructuur van leven
 ontstaan uit andere cellen

- voorwaarde leven
 als het zichzelf kan voortplanten
 geen gastheer nodig

Basisstructuur
Cel ➔ weefsel ➔ organen

- onstaan diversiteit in levende wezens

Evolutie van microscopen
1. lichtmicroscoop
- niet te zien met blote oog

2. fluorescentie microscoop
- Obv lichtmicroscoop heeft men fluorescentie microscoop gemaakt
 Licht word door spiegel gefilterd
 Enkel licht van bepaalde golflengtes kan doorgaan

3. Laserstraal
- Afstralen van verschillende beelden en later terug samenvoegen, ontstaan van 3D beeld
 Nog meer details in 3D

4. Confocale microscoop
- Overlapping van kleuren

5. elektronen microsoop
- Transmissie elektronen microsoop
 Gebruik maken van elektronen om licht zichtbaar te maken

- Scanning elektronen microscoop
 Opp scannen

,Basis – chemie
- Levende cellen hebben dezelfde basis – chemie

Elk levend organisme bevat DNA

DNA word verdubbeld

DNA word vertaald naar RNA (= transcriptie)

RNA word vertaald naar eiwitten (= translatie)




- Levende cellen kunnen zichzelf reproduceren via een auto-katalytisch proces
 Geen hulp van buitenaf nodig



- Alle levende cellen
 Komen van 1 voorouder – cel
 De genetische informatie = verschillende vorm, functie en gedrag



Prokaryoten  eukaryoten
Prokaryoten

- Bestaat uit:
 Bacterien en archaea

- Meest divers + uitgebreid

- GEEN celorganellen

- DNA = los in plasmamembraam

,Eukaryoten

- WEL celorganellen

- Kern = daar zit DNA

- Dubbele kernmembraan = niet volledig gesloten, bevat kernporien, laten transport toe

- Nucleolus = donker gedeelte

- Als gedeeld is = compact opgeplooid/opgerold = donkere draden



Celorganellen
1. Mitochondrion
- Energiefabriek
- ATP (energie) opslaan
- Celademhaling
- Hebben eigen DNA (stammen wss af van bacterien)



2. Endoplasmatisch reticulum (E.R.)
- Afsplitsen kleine vesikkels



3. Golgi – apparaat
- vesikkels afsplitsen met inhouden die naar andere organellen gaan



4. lysosomen en peroxysomen

- Lysosomen: vuilbak van de cel
- Peroxysomen: verwijderen van vrije zuurstofradicalen

5. Cytosol
- Celinhoud zonder organellen



6. Ribosomen
- Bestaat uit RNA en eiwitten
- Staan in voor translatie = aanmaak eiwitten
- Niet omgeven door membraan
- Ook prokaryoten hebben ribosomen, want zij maken ook eiwitten = zwemmen vrij los in cel
- Bij eukarioten op endoplasmatisch reticulum

,7. Cytoskelet
- Bestaat uit 3 delen:
 Intermediaire filamenten
 Microtubuli
 Actine


- Intermediaire filamenten= kris kras door heel de cel
- Microtubuli= belangrijk bij de celdeling maar altijd aanwezig
- Actine= vooral onder plasmamembraan (heel veel in spiercellen)

,H2: Chemische componenten van de cel
- Atoom:
 Kern (neutronen en protonen)
 wolk (elektronen)

- massagetal
 p+n

- isotopen
 zelfde chemische eigenschappen
 verschillende massa
 gelijk # p
 verschillende # n



- in mensenlichaam zit totaal andere atomen dan in de aarde

• soorten bindingen
- ionen binding
 e afgegeven en opgenomen
 uitwisseling van elektronen

- covalente binding
 e gemeenschappelijk gesteld
 hebben specifieke bindingshoek
 specifieke bindingslengte
 specifieke bindingsenergie
 sterke bindingen

- Polaire bindingen
 Zorgen voor ladingsverdeling
 te wijten aan hoge electronegativiteit van O en N in vergelijking met C en H
 Hoge wateroplosbaarheid!

- 2 polaire moleculen trekken elkaar
 Gaan zwakke niet-covalente binding aan = waterstofbruggen

- Zwakke niet-covalente bindingen
 zorgen voor heel wat interacties tussen moleculen in cellen
 zwakker dan covalente

- 4 types:
 Van der Waals bindingen
 Waterstofbruggen
 Ionische interacties (electrostatische interacties)
 Hydrofobe interacties
➔ Veel zwakke bindingen geeft een sterke binding

, - Sterke covalente bindingen zijn essentieel voor het leven
 Kunnen door UV licht gebroken worden



- Hydrofiele stoffen
 polaire groepen vormen H-bruggen
 als in ionen uit elkaar valt, ionen worden gehydrateerd

- Hydrofobe stoffen
 niet oplosbaar, geen polaire bindingen
 ongeladen

- Amfipatische stoffen
 deels hydrofoob, deels polair/geladen



SAMENVATTING

- chemische moleculen bestaan uit beperkt aantal atomen
 vnl. C, H, O en N

- elektronen op buitenste schil
 bepalen hoe atomen kunnen interageren

- covalente bindingen
 ontstaan omdat e worden gedeeld

- sommige covalente bindingen
 ontstaan door delen van meer dan 1 elektronenpaar

- e in covalente bindingen
 sterker aangetrokken door 1 van de 2 atomen
 vorming polaire binding

- covalente bindingen
 sterke bindingen
 overleven condities in levende cellen

- ionische bindingen (niet – covalent)
 gevormd door opnemen/afgeven e

- waterstofbruggen
 niet – covalente bindingen

- sommige polaire bindingen
 vormen zuren of base in water
 krijgen pH

,• kleine moleculen in cel
- moleculen ingedeeld in:
 suikers
 vetzuren
 aminozuren
 nucleotide
➔ vormen bouwsteen van grote polymere molecule

- suikers ➔ polysacharide
- vetzuren ➔ vetten + membranen lipiden
- aminozuren ➔ eiwitten
- nucleotide ➔ nucleïne zuren (DNA en RNA)

- bacterie-cel
 bestaat uit grootste deel uit water
 kleiner deel chemicaliën

• suikers
- belangrijke energiebronnen (glucose)
- enkelvoudige suikers = bouwstenen van polysacharide
- glucose: C₆H₁₂O₆ KENNEN




- Ribose: C5H10O5 HERKENNEN




- Alle suikermoleculen hebben zelfde basisformule
 (CH2O)n

- Suikers worden in 2 grote groepen verdeeld:
O

 Aldose H – C → op uiteinde van keten
O

 Ketose C → in keten

- 3 carbon = Triose
- 5 carbon = Pentose
- 6 carbon = Hexose

,• Isomeren
- Zelfde formule
 MAAR hydroxylgroepen staan in andere positie

- Zijn toch verschillende suikers
 Enzymen die hierop reageren kunnen deze specifieke dingen herkennen
 Verschillend bij omzetting substraat

• Suiker derivaat
- Afgeleide van suikers waar hydroxylgroep vervangen word door andere groep
- Andere groepen gebonden dan hydroxylgroep:
 Aminegroep
 Carboxylgroep

- Suikers gaan aan elkaar gekoppeld worden
 Door covalente bindingen = condensatie reactie (=word water afgesplitst)
 Vormen covalente binding vraagt energie

- Dit kan gehydroliseerd worden (suikers komen terug los)
 Terug toevoegen van water
 Vraagt geen energie = spontane reactie

• Alfa en bèta links
- Hydroxylgroep staat in verschillende oriëntatie
 Bèta = naar boven
 Alfa = naar onder

- Als ze gaan binden
 Worden vastgelegd

• Dissacharide
- Als hydroxylgroep van ene gaat binden met andere
 Maltose = glucose + glucose
 Lactose = glucose + galactose
 Sucrose = glucose + fructose

• Oligosacharide en polysacharide
- Suiker moleculen aan elkaar vormen keten
 Korte keten: oligosacharide
 Lange keten: polysacharide

- Wij gaan reserves aanleggen want we hebben niet al het suiker tegelijk nodig
 Reserve = glycogeen

• Condensatie en hydrolyse
- Condensatie
 Vorming covalente bindingen
 Vraagt energie

- Hydrolyse
 Spitsten met gebruik van water
 Vraagt geen energie

, • Vetzuren
- Bouwstenen van membranen
- Energiebronnen

- Bestaat uit:
1. Hydrofobe staart
 uit C en H
 Niet geladen

2. Hydrofiele kop
 uit carboxylgroep
 Wel geladen

• Fosfolipiden
- Vetzuren = bouwstenen van membranen
 Vetzuur vervangen door fosfaatgroep
 Fosfaatgroep gaat binden aan choline
 Andere gekoppeld aan ander vetzuur

- Membraan
 Bestaat uit fosfolipide dubbellaag
 hydrofiele koppen: aan buitenkant, gericht naar waterige omgeving
 hydrofobe staarten: aan binnenkant, waar water wordt buitengesloten

- steroide
 ringvormig
 cholesterol
 testosteron

- Cholesterol
 Niet wateroplosbaar
 Gaat willen binden met membranen
 Bloedbaan gaat vernauwen

- 2 vormen van cholesterol
 Slechte cholesterol: LDL: low density lipoprotein cholesterol
→ gaat vasthechten in bloedbaan

 Goede cholesterol: HDL = high density lipoprotein cholesterol
→gaat niet aan membranen binden + voorkomen dat slechte vind

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hannelorefonteyn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $22.12. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$22.12  3x  sold
  • (0)
  Add to cart