De indeling van het klierepitheel kan op grond van verschillende kenmerken:
Aantal cellen: meercellige of eencellige klieren. Eencellige klieren zijn geïsoleerd
voorkomende klieren.
Afgifte van de producten: exocriene klieren en endocriene klieren.
Opslagmogelijkheid bij endocriene klieren: opslag of niet opslag.
Endocriene organen: organen die geheel of gedeeltelijk bestaan uit endocriene
klieren. Dit zijn klieren die hun producten aan het bloed afgeven. Endocriene
klieren hebben geen afvoergangen zoals exocriene klieren. De producten die
endocriene klieren afscheiden heten hormonen.
Bijschildklieren: zorgen voor de handhaving van het calciumgehalte in het bloed.
Bijnierschors: produceert alleen wanneer hij daartoe gestimuleerd wordt door de
hypofyse.
De hypofyse
Ligt aan de onderzijde van de hersenen.
Het is gebouwd uit twee componenten: de
neurohypofyse/hypofyseachterkrab en de
adenohypofyse/hypofysevoorkwab.
Neurphypofyse: Produceert zelf geen hormonen, maar geeft oxytocine en
ADH af aan het bloed.
o Oxytocine: wekt baarmoedercontracties op en bevordert het laten
schieten van melk.
o ADH (antidiuretisch hormoon): maakt de wand van de distale
tubulus en de verzamelbuizen in de nier beter doorlaatbaar voor
water. Remt ook de urineproductie. Speelt ook een rol bij
handhaving van de bloeddruk.
Adenohypofyse: verzorgt de productie en afgifte van bepaalde hormonen.
o FSH (follikel stimulerend hormoon): dit hormoon zorgt voor de
rijping van de follikels in het ovarium en bij het mannelijke dier
voor de productie en rijping van zaadcellen.
o LH (Luteïniserend hormoon): zorgt voor de vorming van het gele
lichaam of corpus luteum. Bevordert productie van testosteron bij
mannetjes.
o Prolactine: bevordert de productie van het progesteron door het
gele lichaam. Zorgt ook voor de groei en ontwikkeling van de
melkklieren en de afgifte van melk.
o ACTH (adrenocorticotroop hormoon): bevordert de productie
van de bijnierschorshormonen, zoals aldosteron en cortisol.
o TSH (thyreoïd-strimulerend hormoon): activeert de schildklier
wat betreft de productie en afgifte van het schildklierhormoon.
o STH (somatotrope hormoon): zorgt voor de groei van het
lichaam.
, De schildklier
Ligging: Naast het strottenhoofd, links en rechts.
Werking:
o tot werking gezet onder invloed van het TSH uit de adenohypofyse.
o Het schildklier hormoon bevat jodium en grijpt aan in alle lichaamscellen.
o Belangrijk voor de celstofwisseling.
o Belang bij groei en ontwikkeling van cellen.
Pathologie:
o Bij te geringe werking in de groeiperiode kan dwerggroei ontstaan
o Vergrote schildklier: struma/krop
o Een te sterke werking van schildklier: hyperthyreoïdie (ziekte van
Basedoc) versnelde hartslag, verhoogd lichaamstemperatuur, verhoogd
metabolisme, gewichtsverlies ondanks veel eten.
o Te traag werkende schildklier: hypothyreoïdie verlaagd methabolisme,
lusteloosheid, slecht haarkleed en kouwelijkheid.
Bijschildklieren
Ligging: Achter en boven de schildklier
Werking: calcium- en fosfaatstofwisseling door aanmaak van parathormoon.
Pathologie:
o Te geringe werking: calciumgehalte in het bloed daalt. Bij geen werking
kan tetanie ontstaan: verkramping van de spieren.
o Te grote werking (hyperparathyreoïde): ontkalkingsziekten(osteoporose),
kalk verdwijnt uit het bot, waardoor botten zwak en buigzaam worden.
Pancreas
Ligging: links onder de maag in de lus, die gevormd wordt door de duodenum.
Werking: bestaat uit twee gedeelten, exocriene en endocriene gedeelte.
o Exocriene: produceert verteringsenzymen die uitgescheiden worden in het
duodenu eerste deel van de dunne darm.
o Endocriene: bevat twee soorten cellen die in kleine groepen samen liggen: de α-
en β-cellen in de eilandjes van Langerhans. Ieder der type cellen produceert een
eigen product:
Insuline: gevormd in de β-cellen zorgt voor de omzetting van glucose in
glycogeen en bevordert het verbruik van glucose door lichaamscellen en
dat het suikergehalte in het bloed daalt.
Glucagon: gevormd in de α-cellen zet in de lever glycogeen om in
glucose en remt de opname en het verbruik van glucose in de
lichaamsdelen. Hierdoor wordt het bloedsuikergehalte verhoogd, nodig bij
spieractiviteit en hongeren.
Bijnieren
Ligging: iets voor de nieren.
Werking: het bijniermerg in de bijnier wordt door het autonome zenuwstelsel tot
productie van adrenaline en noradrenaline gezet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Laleah7. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.44. You're not tied to anything after your purchase.