100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aantekeningen deeltentamen 2 Middeleeuwse Geschiedenis (2018) $4.90   Add to cart

Class notes

Aantekeningen deeltentamen 2 Middeleeuwse Geschiedenis (2018)

1 review
 89 views  9 purchases
  • Course
  • Institution

Aantekeningen van de hoorcolleges van Middeleeuwse Geschiedenis aan de Universiteit Leiden voor deeltentamen 2 in het studiejaar 2018. De aantekeningen zijn uitgewerkt aan de hand van de powerpoints.

Preview 3 out of 25  pages

  • May 29, 2018
  • 25
  • 2017/2018
  • Class notes
  • Unknown
  • Voor deeltentamen 2 (dus 7 t/m 12)

1  review

review-writer-avatar

By: vefurth • 6 year ago

avatar-seller
Hoorcollege 1. Religieuze vernieuwing
Misstanden kerk en klooster circa 1050
Geestelijken waren te weinig bezig met religieuze zaken en teveel met wereldlijke zaken
(beheer landgoederen, politieke en administratieve taken). Daarnaast was de geestelijkheid
teveel vervlochten met de aristocratie (Eigenkirche, bemoeienis met de benoemingen van van
de geestelijkheid, toelating novices o.v.v. grote geschenken enz.)

Hervormingen 11e eeuw
Paus Leo IX (1049-1054) en paus Gregorius VII (1073-1085) waren belangrijk voor de
hervormingen van de 11e eeuw.

Met de hervormingen wilde men terug naar de kerk van de vroege middeleeuwen:
1. Herstel ‘vrijheid’ (niet meer afhankelijk van aristocratie)
2. Reiniging van ‘vervuiling’ (vervuiling door aristocratische inmenging en politieke
zaken, terug naar de kerk van religieuze zaken)

Agenda:
1. Lekeninvloed weg bij aanstelling van geestelijken
2. De complete clerus celibatair
3. Kloosterregels streng & zuiver
4. Strijd tegen ketters en ongelovigen

Gevolgen van de grote hervormingen van de 11de en 12de eeuw
1. De invloed van de aristocratie op de Kerk wordt kleiner
2. De macht van de paus wordt groter
3. Klooster en Kerk worden meer gescheiden en kloosters verliezen wereldlijke macht
4. Toenemende devotie onder leken (bijvoorbeeld door bijbelstudie) in de volkstaal


Religieuze vernieuwingen tussen ca. 950-1250
1. Verkiezing, bisschoppen & positie paus
- investituurstrijd; hiërocratie & monarchie
2. Reformatie clerus en kloosterwezen
- nieuwe idealen; nieuwe vormen
3. Nieuwe religieuze idealen
- dichter bij Christus komen
4. Vergroting betrokkenheid leken
- pastorale revolutie

1. Verkiezing, bisschoppen & positie paus
Vóór 1059 werd de paus gekozen door de clerus en het volk van Rome (in de praktijk waren
dit aristocratische families). Na 1059 door de clerus van Rome, een college van kardinalen.
Vanaf 1274 gebeurde deze verkiezingen in conclaaf (in het geheim, zonder ruggespraak met
anderen). De pauskeuze word meer een zaak van de kerk van de wereldlijke macht.

De Kerk wil bovendien van het rijkskerk-systeem af. Dit is de stelselmatige inschakeling van
(Aarts)bisschoppen (en abten) bij het wereldlijke bestuur van het Duitse Rijk door hen te
bekleden met grafelijke macht. Het onvrede van de Kerk over het rijkskerk-systeem was de
aanleiding van de investituurstrijd, de strijd om wie de bisschoppen mag benoemen.

,Investituur= Iemand bekleden met de uiterlijke tekenen van zijn ambtelijke
waardigheid.
Geestelijke investituur= Investituur in een geestelijk ambt (met staf en ring)
Wereldlijke investituur= Investituur in een wereldlijk ambt (met zwaard of scepter)

De paus kon zich niet meer vinden in het feit dat de Duitse koning niet alleen de wereldlijke,
maar ook de geestelijke investituur uitvoerde, want dit betekende in feite dat de koning
bepaalde wie in een hoog kerkelijk ambt ([aarts]bisschop/abt) werd benoemd. Keizer Hendrik
IV van Duitsland en paus Gregorius VII hadden dit conflict. Hendrik IV had een nieuwe
bisschop van Milaan naar voren geschoven, terwijl de paus er zelf al een had aangesteld.
Gregorius VII excommuniceert Hendrik IV (dit betekent dat iemand buiten de kerk wordt
geplaatst en de toegang tot de sacramenten hiermee verliest). De aristocratie steunt de paus en
Hendrik IV reist naar Gregorius om vergiffenis te vragen. Hij moet hiervoor een reis over de
Alpen naar Canossa maken. Aangekomen laat Gregorius VII hem drie dagen knielen voor de
poort van de paus, waarna hij in ere wordt hersteld, dit heet de gang naar Canossa.

1122: Concordaat van Worms
Bij het concordaat van Worm word een overeenkomst gesloten over de investituur. Er
word overeengekomen dat bisschoppen voortaan worden gekozen door de belangrijkste
geestelijken van het bisdom, dit zijn de kanunniken. Daarna voert de paus de geestelijke
investituur uit.
Kanunniken= geestelijken die zijn verbonden aan de kathedraal (dom) van een bisdam.

Als de bisschop ook wereldlijke macht moet krijgen dan mag de keizer de wereldlijke
investituur uitoefenen, maar de geestelijke investituur ligt dus bij de paus.


Groeiende macht van de paus
1. Hiërocratische pretentie uitgesproken
De paus wil ook dominant zijn in de verhouding met de wereldlijke macht. Iedereen was
theocratisch ingesteld (alle macht komt van god), maar er was wel strijd over wie de
macht op aarde had. De pauselijke staat breidde zich uit en het pauselijke hof ging zelf
teksten uitvaardigen waarin de pauselijke macht werd benadrukt. Ook legt hij in deze
teksten nadruk op het feit dat de paus ook de wereldlijke macht droeg.

Gemeenschappelijk= theocratisch (alle gezag afkomstig van God)
Drie varianten m.b.t. hoogste gezag:
1. Caesaropapisme (keizer/koning)
2. Hiërocratie (paus)
3. Dualisme

Instrumenten van de pauselijke hiërocratie:
- Excommunicatie en interdict (= een heel gebeid in één keer excommuniceren);
verkettering
- Paus als leenheer (o.a. van Jan zonder Land)
- Paus kroont keizer
- Heilige oorlog/kruistocht (paus als legeraanvoerder)
- Donatio Constantini (Donatie van Constantijn, paus krijgt zeggeschap over alle
eilanden van Europa (is waarschijnlijk een vervalsing)

, 2. Leiderschap over Kerk in Latijns-Europa versterkt: vestiging Papal Monarchy
Deze versterking van de positie van de paus heet de vestiging van de Pauselijke
Monarchie.

3. Wereldlijke heerschappij over Kerkelijk Staat/pauselijke gebieden versterkt
Binnen de Pauselijke Monarchie komen nieuwe bureaucratische elementen.

2. Reformatie clerus en kloosterwezen
De priesterstand moest zelf ook zuiver worden. Twee zaken stonden daarbij centraal:
seksualiteit en geld. In de praktijk werd het celibaat niet nageleefd en die moest veranderen.
Er kwam ook een verbod op het kopen van kerkelijke ambten. In deze periode is er ook veel
satire op het gedrag van de geestelijkheid.

1123: Eerste Lateranen Concilie
Op dit concilie werd gesteld dat priesters, diakenen en subdiakens niet met vrouwen
(behalve uitzonderingen vastgesteld op het Concilie van Nicea, namelijk moeder, zuster of
tante of een persoon die boven elke verdenking staat) mogen omgaan en dat deze groepen en
ook de monniken niet in het huwelijk mogen treden en bestaande huwelijken worden
ontbonden.

Het kloosterwezen was vervlochten met bestuurlijke taken en dit moest stoppen; monniken
moesten zich weer helemaal afzonderen van de wereld vanaf de late 10e eeuw. Er kwamen
nieuwe bewegingen zoals:
- ca. 950 de abdij van Cluny/Gorze. Deze abdij herstelde de gebeden en het belang van
de liturgie.
- Ca. 1100 Chartreuse. Herstel heremitische (afgezonderd leven) traditie, zeer streng
- Cîteaux: zuivere regel Benedictus; ora et labora; vita apostolica
- Augustijnen/premonstratenzers: reguliere kanunniken, gewone geestelijken die doen
alsof ze een kloosterorde zijn.
- Ca. 1200 Bedelorden: ermoede en vita activa
- Ca. 1200 Verkloostering lekenbewegingen

De nieuwe kloosterorden kregen veel schenkingen en waren heel rijk, waardoor ze ten onder
gingen aan hun eigen succes.

Twee belangrijke bedelorden: Franciscanen en de Dominicanen (leefden niet een klooster,
maar in volstrekte armoede buiten. Ze bedelden en wilden het leven van Christus nadoen).

Leken gaan zich in gemeenschappen organiseren en leven volgens het geloof (wél celibaat,
maar geen afstand van bezittingen. In België heb je hier de Begijnen).

Na 1200 zijn er vijf soorten kloosterlingen in Europa:
1. Monniken= beschouwend leven in afzondering (eerst alleen Benedictijnen, later
komen daar de strengere kartuizers en cisterciënzers bij)
2. Reguliere kanunniken= afwisselend actief en beschouwend leven (leven volgens
Augustinus wijze)
3. Bedelbroeders= actief leven in de steden (bijv. Franciskanen en Dominicanen)
4. Religieuze ridderorden= actief-militant

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anna98. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.90  9x  sold
  • (1)
  Add to cart