100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Staats- en administratief recht - Belangrijkste stukken $6.43   Add to cart

Summary

Samenvatting Staats- en administratief recht - Belangrijkste stukken

 12 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

De uiterste essentie van het vak staats-en administratief recht gegeven door Christophe Baekeland. Een overzichtelijke uitwerking van de delen waarvan de prof aangaf dat ze extra belangrijk waren voor het examen (mogelijke examenvragen). (Het perfecte document om na het leren van dit vak te herha...

[Show more]

Preview 5 out of 34  pages

  • January 21, 2024
  • 34
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Staatsrecht – belangrijke stukken

Inhoudsopgave

Staatsrecht – belangrijke stukken ................................................................................................................... 1
De kwalifica+e als een ‘bestuur’ ........................................................................................................................ 2
Wat is een administra,eve overheid? ........................................................................................................... 2
De 2 verschillende conten,eus !! .................................................................................................................. 4
Verschillen tss gebonden en discre,onaire bevoegdheid!!! ......................................................................... 5
Verschil reglementaire en individuele bestuurshandeling !!!!!! (p. 11) ........................................................ 5
Tweewegenleer !!! (p. 13) ............................................................................................................................. 6
De gevolgen van de kwalifica+e ‘bestuur’.......................................................................................................... 8
Hoorplicht...................................................................................................................................................... 8
Onpar,jdigheid ............................................................................................................................................. 9
Mo,veringsplicht ........................................................................................................................................ 10
Verschil tss ordetermijn en vervaltermijn ................................................................................................... 11
Termijnen die worden opgelegd aan de burger .......................................................................................... 12
Gelijkheidsbeginsel...................................................................................................................................... 12
Rechtszekerheid .......................................................................................................................................... 13
HeeP een bestuurshandeling subjec,eve rechten in het leven geroepen of niet? ..................................... 13
Con,nuïteitsbeginsel ................................................................................................................................... 13
Veranderlijkheidsbeginsel ........................................................................................................................... 13
BenuUgingsgelijkheid ................................................................................................................................. 14
De organisa+e van een bestuur ....................................................................................................................... 15
Centralisa,e................................................................................................................................................. 15
Deconcentra,e ............................................................................................................................................ 15
Decentralisa,e............................................................................................................................................. 15
IVA’s en EVA’s ............................................................................................................................................... 16
Bestuurlijk toezicht ...................................................................................................................................... 17
De interne werking van een bestuur ................................................................................................................ 18
De grondrechten van een ambtenaar !! (p. 48) ........................................................................................... 19
Tuchtrecht ................................................................................................................................................... 20
Verschil tussen een ordemaatregel en een tuchtmaatregel !! (p. 52) ......................................................... 20
Verschil tss openbare en private domeingoederen !! (p. 54) ...................................................................... 21
De externe werking van een bestuur ................................................................................................................ 22
Administra,eve sanc,es ............................................................................................................................. 22
Wat is een GAS-boete? (57)........................................................................................................................ 22
Openbaarheid van bestuur.......................................................................................................................... 24
Gastcollege è Overheidsopdrachten .............................................................................................................. 27
Kleine theorievraag: hoe bereid u zo’n opdracht voor? .............................................................................. 27
Verschillende procedures ............................................................................................................................ 27
Opdrachtdocumenten ................................................................................................................................. 30
De uitslui,ngsgronden !!!!!!! ...................................................................................................................... 30
Selec,e en gunningscriteria !!!! .................................................................................................................. 31
De grondrechten en hun verband met een bestuur.......................................................................................... 32
Klassieke grondrechten ............................................................................................................................... 33




1

,De kwalifica+e als een ‘bestuur’

Wat is een administra.eve overheid?

o Synoniem voor bestuur
o Hee8 hoofdzakelijk betrekking op de uitvoerende macht
o De raad van state is de waakhond vd uitvoerende macht : het begrip administra.eve
overheid bepaalt dus of de Raad van State al dan niet bevoegd is

o Als je wetgevende macht of rechterlijke macht bent, ben je normaal gezien geen
administra.eve overheid (tenzij als het gaat over personeelsaangelegenheden en
overheidsopdrachten)

o WG macht nooit administra.eve OH è fout
o WH macht in de regel geen administra.eve OH è juist


o De defini.e staat niet specifiek in de wet:


o Er staan wel 2 nega.eve criteria in de wet (als je tot die groep behoort is de kans
groot dat je geen administra.eve overheid bent)

1) Voor wat betre8 de wetgevende macht (inclusief de ombudsmannen):
§ Neen, uitgezonderd
(1) overheidsopdrachten en
(2) personeelsaangelegenheden,
(3) de aanwerving, aanwijzing en benoeming in een openbaar ambt en
(4) tuchtsanc.es.

2) Voor wat betre8 de rechterlijke macht (inclusief het Rekenhof, GrondweRelijk Hof,
Raad van State, administra.eve rechtscolleges en de Hoge Raad voor de Jus..e):
§ Neen, uitgezonderd
(1) overheidsopdrachten en
(2) personeelsaangelegenheden,
(3) de aanwerving, aanwijzing en benoeming in een openbaar ambt en
(4) tuchtsanc.es.

o Deze nega.eve criteria worden vaak uitslui.ngscriteria genoemd.




2

,Het is niet omdat een instelling tot de uitvoerende macht behoort, dat zij automa.sch een
administra.eve of bestuurlijke overheid is.

o Verder zijn er ook 4 posi.eve criteria (deze staan niet in het wetboek, maar komen uit
de rechtspraak) Deze werden vooropgesteld door de rechtspraak van het Hof van
Cassa.e:

• Organieke criteria:

1) Oprich.ng of erkenning.

2) Toezicht. (sensu lato, sensu stricto)

• De func.onele criteria:

1) Taken van algemeen belang of openbare dienst.

2) Func.onaliteits-, handelings- of gezagscriterium.

• Gezagscriterium = het vermogen ve oh om een eenzijdige,
individuele, derdebindende rechtshandeling met een direct
uitvoerbaar karakter te kunnen nemen
(bv. onteigeningsbevoegdheid, of de bevoegdheid om statutair
personeel aan te werven)




Het bestuursrecht omvat het geheel vd geschreven en ongeschreven rechtsregels met
betrekking tot de werking vh bestuur.
o Enerzijds wijst dit op de ac.viteit of op een func.e, met name op het bestuur
o Anderzijds wijst dit op het geheel v instellingen die instaan voor het bestuur, met
name de bestuursorganen




3

,De 2 verschillende conten.eus !!

1. De Raad van State is de waakhond vd uitvoerende macht

o Objec.ef conten.eux: vernie&ging v eenzijdige administra.eve rechtshandelingen
binnen de 60 dagen na publica.e in het Belgisch Staatsblad (erga omnes)
(verdwijnt dan uit de rechtsorde alsof ze nooit hee8 bestaan)

o Subjec.ef conten.eux: buiten toepassing laten v algemene, provinciale en
plaatselijke besluiten en verorderingen die in strijd zijn met de wet door de gewone
rechter op grond v Art. 159 GW. (inter partes)
(bepaling blij8 bestaan maar wordt enkel in een welbepaald geval niet van
toepassing)

2. GrondweRelijk Hof is de waakhond vd wetgevende macht:

o Objec.ef conten.eux: vernie.ging binnen de 6 maanden na publica.e in het Belgisch
Staatsblad

o Objec.ef conten.eux: een prejudiciële vraag aan GwH, en als blijkt dat er een
schending is vd GW dan blij8 die wet wel bestaan maar wordt ze niet toegepast in het
desgevallend geval

3. Interna.onaal recht kan niet vernie.gd worden

o Objec.ef conten.eux: bestaat hier niet
o Oplossing om het eventueel toch te vernie.gen? : de instemmingswet (want
al.jd instemming v bevoegde parlementen nodig) door het GwH laten
vernie.gen (dan blij8 u interna.onaal verbonden maar na.onaal niet meer)

o Subjec.ef conten.eux: gewone rechter kan toetsen (interna.onaal recht met
rechtstreekse werking hee8 voorrang binnen de hiërarchie der normen) of het
interna.onaal recht voorrang hee8 of niet (voorwaarden voor rechtstreekse werking:
voldoende duidelijk en helder geformuleerd, …)




4

, Verschillen tss gebonden en discre.onaire bevoegdheid!!!

• Gebonden bevoegdheid: dit verwijst naar de legaliteit van beslissingen, met name aan
welke voorwaarden een bestuurshandeling moet voldoen. (è heel strikt!)
• Bv. Welk orgaan binnen de overheid is er bevoegd om te beslissen.
• Bv. Binnen welke termijn en onder welke voorwaarden dient te worden beslist.
• Bv. De bestuurshandeling moet formeel gemo.veerd zijn.
• Bv. de voorwaarde om een leerkracht Europees recht aan AP aan te nemen is het
hebben van een C1 niveau voor Engels, wnr een kandidaat deze C1 niet hee8, dan
is deze persoon al sowieso geen op.e meer als kandidaat

• Discre&onaire bevoegdheid: dit verwijst naar het beleid van de betrokken overheid of
met een mindere term ook “opportuniteitskeuze” genoemd. De overheid beschikt over
een keuzevrijheid en mag zelf kiezen voor zover haar keuze niet kennelijk onredelijk is
(geen willekeur). (è beoordeling!)
• Bv. Het al dan niet verstrekken van meerdere subsidies.
• Bv. Het bepalen van grondslagen voor een GAS-boete.
• Bv. 2 kandidaten voor dezelfde job, de ene scoort beter en hee8 meer ervaring
dan de andere, maar je kies toch voor de andere (dit mag, je moet het wel
mo.veren en de keuze mag niet kennelijk onredelijk zijn)

è Een volkomen gebonden bestuurshandeling is mogelijk, een volledige discre.onaire
bestuurshandeling niet. er is steeds een minimale graad aan legaliteit aanwezig

è Gevolg voor de rechterlijke controle?
o Rechter mag de legaliteit volledig controleren, maar slechts marginale toetsing voor
opportuniteit
o Alle bestuurshandelingen worden weerlegbaar vermoed om weRelijk te zijn


Verschil reglementaire en individuele bestuurshandeling !!!!!! (p. 11)

o De reglementaire bestuurshandeling formuleert rechtsregel in abstracto en hee8 een
algemene draagwijdte.
Rechtsgevolgen kunnen onbeperkt aantal maal worden toegepast.
o (in regel niet onderworpen aan de BVBB)
o Ontwerp ervan moet voorafgaand worden voorgelegd aan de Afdeling Wetgeving vd
Raad v State voor advies

o Een individuele bestuurshandeling formuleert rechtsregels in concreto met betrekking
tot een bepaalde persoon of bepaald goed, en hee8 een individuele draagwijdte.
Rechtsgevolgen kunnen slechts eenmaal worden toegepast.
o (wel onderworpen aan de BVBB)

Verschil met gezagshandeling:
o Eenzijdige beslissing die derden kunnen binden zonder hun instemming en met een
direct uitvoerbaar karakter


5

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sarahpintens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.43
  • (0)
  Add to cart