Samenvatting van de colleges Literatuurgeschiedenis Middeleeuwen aan de Hogeschool van Amsterdam () en de daarin besproken primaire en secundaire literatuur.
Samenvatting Literatuurgeschiedenis Middeleeuwen
Een samenvatting van de colleges gegeven aan de Hogeschool van Amsterdam (2017-2018) en de
daarin besproken literatuur.
Inhoud
Overzicht Middeleeuwen ........................................................................................................................ 1
Hebban olla vogala .................................................................................................................................. 6
Verschillende genres ............................................................................................................................... 7
Ridderepiek ........................................................................................................................................... 10
Karel ende Elegast ............................................................................................................................. 11
Renout van Montalbaen.................................................................................................................... 12
Liederen ................................................................................................................................................. 13
Antwerps Liedboek ............................................................................................................................ 14
De reis van Sint Brandaan ..................................................................................................................... 15
Reinaert de Vos ..................................................................................................................................... 16
Bijlage 1: Karel en Elegast...................................................................................................................... 19
Bijlage 2: De reis van Sint Brandaan (‘Van Sente Brandane’)................................................................ 26
Bijlage 3: Reinaert de Vos ...................................................................................................................... 32
Primaire bronnen
• Karel ende Elegast
• Vanden vos Reynaerde
• Van Sente Brandane
• Antwerps Liedboek
Secundaire bronnen
• Literatuurgeschiedenis en leesdossier, Dautzenberg (D)
• Inleiding literatuurgeschiedenis voor de internationale neerlandistiek, Gera & Sneller (GS)
• Nederlandse literatuur, een geschiedenis, diverse auteurs (NLG)
• Zingen in de Middeleeuwen, literatuurgeschiedenis.nl (ZIM)
• Indeling: bestuur en cultuur
- Vroege Middeleeuwen (500 – 1000)
- Imperium Romanum overwonnen volken in contact met Romeinse taal en cultuur.
- 3-4e eeuw: West-Romeinse keizerrijk in verval. Val Rome: 476.
, - Opkomst Germaanse koninkrijken: Franken Karel de Grote (768-814) Frankische
Rijk.
- Bekering Franken tot christendom (6e eeuw).
- Romeinse cultuur bewaard door Kerk.
- Feodale stelsel (leenstelsel): leenheer (koning) leenmannen (adel)
onderleenmannen. Land in ruil voor bestuur in naam van koning, opbrengsten, trouw,
verdediging.
- Christelijke invloed samenleving (onderwijs): theocentrische cultuur.
- Kerstening door dwang, scholing, invloed kerk (kerken en kloosters).
- Wereldlijke macht adel: ridderlijk karakter.
- Hoge Middeleeuwen (1000 – 1300)
- Ontstaan steden.
- Zelfstandigheid vastgelegd in stadsrechten.
- Opkomst derde stand: burgerij (handel en nijverheid).
- Cultuur: gotische kathedralen, universiteiten, start literatuurgeschiedenis.
- Schisma (1054) oosterse kerk en kerk van Rome.
- Strijd met islam om buitengrenzen Europa.
- Kruistochten (1096-1291) als machtspolitiek om Heilige Land.
- Saracenen (heidenen) en Moren (huidskleur).
- Eeuwenlange, goede verstandhouding joden, moslims en christenen vertaling van
Griekse en Joodse werken in Arabisch en Latijn.
- Na dood KdG opsplitsing in westelijk (Frankrijk) en oostelijk rijk (Duitse rijk).
- Feodale bestuursvorm blijft bestaan. Leenheren Duitse keizer en Franse koning.
- Lage Landen deels onder Duitse rijk en deels onder Franse kroon.
- In Nederland en België: graafschappen (Vlaanderen, Holland) en hertogdommen
(Brabant, Gelre). Eenheid door huwelijke, erfenissen en veroveringen.
- Late Middeleeuwen (1300 – 1500)
- Burgerlijke cultuur.
- Steden economische machtspositie.
- Tegenwicht tegen macht van vorsten.
- Unieke ontwikkeling in Lage Landen.
- Oude leenstelsel verdwijnt.
- Guldensporenslag (1302): Vlaamse ambachtslieden verslaan Franse ridderleger.
- Spanningen tussen leenmannen van keizer en koning en volk van ambachtslieden en
stedelingen.
- Opkomst ‘nationale staat’.
- Belangrijkste centra economie en cultuur: Vlaanderen (Brugge, Gent), Brabant (Brussel,
Antwerpen), later Holland (16e eeuw).
- Schilderkunst: Vlaamse primitieven.
- Wetenschap: universiteit Leuven (1425).
- Boekdrukkunst (1450): zelfstandige drukkerijen als stedelijke instelling literaire
en) wetenschappelijke productie tot over grenzen.
- 1492: onderwerping Iberische schiereiland verslaan moslims, vervolging joden, die
zich verspreiden over Europa.
- Duitse keizer Karel V (1500-1550) heer van Nederlandse gewesten.
• Tendensen in Middeleeuwen
- Theocentrisme = God centraal, memento mori, leven na de dood belangrijker, kennis van
God is doel kunst, gemeenschap boven individu.
- Voorbeeld: Egidiuslied (Middelnederlands).
, - Standenmaatschappij
1. Priesterlijke stand geestelijke macht. Oratores = zij die bidden (ca. 10%).
2. Adellijke stand wereldlijke macht. Bellatores = zij die vechten (ca. 20%).
3. Boerenstand (later burgerlijke stand). Laboratores = zij die werken (ca. 70%).
- Feodale stelsel = leenstelsel van leenheren en leenmannen.
- God = opperste leenheer.
- Feodus = eed.
- Koning (leenheer) geeft grond in leen aan edele (leenman) in ruil voor diensten.
- Adel biedt bescherming aan boeren (vrijen en horigen) en krijgt goederen en diensten.
- Leenman is leenheer hulde en hulp verschuldigd (consilium et auxilium).
- Oraliteit = mondelinge overlevering.
- Voordrachtskunst = met grote groepen luisteren naar verhalen, liederen en gedichten
voorgedragen door minstrelen, troubadours, sprooksprekers, vaganten.
- Boeken (perkament) waren kostbaar.
- Mensen konden niet lezen en schrijven.
- Schriftelijke cultuur = Latijn (kerk en wetenschap).
- Verschriftelijking = overgang van oraliteit (mondelinge overlevering) naar geschreven
literatuur (in de loop van de 13e eeuw).
Cultuur (D, hst 4)
• Theocentrisch = kunst dient te wijzen op goddelijke en mens bewust te maken van
vergankelijkheid.
• Bouwkunst
- Romaanse stijl (950-1200): rond, massief, steunberen, kleine ramen, sober.
- Gotische stijl (1150-1500): spits, hoog, luchtbogen, gedecoreerd, grote ramen, luchtig.
• Schilderkunst
- Romaans: wandschilderingen in kerken en miniaturen in boeken.
- Gotisch: Vlaamse primitieven (onrealistisch karakter: perspectief, anatomie, historisch), bijv.
Giotto di Bondone (1267-1337), Jan van Eyck (1390-1441), Hiëronymus Bosch (1400-1516).
- Ridderlijk: bouw kastelen, uitbeelden dappere, vrome ridders.
- Burgerlijk: gotische gebouwen, portretteren rijke kooplieden.
• Muziek
- Nauwe verbinding Kerk en literatuur.
- Gregoriaans.
- Paus Gregorius de Grote (ca. 600).
- Internationale eenheid in liturgie.
- Eenstemmig, vocaal.
- Meerstemmig door paus verboden in 1325.
- Oorspronkelijk mondeling doorgegeven.
- Notenbalk vanaf 11e eeuw.
- Wereldlijke muziek
- Eenstemmig.
- Muzikale begeleiding door luit (gitaar), vedel (viool), schalmei (fluit).
- Vanaf 13e eeuw: meerstemmig.
- Vanaf 14e eeuw: organisatie in gilden (Meistersinger).
- Hoge Middeleeuwen: Guillame de Machaut (ca. 1300-1377).
- Late Middeleeuwen: Nederlandse en Bourgondische scholen, Henegouwer Josquin des
Prés (1450-1521).
• Taal en literatuurgeschiedenis
- Tot 11e eeuw: alleen Latijn (priesters = geleerden).
- Bestuurstaal.
- Lingua franca kerk en wetenschap.
- Schrijftaal.
- Literatuur in volkstalen mondeling overgeleverd.
- Tot ca. 1100: Oudnederlands.
- Geen eenheidstaal.
- Eigen dialecten: Vlaams, Brabants, Hollands.
- Diets (diet = volk) overkoepelende term verzameling dialecten = Middelnederlands.
- Continuüm = geleidelijke overgang varianten.
- Hoogduits Nederduits Diets.
- Bedoeld om te beluisteren (orale cultuur): liederen, gedichten, verhalen, toneel.
- Rijm (onthouden).
- Troubadours (schrijvers, componisten), jongleurs of minstrelen (rondreizende
uitvoerders).
- Oudste Oudnederlandse tekst: ‘Hebban olla vogala’ (ca. 1100).
- Probatio pennae van kopiist.
- Mogelijk liedje of gedicht.
- Vanaf 11e eeuw: teksten in volkstalen opgeschreven = start West-Europese
literatuurgeschiedenis.
- Weinig boeken overschrijven kostbaar (perkament).
- Handschriften, monniken, perkament, versiering met miniaturen, initiaal = versierde
beginletter.
- 12e-13e eeuw: ridderlijke (ridderroman) en theocentrische (heiligenleven) literatuur.
- Vanaf 13e eeuw: didactische literatuur (voor adel en burgerij).
- Verschriftelijking: overgang oraliteit naar geschreven literatuur.
- Steeds meer mensen kunnen lezen en schrijven.
- Relatief veel literaire werken (weinig oorspronkelijk, veel afschriften): Reinaert de Vos,
Karel ende Elegast.
- 1450: uitvinding boekdrukkunst
- Johannes Gutenberg.
- Boeken goedkoper.
- Rijmvorm overbodig.
- 1450-1500: wiegendrukken of incunabelen = drukletter als nabootsing schrijfletter, intialen
erbij getekend.
- Na 1500: vermelding namen schrijvers.
- Tot die tijd ‘gemeenschapskunst’.
- Plagiaat bestond niet.
• Indeling
- Voor 1150: Oudnederlands.
- Hebban olla vogala (ca. 1100).
- 1150 – 1500: Middelnederlands (Diets verzameling dialecten).
- Taalgrens valt niet samen met natiegrens.
- Spelling varieert: geen standaardtaal of -spelling.
- Vergelijking modern Nederlands: clisis (verkleven), dubbele ontkenning.
- Egidiuslied (ca. 1400).
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mark-janzwart. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.