In dit bestand staat alles wat je moet kennen voor je tentamen. De docent heeft de belangrijkste punten uitgelegd en dit is verwerkt in dit bestand van 25 pagina's. Op basis van deze stof zou je het tentamen zeer goed moeten halen.
2 manieren marketing:
De centrale kern is dat je kijkt naar de behoeften, wensen, verlangens of problemen van de
doelmarkten (afnemers). → Needs & wants
De ondernemer behaalt ondernemingsdoelen (bv. Winst) door de klant/afnemer centraal te
stellen.
“Het geheel van de theorieën en technieken om producten en diensten optimaal af te zetten, door bij
het aanbieden ervan zo goed mogelijk rekening te houden met de behoeften en specifieke wensen
van de (potentiële) kopers. “
Waarom wordt het bedrijven van marketing, belangrijker binnen de verschillende
vastgoedmarkten?
• Vroeger → vragersmarkt
• Afgelopen jaren → aanbodmarkt → de aanbieder is de leidende partij. Meer vraag als
aanbod.
• Nu → omgeslagen → door hoge rente en stijging kosten
Een marketingconcept omschrijft wat de
basis werkzaamheden zijn van de
marketing. Welke kanalen worden
ingezet, ga je focussen op offline of
online, wie gaat het doen en heb je er
budget voor? →
Een onderneming moet een marketingstrategie ontwikkelen om haar doelen te bereiken:
De manier waarop een onderneming haar lange termijn doelstellingen door marketing tracht
te bereiken.
De strategie geeft richting en is het uitgangspunt voor de onderneming.
Voorbeeld: een makelaar voert een breder assortiment (ook bemiddelen bij hypotheken en
verzekeringen).
Afnemersgroepen in marketing:
• Consumentenmarketing: Particuliere afnemer staat centraal
• Business-to-business marketing (B2B) (industriële marketing):
Industriële afnemer staat centraal → tapijten, kantoorartikelen etc.
• Dienstenmarketing: Verkoop van iets ontastbaars , Bijvoorbeeld hypotheekadvies,
Taxatie, juridisch advies, kapper et cetera. → Google
,Markt = vraag en aanbod
Binnen de marketing staat de vraagzijde centraal: de afnemers(groepen)/doelgroepen
Wat breng je in beeld als marketeer?
• Behoeften
• Aantal consumenten (omvang)
• Aantal aanbieders (concurrenten)
• Totale afzet op de markt
Vraagbegrippen:
Initiële vraag: eerste aanschaf van een goed. (Duurzame gebruiksartikelen bv. gezinsauto)
Vervangingsvraag: vervanging van eerder gekocht goed.
Additionele vraag: tweede of derde exemplaar van een goed.
Soortvraag: vraag naar productsoort (bv. de vraag naar een auto)
Merkvraag: vraag naar goed/dienst van bepaald merk (de vraag naar een Lamborghini)
De ‘business definition’ geeft het werkterrein van de onderneming op de markt weer:
Model van Abel:
Behoefte: ‘probleem’ dat de
afnemer ervaart (auto willen
rijden) Wat?
Technologie: manier om in de
behoefte te voorzien (auto huren
/ auto kopen / auto leasen) Hoe?
Afnemersgroepen: op welke
groepen de onderneming zich
richt (gezinnen, ouderen,
jongeren, werkenden, etc.) Wie?
, Binnen de marketing wordt concurrentie breder getrokken → concurrentieniveaus:
1. Behoefteconcurrentie
• ‘De strijd om de euro van de consument’ (een nieuwe keuken of een cruise maken?)
2. Generieke concurrentie
• Concurrentie tussen alternatieven van dezelfde behoefte (een tent, villa, woonboot,
pension, et cetera)
3. Producttypeconcurrentie (productvorm)
• Concurrentie tussen verschillende typen van een product (villaluxe bungalow,
appartement/patio-bungalow)
4. Merkenconcurrentie
• Concurrentie van merken op producttypeniveau (Rabobank-hypotheek, ING-
hypotheek of Woonfondshypotheek)
3 Marketingmodellen:
Marketingmixmodel (4 P’s):
De markt moet met een strategische combinatie van de P’s in onderlinge afstemming
bewerkt worden.
• Product: wat biedt men aan?
• Prijs: tegen welke prijs
• Plaats: hoe komt het bij de klant?
• Promotie: reclame voor product o (Personeel): contact met de klant
Garantie/service hoort bij product
3R-model is relatiegericht.
Reputatie: het beeld dat de afnemer van de organisatie en haar merken heeft (goed beeld?
Dan volgende stap).
Relatie: onderneming wil een relatie opbouwen met de klant (loyaliteit kweken).
Ruil: na een opgebouwde relatie hoopt de afnemer de ruil/koop te realiseren.
Bijvoorbeeld 3R-model
Als de reputatie van een makelaar goed is en de makelaar er ook als persoon in slaagt een goede relatie met zijn klant op te
bouwen, komt de opdracht eigenlijk vanzelf tot stand.
Product marktcombinatie (PMC)
Eén product of één dienst is vaak voor meerdere doelgroepen
(markten) interessant. Maar dat wil niet zeggen dat er een
soort ‘one size fits all‘ van gemaakt hoeft te maken. Door te
segmenteren kunnen meer markten ontdekt en
onderscheiden worden.
Kortom: met dezelfde producten wordt een andere markt bediend.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmafrielink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.