**1. Wat omschrijft artikel 5:1 lid 1 van Boek 5 van het Burgerlijk
Wetboek als eigendom? **
a) Het recht om anderen van het genot van de zaak uit te sluiten.
b) Het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben.
c) Het recht om over de zaak te beschikken.
d) Het recht om een zaak zonder beperking te gebruiken.
**2. Wat wordt bedoeld met het "vrije genot van de zaak" volgens
artikel 5:1 lid 2? **
a) De eigenaar mag anderen niet toestaan om zijn zaak te gebruiken.
b) De eigenaar kan anderen toestemming geven om zijn zaak te gebruiken.
c) De eigenaar mag alleen gebruikmaken van zijn zaak onder bepaalde
voorwaarden.
d) De eigenaar heeft geen enkele beperking in het gebruik van zijn zaak.
**3. Wat houdt het begrip "misbruik van eigendomsrecht" in volgens de
tekst? **
a) Het uitoefenen van eigendomsrechten zonder toestemming van anderen.
b) Het gebruik van eigendom op een manier die een ander onevenredig
schaadt.
c) Het niet nakomen van verplichtingen die voortvloeien uit eigendom.
d) Het weigeren om eigendom te delen met anderen.
**4. Wat is het zaaksgevolg, ook wel bekend als "droit de suite”? **
a) Het recht van de eigenaar om zijn zaak op te eisen van een persoon die het
onrechtmatig in bezit heeft.
b) Het recht van de eigenaar om zijn zaak te gebruiken zonder beperkingen.
c) Het recht van de eigenaar om zijn zaak te verkopen aan een derde partij.
d) Het recht van de eigenaar om zijn zaak te ruilen voor een andere zaak.
,**5. Wat betekent het dat eigendom een "absoluut recht" is? **
a) Het recht van de eigenaar is beperkt tot specifieke situaties.
b) Het recht van de eigenaar kan alleen worden uitgeoefend tegenover
bepaalde personen.
c) Het recht van de eigenaar kan tegenover iedereen worden gehandhaafd.
d) Het recht van de eigenaar kan niet worden overgedragen aan anderen.
*Antwoorden: *
1. b) Het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben.
2. b) De eigenaar kan anderen toestemming geven om zijn zaak te gebruiken.
3. b) Het gebruik van eigendom op een manier die een ander onevenredig
schaadt.
4. a) Het recht van de eigenaar om zijn zaak op te eisen van een persoon die het
onrechtmatig in bezit heeft.
5. c) Het recht van de eigenaar kan tegenover iedereen worden gehandhaafd.
Hst 5 eigendom
**1. Wat is het verschil tussen bezit en eigendom volgens de tekst? **
a) Bezit is hetzelfde als eigendom.
b) Bezit is de feitelijke macht over een zaak, terwijl eigendom het juridische recht op die zaak is.
c) Bezit impliceert dat men een zaak tijdelijk in bruikleen heeft, terwijl eigendom permanent is.
d) Bezit houdt in dat men een zaak voor iemand anders houdt, terwijl eigendom betekent dat men
het voor zichzelf heeft.
**2. Wat impliceert het vermoeden van eigendom volgens de tekst? **
a) Het vermoeden van eigendom betekent dat de bezitter altijd de juridische eigenaar is van de zaak.
b) Het vermoeden van eigendom betekent dat de bezitter hoogstwaarschijnlijk ook de juridische
eigenaar is van de zaak, tenzij het tegendeel wordt bewezen.
c) Het vermoeden van eigendom is alleen van toepassing op roerende zaken en niet-
registergoederen.
d) Het vermoeden van eigendom geldt alleen als de bezitter te goeder trouw is.
**3. Wat is de processuele functie van bezit volgens de tekst? **
a) De bezitter heeft het recht om het bezit van een goed op te eisen van de rechthebbende.
b) De bezitter wordt vermoed de rechthebbende te zijn, wat betekent dat de tegenpartij moet
bewijzen dat hij de rechthebbende is als hij het bezit opeist.
c) De bezitter heeft het recht om het goed te verkopen zonder toestemming van de rechthebbende.
d) De bezitter heeft het recht om het goed te vernietigen als hij het niet meer wil hebben.
**5. Wat zijn de rechtsgevolgen van bezit volgens de tekst? **
a) Bezit heeft geen rechtsgevolgen op zichzelf.
b) Bezit zorgt ervoor dat de bezitter automatisch ook de juridische eigenaar van de zaak is.
, c) Bezit heeft diverse rechtsgevolgen, zoals de processuele functie waarbij de bezitter wordt vermoed
de rechthebbende te zijn.
d) Bezit leidt altijd tot aansprakelijkheid voor eventuele schade veroorzaakt door de zaak.
**5. Wat is vereist voor bezit te goeder trouw volgens de tekst? **
a) De bezitter moet bewijzen dat hij te goeder trouw is.
b) De bezitter moet zich als rechthebbende beschouwen en redelijkerwijs ook zo mogen
beschouwen.
c) De bezitter moet altijd onderzoek doen naar zijn recht op het goed.
d) Bezit te goeder trouw kan alleen worden vastgesteld als de bezitter daadwerkelijk de juridische
eigenaar van het goed is.
**Antwoorden**
1. b) Bezit is de feitelijke macht over een zaak, terwijl eigendom het juridische recht op die zaak is.
2. b) Het vermoeden van eigendom betekent dat de bezitter hoogstwaarschijnlijk ook de juridische
eigenaar is van de zaak, tenzij het tegendeel wordt bewezen.
3. b) De bezitter wordt vermoed de rechthebbende te zijn, wat betekent dat de tegenpartij moet
bewijzen dat hij de rechthebbende is als hij het bezit opeist.
4. c) Bezit heeft diverse rechtsgevolgen, zoals de processuele functie waarbij de bezitter wordt
vermoed de rechthebbende te zijn.
5. b) De bezitter moet zich als rechthebbende beschouwen en redelijkerwijs ook zo mogen
beschouwen.
Hst 10 eigendomsverkrijging
**1. Wat is een 'res nullius'? **
a) Een zaak die aan niemand toebehoort
b) Een zaak die door verjaring is verkregen
c) Een zaak die door toe-eigening is verkregen
d) Een zaak die door vermenging is ontstaan
**2. Welke term wordt gebruikt voor het proces waarbij een zaak bestanddeel wordt van een
andere zaak? **
a) Verkrijging
b) Natrekking
c) Vermenging
d) Toe-eigening
**3. Wat gebeurt er met de eigendom van een bestanddeel wanneer het wordt verbonden met
een hoofdzaak? **
a) Het bestanddeel behoudt zijn eigenaar
b) De eigenaar van de hoofdzaak wordt ook eigenaar van het bestanddeel
c) Het bestanddeel wordt eigendom van de staat
d) Het bestanddeel wordt vernietigd
**4. Hoe wordt vermenging van roerende zaken met verschillende eigenaars juridisch behandeld?
**
a) Het leidt tot volledig eigendom voor één van de eigenaars
b) Het leidt altijd tot mede-eigendom
c) Het wordt beschouwd als diefstal
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lakysharaf2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.92. You're not tied to anything after your purchase.