100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Ontwikkelingspsychologie (UU) $8.33   Add to cart

Summary

Samenvatting - Ontwikkelingspsychologie (UU)

 15 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van H1 t/m H10 van het boek ‘Human Development, The Human Development Teaching & Learning Group’, die gebruikt wordt bij het eerstejaars vak Ontwikkelingspsychologie van psychologie aan de universiteit Utrecht. Met hulp van deze samenvatting heb ik een 8.9 gehaald voor h...

[Show more]

Preview 4 out of 168  pages

  • January 30, 2024
  • 168
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
OWP aantekeningen boek – H1
 Wat is ontwikkeling?
Development science – onderzoekt veranderingen en constanten in verscheidende
domeinen van psychologisch en sociaal functioneren.
 Valt onder human/lifespan development – de wetenschappelijke studie naar de manieren
waarop mensen veranderen en hetzelfde blijven van conceptie tot dood.
Development science verbreedt nu steeds meer het onderzoeksveld en onderzoekt nu ook
adolescentie, i.p.v. alleen kindertijd.
 Vroeger werd gedacht dat de ontwikkeling van de mens rond de 25 jaar stopte, maar nu
is het idee dat de menselijke ontwikkeling het hele leven lang doorgaat en ervaringen blijven
ons hele leven een impact hebben op wie we zijn en hoe we aan anderen relateren.
Development science heeft veel raakvlakken met andere disciplines, zoals sociale en
cognitieve psychologie, maar ook biologie en sociologie, gezondheidszorg, voeding en
antropologie.
 Wat is de lifespan perspectief en wat zijn de bijbehorende assumpties over
ontwikkeling?
Lifespan perspectief – heeft zeven onderliggende principes:
1. Ontwikkeling is levenslang – geen een leeftijdsperiode is belangrijker of
dominanter voor menselijke ontwikkeling.
2. Ontwikkeling is multidirectioneel en multidimensionaal – verschillende mensen
ontwikkelen op verschillende manieren en volgen ontwikkelingen in verschillende
maten.
3. Ontwikkeling bevat winsten en verliezen – elke verandering brengt winsten en
verliezen met zich mee. De kindertijd is niet per se een tijd van winsten en
ouderdom een tijd van verliezen (zoals traditioneel wel wordt gedacht).
4. Ontwikkeling wordt gekarakteriseerd door plasticiteit – ons vermogen om te
veranderen en verschillende wegen van ontwikkeling te volgen.
5. Ontwikkeling ligt verankerd in historische en culturele contexten – hoe mensen
ontwikkelen is afhankelijk van de sociale en culturele contexten en in welke tijd
de ontwikkeling plaatsvindt.
6. Ontwikkeling wordt door meerdere factoren bepaald – ontwikkeling wordt door
beide omgevings- en biologische factoren veroorzaakt en de individu heeft
invloed op zijn/haar eigen ontwikkeling.
7. Ontwikkeling is multidisciplinair – ontwikkeling heeft met verschillende velden
van onderzoek te maken.

,Punt 5  context als een paradigma – er zijn drie systemen van invloed op ontwikkeling, die
biologische en omgevingskrachten bevatten:
o Normatieve invloed van leeftijdsgroep – een specifieke leeftijdsgroep maakt
bepaalde ontwikkelingen door (de leeftijdsgroep kleuters maakt leeftijd
gerelateerde ontwikkelingen door, net zoals senioren).
o Normatieve invloed van historische groep – mensen uit dezelfde tijd maken
ongeveer op dezelfde momenten dezelfde ontwikkelingen door.
Cohort – een groep mensen die ongeveer in dezelfde periode geboren zijn in
een bepaalde samenleving. Een cohort maakt dus ongeveer dezelfde dingen
mee op ongeveer dezelfde momenten. Hieronder valt beide omgevings- en
biologische dingen.
o Niet-normatieve invloeden – ontwikkeling wordt ook beïnvloed door zaken die
niet georganiseerd zijn volgens leeftijd of historische tijd, zoals dood van een
naaste, immigratie, ongelukken etc.
Punt 6  domeinen van ontwikkeling – ontwikkeling vindt voornamelijk plaats op drie
verschillende gebieden:
o Fysieke domein – bevat veranderingen in lengte en gewicht, sensorische
capaciteiten, zenuwstelsel en de neiging voor ziektes en aandoeningen.
o Cognitieve domein – bevat veranderingen in intelligentie, wijsheid, perceptie,
probleem oplossen, geheugen, taal etc.
o Psychosociale domein – bevat veranderingen in emotie, zelfperceptie en
interpersoonlijke relaties met familie, leeftijdsgenoten en vrienden.
Contextuele perspectieven – benadrukken sociale contexten die onze ontwikkeling
beïnvloeden (net zoals de lifespan perspectief).
 Belangrijke sociale context die onze ontwikkeling beïnvloedt:
- Sociaaleconomische status (SES) – een manier om families en huishouden te
identificeren, gebaseerd op de gedeelde niveaus van inkomen, educatie en beroep.
o Hoge SES  vaak hogere beroepen met een zekere mate van vrijheid en
controle over hun baan; meer werktevredenheid.
o Lage SES  vaak lagere beroepen met meer routine en supervisie; meer
werkonderbrekingen.
 Poverty level – een hoeveelheid inkomen met verschillende drempelwaarden
voor verschillende groottes van huishouden en als je onder die waarde zit,
word je als arm beschouwd. Dit leidt tot veel gezondheids- en dus ook
ontwikkelingsproblemen. De rijken zijn bang dat ze hun status verliezen, maar
de armen zijn bang dat ze hun huishouden verliezen.
- Cultuur – de totaliteit van taal, kennis, materiële objecten en gedrag die gedeeld
worden in een specifieke groep. Dit wordt aangeleerd vanuit onze omgeving en is
heel belangrijk voor menselijk ontwikkelen. Je leert aan wat goed of slecht is en leert
je eigen omgeving te waarderen.
Etnocentrisme – de neiging om je eigen cultuur als superieur te zien.

, Culturele relativiteit – het vermogen om cultuurverschillen te waarderen en dat
culturele zaken het best bestudeerd kunnen worden vanuit het standpunt van die
specifieke cultuur.
Lifespan vs. levensverwachting: lifespan betekent de maximale leeftijd die iemand in
optimale omstandigheden kan bereiken en levensverwachting is de verwachte leeftijd die
iemand kan bereiken in een bepaalde tijdsperiode.
 Wat zijn verschillende periodes van menselijke ontwikkeling?
Leeftijd bestaat uit verschillende soorten leeftijden en die dragen allemaal bij aan hoe oud of
jong je bent:
o Chronologische leeftijd – gebaseerd op de hoeveelheid jaren sinds geboorte
(dus wat je altijd zegt als je naar je leeftijd wordt gevraagd).
o Biologische leeftijd – gebaseerd op hoe snel het lichaam veroudert.
Verschillende factoren hebben hier invloed op, zoals voeding, beweging,
alcoholconsumptie, roken etc.
o Psychologische leeftijd – gebaseerd op je psychologische
aanpassingscapaciteiten vergeleken met anderen van je chronologische
leeftijd. Hieronder valt je cognitieve capaciteiten en je eigen overtuigingen
over hoe oud je bent.
o Sociale leeftijd – gebaseerd op de sociale normen van een cultuur en de
verwachtingen die een cultuur heeft over de ontwikkeling van een bepaalde
leeftijdsgroep (dus het behalen van bepaalde mijlpalen moet volgens een
cultuur rond bepaalde leeftijden: dus de hoeveelheid mijlpalen die je bereikt
hebt, bepaalt je sociale leeftijd).
 Iemands leeftijd is dus echt niet alleen afhankelijk van de chronologische
leeftijd en schetst niet het volledige beeld.
Leeftijdsperioden van ontwikkeling:

, De kindertijd en volwassenheid zijn dus beide onderverdeeld in verschillende perioden van
ontwikkeling. Iemand van 20 en iemand van 80 zijn beiden volwassen, maar hebben hele
andere ontwikkelingen.
Prenatale ontwikkeling – bij de conceptie begint de ontwikkeling en in deze periode worden
de lichamelijke structuren gevormd. De grootste invloed in deze periode is de gezondheid
van de moeder, waaronder voeding, bevalling en teratogenen – omgevingsfactoren die
kunnen leiden tot geboorteafwijkingen.
Baby- en peuter-/kleutertijd – bevat heel veel ontwikkelingen in een kort tijdsbestek. Het
kind ontwikkelt van een baby met matige sensorische vermogens naar een lopende,
pratende kleuter. De verzorgers ontwikkelen naar een veiligheidsinspecteur en een
bewegende gids voor de energieke kleuters, terwijl ze eerst voornamelijk de voeding en
slaap regelden.
Vroege jeugd – het kind is aan het ontwikkelen op het gebied van taal, het verkrijgen van
een zelfbeeld en meer onafhankelijkheid, en het begrijpen van de fysieke wereld.
Middel en late jeugd – wat de kinderen ervaren in deze periode heeft veel te maken met
school. Ze ontwikkelen academische vaardigheden en bepalen hun krachten en zwaktes
door voornamelijk met anderen te vergelijken.
Adolescentie – een periode met dramatische fysieke veranderingen: puberteit– algemene
groeispurt en seksueel volwassen worden. Ook is er veel cognitieve verandering, maar dit is
ook een periode van een gevoel van onsterfelijkheid, waardoor adolescenten meer risico’s
nemen en evt. seksuele infecties oplopen (SOA) met lange termijn consequenties.
Opkomende volwassenheid – een periode tussen de jeugd en volwassenheid in, waarin de
standaarden voor volwassenheid bereikt worden. Dit een periode waarin mensen
fysiologisch gezien pieken, maar ze lopen wel meer risico op verslavingen en misdrijven
plegen. Het is een periode vol zelfontdekking en alles wat nodig is om volledig onafhankelijk
te worden.
Vroege volwassenheid – intieme relaties, het creëren van gezinnen en werk zijn de grootste
bezigheden in deze periode.
Middel volwassenheid – een periode waarin het verouderen meer opvalt en je carrière en
liefdesleven gezien piekt. Je dealt vaak met ouder wordende ouders en puberende kinderen
tegelijkertijd.
Late volwassenheid – deze periode kan in twee categorieën onderverdeeld worden: jong-
ouderen (65-84 jaar) en de oud-ouderen (85+). De jong-ouderen zijn relatief nog best gezond
en actief, terwijl de oud-ouderen dat niet meer echt zijn. In beide categorieën neemt de kans
op ziektes en aandoeningen wel substantieel toe.
 Wat zijn de belangrijkste aannames en metatheorieën die de basis vormen voor de
lifespan development?

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmavandenakker. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$8.33  1x  sold
  • (0)
  Add to cart