Er is geaccentueerd wat op het tentamen in 2018 aan de orde is gekomen. De samenvatting is na het maken van het tentamen gemaakt, zodat alle werkelijke tentamenstof in de samenvatting zit. Zelf heb ik het tentamen gehaald met een 8,9.
,Inhoudsopgave
Terreinverkenning 4
Functies van recht 4
Bronnen van het recht 4
Soorten recht 5
Publiekrecht 6
3. Verbintenissenrecht 6
Overeenkomsten 7
Interpretatiemethoden 9
Rechtshandelingen 10
Koop en ruil 10
Onrechtmatige daad 11
Aansprakelijkheid 12
Arresten 13
Auteursrecht 13
Portretrecht 14
Ondernemingsvormen 15
De eenmanszaak 15
De vennootschap onder firma (VOF) 15
De commanditaire vennootschap (CV) 15
De maatschap 15
De Besloten Vennootschap (BV) 16
De Naamloze Vennootschap (NV) 16
Vereniging 16
Stichting 17
Wet bescherming persoonsgegevens 17
,
,Terreinverkenning
Wat is het recht?
Regels, bescherming
à Vastliggen en niet vast liggen
à Gelijk hebben en gelijk krijgen
“Recht is zoals het moet zijn.”
Waarom recht
Functies van recht
Als er geen regels zijn, kun je ook nergens op terug vallen. Mensen willen zekerheid en veiligheid.
1) Normatieve functie
Het recht legt normen en waarden in een samenleving vast, hierdoor hebben mensen
zekerheid en veiligheid.
2) Geschiloplossende functie
Bij een geschil waar je niet uitkomt kun je naar een ander stappen, rechter. De overheid moet
zorgen voor een oplossing, hier kunnen ook wetten bij aan te pas komen.
3) Additionele functie
Recht zorgt ervoor dat afspraken worden aangevuld door regels die in de wet staan. Wetten
die je zekerheid geven (het recht regelt dingen waar je niet bij stil staat).
4) Instrumentele functie (afspraken)
Situaties waarin het handig is dat er regels zijn. In Nederland rijden we aan de rechterkant en
in Engeland aan de linkerkant.
Waar vinden we het recht?
1. Rechtsbronnen, plaatsen waar je het recht vindt
2. Geschil tussen gemeente en personen gaat volgens de regels van het privaatrecht, en
worden door de civiele rechter opgelost.
Bronnen van het recht
1. Wetten
Als je zegt: dat wist ik niet, wordt geacht dat je het weet want het is de wet.
2. Verdragen
Verdragen zijn afspraken tussen 2 of meer landen. Dit onderscheid men in een bilateraal
verdrag: tussen twee landen of een multilateraal verdrag: tussen twee staten.
(1. Nationaalrecht, Nederland)
(2. Europeesrecht, Verdragen)
3. Jurisprudentie (bron van recht)
Wetten interpreteren en invulling geven.
Jurisprudentie betekent rechtspraak.
4. Gewoonte recht
Omgevingen hebben eigen gewoonten, gewoontes staan niet vast.
Een vonnis wordt gegeven door de rechtbank, en een arrest wordt gewezen door het gerechtshof en
de Hoge Raad.
Rangorde tussen wetgevende organen:
1) Hoog boven laag
, 2) Bijzonder boven algemeen
3) Jong en oud
1. Gewoonterecht: er moet sprake zijn van een bepaalde gedragslijn van de betrokkenen en zij
moeten zich moreel verplicht voelen om de regel te volgen.
2. Klassieke grondrechten niet altijd absolute werking omdat klassieke grondrechten kunnen met
elkaar botsen en dan zal er gekozen moeten worden.
Soorten recht
1. Privaatrecht
De rechtsverhouding tussen burgers onderling
Onder het privaatrecht vallen: het staatsrecht, het bestuurs(proces)recht en het
straf(proces)recht.
1. Onder het privaatrecht valt onder andere een bestemmingsplan
2. Wanneer jij met jouw werkgever een concurrentiebeding opstelt valt dat onder privaatrecht
3. De wetgeving van de Auteurswet behoort tot het privaatrecht
4. Formeel privaatrecht is vooral te vinden in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
5. Het privaatrecht heeft betrekking op de rechtsverhoudingen tussen natuurlijke personen en
rechtspersonen.
2. Publiekrecht
De rechtsverhouding tussen de overheid enerzijds en de burgers anderzijds
Onder het publiekrecht vallen: het vermogensrecht (+verbintenissenrecht en
goederenrecht), het ondernemingsrecht en het burgelijkprocesrecht.
De Opiumwet behoort tot het publiekrecht.
• Inhoudelijk recht: wat zijn mijn rechten, inhoud van de recht
• Procesrecht: hoe krijg ik het recht, procesrecht
• Dwingend recht: van toepassing op iedereen.
- Recht waarvan burgers niet mogen afwijken
- Wanner móéten in het wetsartikel voorkomt
- Afwijking van het bestelde in het bovenstaande lid is nietig
- Regel bevat dwingend recht als zijn inhoud de openbare orde raakt
,Dwingend recht is bijvoorbeeld het schriftelijk moeten opzeggen van de huur
• Aanvullend recht: er kan worden afgeweken.
- Van dit recht kun je altijd afwijken; de enige voorwaarde is dat beide partijen met deze
afwijking akkoord gaan
- Wanneer kunnen in het wetsartikel voorkomt
- Tenzij anders overeengekomen
Aanvullend recht, partijafspraak gaat boven de wet.
• Objectief recht: het recht zoals dat geldt.
- Hiermee wordt het geldende recht bedoeld, ook wel het positieve recht
- Geheel van regels dat ui alle al eerdergenoemde rechtsbronnen voortvloeit
- Het recht wat in Nederland geldt zonder te kijken naar personen waarop het slaat
• Subjectief recht: het recht dat een rechtssubjectief heeft
- Recht dat een individu in concreto bezit
- Het recht dat de burger heeft: jouw boek, stemrecht, onderwijs, verzorging
Subjectief recht: iedereen die studeert aan een hogeschool heeft recht op studiefinanciering.
® Wet in materiële zin
Regel die binnen een bepaald gebied geldt voor een grote groep. De wet in materiële zin is iedere
regeling van een wetgever die bestemd is voor een onbepaald aantal en dus niet bij name genoemde
personen te gelden.
® Wet in formele zin
Als hij tot stand is gekomen op de bijbehorende wijze. De wet is tot stand gekomen door regeringen
en Staten-Generaal gezamenlijk, oftewel de Nationale wetgever.
Publiekrecht
Vermogensrecht
Vermogen van personen
1. Rechten en plichten
2. Goederenrecht (wat is van wie) wat is van mij, wat is van jou
3. Verbintenissenrecht (rechten en plichten ten opzichte van andere personen)
1
3.1 Verbintenis = rechtsverhouding tussen partijen, oftewel iemand moet iets doen of
laten en een ander heeft daar recht op. Rechten en plichten tussen personen. Het
sluiten van een overeenkomst, de wet en rechtsfeiten zijn de bron van verbintenissen.
3.1.1 Een overeenkomst is een afspraak met als doel rechten en plichten te doen
ontstaan. Er zijn wederkerige- en eenzijdige overeenkomsten.
3.1.1.1 Wederkerige overeenkomst, er ontstaan voor beide partijen rechten en
plichten
3.1.1.2 Eenzijdige overeenkomst, de ene partij heeft het recht en de ander de plicht.
Overeenkomst die door twee partijen is gesloten met het doel dat daaruit rechten en plichten
voortvloeien noemen wij een obligatoire- of verbintenis scheppende overeenkomst.
Eenzijdige overeenkomst Meerzijdige overeenkomst
Borg overeenkomst Koopovereenkomst
1. Auteursrecht kan je verkopen, het is onderdeel van je vermogen
2. Ik ga op vakantie naar Bonaire en ik wil er zeker van zijn dat ik een goede verzekering heb
tegen diefstal en dergelijke, ik sluit daarom een reisverzekering af. Een verzekering is een
meerzijdige obligatoire overeenkomst. Er ontstaan aan beide kansen verplichtingen en
rechten.
Overeenkomsten
Overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding daarvan.
- Overeenstemming in de verklaring
- Overeenstemming in de wil
Aanbod: uiting, verplichtingen van beide partijen moeten duidelijk zijn. Koop is een levering en
betaling. Verschillen:
® Te koop: uitnodiging tot aanbod
® Te koop voor €50: aanbod
® Bieden: uitnodiging tot aanbod
Wanneer een aanbod wordt geaccepteerd ontstaat er een overeenkomst.
Het aanbod kan worden herroepen zolang het niet is aanvaard. Afwijkende aanvaarding is een nieuw
aanbod.
• Marktplaats is een uitnodiging géén aanbod. Je kunt er altijd handelen.
• EBay is een veilingsite en is een uitnodiging om te bieden (een aanbod). Veiling = bieden,
maar de ‘nu kopen’ knop = aanbod.
Problemen overeenkomst
- Wil en verklaring komen niet overeen
® Wil is niet duidelijk bekend gemaakt
® Gewekt vertrouwens bij tegenpartij beslist
® Bv. Geestelijke stoornis Eelman/Hin
Vertrouwensbeginsel Twee partijen doen zaken, de ene partij
vertrouwt dat wil en verklaring overeenkomt.
Zodat de overeenkomst niet terug gedraaid kan
worden.
Wilsdefect Wil en verklaring komen niet overeen. Wat ik
verklaard heb, wilde ik (eigenlijk) niet.
Wilsgebrek De overeenkomst is vernietigbaar. Wil en
verklaring komen overeen, maar de wil is
gebrekkig tot stand gekomen.
1) Dwaling, onjuiste voorstelling van
zaken.
Wederzijdse dwaling: de verkoper weet
niet dat het vals is en de koper komt er
later achter.
2) Bedrog, opzettelijk onjuiste mededeling
verzwijgen, schadevergoeding mogelijk.
3) Bedreiging, pressiemiddelen: pistool,
materiaal, chantage. Iemand beweegt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller llisawwiersma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.47. You're not tied to anything after your purchase.