Inleiding in de filosofie met inbegrip van wetenschapsleer
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Dit is een samenvatting van inleiding in de filosofie (powerpoint + lessen+boek) waar ik een 17/20 op haalde van de eerste keer!!
Deze samenvatting is heel overzichtelijk en al het nodige staat hierin voor te studeren voor de examens:))
Ik ben van al mijn vakken geslaagd voor de eerste keer dus k...
Inleiding in de filosofie met inbegrip van wetenschapsleer
All documents for this subject (15)
3
reviews
By: aeb987 • 4 months ago
By: Jasonvilla • 5 months ago
By: brittvde • 5 months ago
Translated by Google
Thanks for the reviews!! Hopefully, the exams went well!!
By: jokelemmens • 5 months ago
By: brittvde • 5 months ago
Translated by Google
Hey, why “but” the 3 stars? :))) Because in my opinion, that's a really good summary, which I've also worked hard on:)
Seller
Follow
brittvde
Reviews received
Content preview
INLEIDING IN DE FILOSOFIE
PLATO’S GROT
Filosofie vertrekt vanuit de verwondering: de filosoof als degene die zich verwondert over dingen
Begint vanuit een fase vanuit betekenisverlies = een moment in u leven waarop de dingen die
vanzelfsprekend zijn, problematisch worden
- u stelt zich een vraag, over dagelijks leven, waardoor u anders naar de wereld kijkt en deze
normale zaak anders aanziet
- kan verschillende vormen aannemen: kan dramatisch zijn (u ziet het even niet meer zitten)
maar kan ook productief zijn (u aanzetten om bv te schilderen, muziek te maken,) en derde
mogelijkheid: kan ook theoretisch zijn (een theoria = een afstand = een kritische beschouwing
ten aanzien van dat betekenisverlies = u stelt de vraag “wat is er gebeurd en hoe komt dat ik
dit klaarblijkelijke kwijt ben?”
Actief en passief
Actief: wat een filosoof doet: gaat zich bewust vragen stellen over de zaken
-fundamentele vraag hierbij: “wat is de werkelijkheid? Wat is echt?”
Meeste zeggen wat je kan waarnemen
Kan ook andere antwoorden geven: één hiervan vinden we bij Plato
Plato heeft dialogen geschreven en één hiervan is “de staat”: waar een allegorie in voorkomt:
Dit is de allegorie van de grot:
Vergelijkt onze dagdagelijkse leefwereld met een grot waarin we tegen een muurtje
vastgekluisterd zitten
Vertrekt vanuit het idee dat mensen gevangenen zijn, zonder dat ze het beseffen, met hun
rug tegen een muurtje en kijken naar een wand - met achter hen een lichtbron (een vuur dat
in deze grot aan het branden is) -> achter dit muurtje lopen mensen heen en weer met
voorwerpen en van deze voorwerpen zien wij de schaduw geprojecteerd op deze wand:
Plato zegt als je aan deze mensen vraagt “wat is echt?” zullen zij “de schaduw” zeggen - maar
zij kunnen niet bewegen en zien enkel schaduwen van dingen waarvan zijn niet weten dat het
schaduwen zijn
Plato zegt beeld je in dat er iemand met geweld naar die gevangene toegaat en één van hun
bevrijd ( zijn zich niet bewust dat ze niet vrij zijn ) - je komt buiten de grot en ineens is veel
licht - je kijkt naar de zon en deze persoon die je heeft bevrijd zegt “kijk dit is de realiteit”- wat
jij dacht dat echt was (de schaduwen), hier zie je de “originele” vorm van: de echte realiteit
bevind zich buiten de grot - eerst moment van shock- persoon gaat terug naar de rest en
zeggen “laat ons toch hier zitten, we hebben het hier goed,..” - willen liever hun
, geruststellend leven voortzetten, dan de consequenties van deze ontdekking te moeten
aanvaarden
Wil duidelijk maken wat een antwoord is op de werkelijkheid, de wereld,
waar wij vrienden, familie hebben..., Niet het juiste is en niet de werkelijkheid is
Moderne benadering: wat wij werkelijkheid noemen, de wereld (datgene waar wij laptop hebben,
vrienden,) dat dit niet de werkelijkheid is: hij zegt dat:
“The real” is iets wat wij als mensen niet gaan ervaren omdat wij altijd een sluier, een orde,
een structuur over de werkelijkheid leggen, die wij de werkelijkheid noemen -> noemt dit
de “symbolic” - wij ervaren de werkelijkheid niet, wij ervaren een structuur die door andere
voor ons is aangebracht (de taal die wij nu gebruiken, de gsm’s, jobs, Niemand heeft hiervoor
gekozen) -> dit is de symbolische orde -> wij zijn dit gaan aanvoelen als de werkelijkheid, een
tweede natuur
Er zijn momenten waar de realiteit zich terug laat zien -waar dit weefsel gescheurd wordt
door de realiteit -> momenten van betekenisverlies -dan zien we opeens dat deze
symbolische orde, maar een door mens gemaakte orde is-> bv-momenten van pijn, verlies
Sommige mensen zeggen ook “de realiteit is de wereld van de wetenschap” (kwarts, atomen,
ruimte,..) en wij mensen leven in een leefwereld die hiervan een subjectieve weergave van is bv wij
zeggen dat we verliefd zijn maar eigenlijk zijn dit processen, stoffen in ons brein -> alles gelinkt aan de
wetenschap
Conclusie: de vraag naar wat realiteit is, is niet simpel te beantwoorden
Oproep dat hij doet en vraag die hij stelt: de houding aan te nemen wat Nietzsche aanduidt als “het kind”
Nietzsche: 3 grote fasen
1) Een kameel
2) Een leeuw
3) Een kind
= De meeste mensen worden geboren als een kameel ( is een lastdier, loopt in woestijn, gaat gebukt
onder allerlei tradities ) volgende fase is leeuw ( brult, zegt nee en is krachtiger ) maar is niet de finale
vorm van de mens; want de leeuw creëert niets; de finale vorm is het kind (kinderen bouwen iets en
maakt het erna kapot bv zandkasteel en zal dit erna kapot maken - dit is het spelen van het kind en dit
is metafoor: volwassenen bouwen iets en zetten het op de kast, laten het aan mensen zien, kijken
ernaar maar doen er niets mee - zien het niet als een spel zoals een kind, iets dat niet onder druk kan
komen te staan -> kind heeft eeuwige onschuld en eeuwige vernietigen en terug opbouwen)
= wat wij moeten doen als filosoof is deze blik terug hanteren = wat Nietzsche wil aanwakkeren bij ons
zijn de waarom vragen van een kind “waarom eten we met mes en vork? Waarom dragen mannen een
plastron?,..” - altijd de waarom vragen maar niet tevreden zijn met het antwoord
FILOSOFIE EN IDEOLOGIE
Filosofie = wetenschap
- betekent dat filosofen zich ook aan afspraken houden (als ze artikel willen publiceren eerst
controle)
, - argumenten voor vereist, vocabulaire, stellingen kunnen poneren en argumenteren
Wat maakt filosofie anders dan bv-ideologie?
Filosofie: een constante kwetsbaarheid - peer review betekend ook: ik geef argumenten en ik
laat ze door andere beoordelen - ik ben mij bewust van de voorlopigheid van wat ik zeg en ik
zeg niet “zo is het en niet anders”
Ideologie: standpunten worden verdedigd - geen plaats voor verwondering - zien iets waar
geen vragen bij kunnen gesteld worden en iets wat definitief is - er is geen plaats voor kritiek
en bij filosofie is het de bedoeling om open te staan voor kritiek om verdere stappen te
bereiken
Vraag die hierbij gesteld wordt:
Als deze verwondering er altijd blijft, kan je dan spreken van vooruitgang?
is enkel problematisch als je deze als algemeen idee op de geschiedenis toepast: sommige mensen zien dit als
een lineair proces, een lijn die richting vervolmaking streeft: met een doel en vandaar “theologie”
Binnen bepaalde domeinen heeft de filosofie voor bepaalde vooruitgang want nu geen slavernij, stemrechten
voor vrouwen,..
SNIJPUNT TUSSEN GESCHIEDENIS EN FILOSOFIE
Filosofie = iets met de geschiedenis
- op 2 manieren:
1) bevindt zich in de geschiedenis (altijd op bepaald moment ontwikkeld)
2) heeft een geschiedenis (gaan andere zaken vooraf)
Spatio-temporele context
- vragen en antwoorden veranderen voortdurend
Geschiedenis is bepalend in de manier dat vragen gesteld en beantwoord worden
- “het is logisch dat men in de middeleeuwen op “wat is het hoogste principe” - “god”
antwoordde
- vanaf 18/19de eeuw gaat men zeggen dat een begrip van de filosofie wezenlijk is voor het
verstaan van de werkelijkheid
- vanaf 20ste eeuw zeggen ze dat ook reflexieve beweging nodig is; je kan niet zomaar zeggen
dat alles historisch bepaald is en jezelf niet = een historisering (niet enkel van een object
maar ook het subject; degene die het object gaat interpreteren)
-> stel dat enkel historiteit van subject geen rol zou spelen; dan zou de interpretatie
van een tekst, een beeld, altijd hetzelfde zijn bij iedereen
-> maar omdat ook historiciteit van het subject wordt telkens meegenomen in de
interpretatie, zien we dat het raakpunt tussen deze 2 telkens ergens anders komt te
, liggen (bv iemand die ene tekst van de 16de eeuw interpreteert nu vs. Toen) - is
plaatsgebonden en tijdgebonden
-> risico als je dit doordenkt: risico van het relativisme: er is geen “vaste/juiste” interpretatie
en er is geen objectieve waarheid: de manier dat je deze tekst nu leest is één manier om een
tekst te lezen en verschilt met die van de 16 de eeuw
WERELDBEELDEN
Dit is wat we meenemen naar de werkelijkheid, de bril die we ophebben en niet kunnen afzetten: u
kan nooit de werkelijkheid bekijken zonder deze bril; zal altijd vanaf je bepaalde positie zijn
Dit is de bestaanshorizon: is een grens, iets waar je niet buiten kan en je bent hierin geworpen
= “Geworpenheid”: wij mensen komen altijd in dingen terecht, die we niet gekozen
hebben (ouders, moedertaal,.. Allemaal niet gekozen) - worden hier altijd hierin
verworpen
= Slechts gedeeltelijk expliciteerbaar: veel zaken die we nu nog niet kunnen verklaren omdat
we de kennis nog niet hebben
Veranderlijk:
= nadruk op revoluties
= breuken (wat het ene tijdvak van het andere onderscheid)
= avant-garde (jonge generatie kunstenaars die met nieuwe vormen experimenteert)
DEEL 1: LOTGEVALLEN FILOSOFISCHE RATIONALITEIT
OUDHEID
VAN MYTHOS NAAR LOGOS
Nestle: 1940: van mythos naar logos: een verschuiving van de mythe naar logos (rede, ratio)
- een blik om uit te leggen hoe de filosofie is ontstaan
- Nestle zei dat dit het Arische ras kenmerkt (hij is niet neutraal dus)
Hij zegt: “aanvankelijk hebben mensen beroep gedaan op mythes, om uitleg te hebben over
wat ze zien “(bv-seizoenen verklaring)
- kenmerken van mythes
: niet kritisch (waarom vragen blijven weg bij mythes)
: niet op een bepaald moment in de geschiedenis (ahistorisch)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittvde. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.71. You're not tied to anything after your purchase.