100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Handels en financiele verrichtingen - ALLES GESLAAGD! $6.43   Add to cart

Summary

Samenvatting Handels en financiele verrichtingen - ALLES GESLAAGD!

 61 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting handels en financiele verrichtingen (Handelswetenschappen, Ugent, prof Jos Meir)

Preview 10 out of 74  pages

  • February 13, 2024
  • 74
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Inhoudsopgave
Module 1: Handelsverrichtingen......................................................................................................................................... 2

Hoofdstuk 1: waarom handel?....................................................................................................................................................2

Hoofdstuk 2: niet kennen.............................................................................................................................................................4

Hoofdstuk 3: enkel ‘1. Connossementen kennen.........................................................................................................................4

Hoofdstuk 4: betalingstechnieken...............................................................................................................................................5
Betalingstechniek 1: documentair incasso..............................................................................................................................5
Betalingstechniek 2: documentair krediet...............................................................................................................................6

Hoofdstuk 5: financieringstechnieken (5.2. Acceptkrediet: NIET KENNEN).................................................................................7
Discontokrediet........................................................................................................................................................................7
Factoring................................................................................................................................................................................10

Hoofdstuk 6: technieken van risico-indekking (6.2. rente: niet kennen)...................................................................................11

Module 2: financiële verrichtingen.................................................................................................................................... 19

Hoofdstuk 1: financiële markten...............................................................................................................................................19
Algemeen...............................................................................................................................................................................19
Soorten...................................................................................................................................................................................20
Euronext Brussel....................................................................................................................................................................22

Hoofdstuk 2: obligaties..............................................................................................................................................................23
Definitie..................................................................................................................................................................................23
Kenmerken.............................................................................................................................................................................24
Standaard-obligatie en varianten..........................................................................................................................................25
Primaire markt.......................................................................................................................................................................34
Secundaire markt...................................................................................................................................................................35
Rendement: berekening........................................................................................................................................................37
Rendement: determinanten..................................................................................................................................................43
Duration (= gewogen gemiddelde looptijd) SOWIESO EXAMENVRAAG...............................................................................48

Hoofdstuk 3: aandelen...............................................................................................................................................................52
Definitie..................................................................................................................................................................................52
Kapitaalverhoging 2.1. beursintroductie: NK.........................................................................................................................52
Bepaling prijs aandeel 3.1.3. niet kennen..............................................................................................................................54
Determinanten prijs aandeel.................................................................................................................................................57
Beursindexen.........................................................................................................................................................................62
Waardering van aandelen......................................................................................................................................................64
Risicoaversie en risicobeperking............................................................................................................................................67




1

,HANDELS EN FINANCIËLE VERRICHTINGEN
EXAMEN
Kennen:
- Handboek: module 1 en 2, behalve punten die vermeld zijn als ‘niet te kennen’
- Lessen (actualiteit, klemtonen
Inhoud:
- 40% meerkeuze, 60% open vragen
- Voorbeeldvragen examen  UFORA (komen in de les aanbod)
- Examen van vorig jaar 1e en 2e zit online + antwoorden!!!

MODULE 1: HANDELSVERRICHTINGEN

Handelsverrichtingen = ‘verrichtingen’ van een onderneming die (buitenlandse) handel voert

HOOFDSTUK 1: WAAROM HANDEL?
Elke maatschappij kent tegenstelling:
oneindigheid behoeften (voedsel, kledij, woning…)  beperkte hoeveelheid middelen om aan behoeften te voldoen
Behoeften = ONBEPERKT Middelen = BEPERKT
Voedsel Hoeveelheid arbeidskrachten
Kledij Hoeveelheid machines
Woningen Hoeveelheid grondstoffen (vb. olie)
Auto’s
Wasmachines
Computers
Medicijn
Tanks

 Onbeperkte behoeften  beperkte middelen = KIEZEN!!!
 Doel maatschappij: maximale hoeveelheid goederen
 hoe?
3 factoren:
1. Meer productiemiddelen (vb. immigratie = meer arbeidskrachten)
2. Technologische vooruitgang (vb. betere machines = meer goederen produceren)
3. Arbeidsorganisatie wijzigen
 ‘arbeidsverdeling en specialisatie’= iedereen specialiseert zich in bepaalde taak => niet allemaal alles doen
Vb. bakker bakt brood, beenhouwer maakt vlees…
 arbeidsorganisatie  autarkie (= maatschappij waarbij iedereen in eigen behoeften voorziet)
 arbeidsverdeling: op basis van talenten
 Arbeidsverdeling leidt tot productie van meer goederen:

VOORBEELD 1
o Koen: dag opdelen  halve dag brood bakken, halve dag stoelen maken
o Karen: dag opdelen  halve dag brood bakken, halve dag stoelen maken
 Koen bakt op halve dag minder broden, maar maakt meer stoelen = Koen maakt hele dag stoelen
 Karen bakt op halfe dag meer broden, maar maakt minder stoelen = Karen bakt hele dag brood

VOOR arbeidsverdeling:
Brood Stoelen
Koen 4 2
Karen 8 1
TOTAAL (autarkie) 12 3
TOTAAL (specialisatie) 16 4
Koen stoelen
Karen broden

2

,  meest goederen wanneer we arbeidsverdeling en specialisatie uitvoeren
NADEEL: Koen enkel stoelen en Karen enkel broden
 OPLOSSING: HANDEL!
Vb. Koen geeft 1 stoel in ruil voor 4 broden = beide bezitten beide goederen en gaan erop vooruit

NA arbeidsverdeling:
Brood Stoelen
Koen 4 23
Karen 8  12 1
TOTAAL (specialisatie) 16 4
Koen stoelen
Karen broden

 conclusie: specialisatie (+ handel) loont voor Koen en Karen

VOORBEELD 2
10.000.000 80.000.000
BELGIË CONGO
Productiemogelijkheden per inwoner per jaar
Kleding 60 5
Graan 15 10

 België is ‘beter’ in productie van beide goederen
 relatieve kost = kost van een product in termen van ander product:
Vb. 1 kg graan kost 4 kledingstukken in België

BELGIË CONGO
Relatieve kost
Kleding 0,25 (15/60) 2,00 (10/5)
Graan 4,00 (60/15) 0,50 (5/10)

 relatieve kost voor kleding is laagste in België = specialisatie KLEDING
 relatieve kost voor graan is laagste in Congo = specialisatie GRAAN

GEEN arbeidsverdeling WEL arbeidsverdeling




3

,  meer hoeveelheden in bovenste kader dan onderste
kader
 conclusie: handel loont




HOOFDSTUK 2: NIET KENNEN



HOOFDSTUK 3: ENKEL ‘1. CONNOSSEMENTEN KENNEN

( hoort bij hoofdstuk 4: betalingstechnieken)

Connossement = document gebruikt bij vervoer over zee (ondertekend door kapitein waarin deze verklaart de in het
document beschreven goederen te hebben ontvangen en zich verbindt om de goederen te vervoeren naar een
overeengekomen haven)

 Geeft koper de zekerheid dat vermelde goederen onderweg zijn
 Zo is de koper bereid om toch het geld te betalen




4

,HOOFDSTUK 4: BETALINGSTECHNIEKEN

Betalingstechnieken = technieken inzake betaling bij handel
 nodig omwille van tijdsverloop tussen verzending en aankomst goederen

Doelstelling verkoper  doelstelling koper


- Snelle en correcte betaling - Levering conform aan de bestelling

Tijdstip betaling: Tijdstip betaling:
- Voorafbetaling - Achterafbetaling
(=voor levering goederen) (=na ontvangst goederen)
 nadeel koper  nadeel verkoper

Volgt uit gebrek aan vertrouwen (vooral bij internationale handel, je kent de mensen amper/niet)
 koper heeft geen zekerheid dat goederen zullen toekomen => geld betalen of niet?
 verkoper heeft geen zekerheid dat geld zal toekomen => goederen opsturen of niet?




Op basis van documenten gaat de
koper toch betalen
 meer zekerheid/geruststellend
(zie hoofdstuk 1: connossementen)




BETALINGSTECHNIEK 1: DOCUMENTAIR INCASSO

Documentair incasso: betalingstechniek door middel van levering documenten
 betrokken partijen:
o Exporteur Documentair incasso:
o Importeur = voordeel verkoper (eerst geld, dan goederen)
o Bank exporteur = voordeel koper (eerst documenten, dan geld)
o Bank importeur = nadeel verkoper (koper kan betaling weigeren, maar goederen
o kapitein zijn dan wel reeds ‘onderweg’

1. Contract tussen importeur-exporteur
2. Goederen van exporteur naar importeur
3. Connossement van kapitein opgemaakt
4. Documenten van exporteur naar bank exporteur
5. Documenten van bank exporteur naar bank importeur
6. Documenten van bank importeur naar importeur
7. Geld van importeur naar bank importeur
8. Geld van bank importeur naar bank exporteur
9. Geld van bank exporteur naar exporteur
5 10. Documenten van importeur naar kapitein
11. Goederen van kapitein aan importeur geleverd
 importeur heeft goederen, exporteur heeft geld

,BETALINGSTECHNIEK 2: DOCUMENTAIR KREDIET

Bank van koper garandeert dat de verkoper zal betaald worden als hij kan aantonen dat hij al zijn verplichtingen is
nagekomen. Dit wordt geleverd door documenten.
 bank koper is meer betrouwbaar dan koper zelf (regulering en toezicht op banken)
= zekerheid voor verkoper
Documentair krediet: 1. Contract tussen importeur-exporteur
= voordeel verkoper (eerst bevestiging doc  wie welke kosten moet dragen vastgelegd
krediet en dan pas goederen weg) 2. Krediet van importeur naar bank importeur
= nadeel documentair krediet: duurder dan 3. Bevestiging van bank importeur aan bank exporteur dat
documentair incasso (bank rekent kosten aan) krediet is vastgelegd
 bank importeur neemt risico: importeur kan 4. Bank exporteur zegt aan exporteur dat krediet vastgelegd
kiezen om niet te betalen  bank imp doet dit is = garantie betaling
enkel bij voldoende vertrouwen in imp 5. Goederen van exporteur naar kapitein
6. Connossement van kapitein naar exporteur
7. Documenten van exporteur naar bank exporteur
8. Geld van bank exporteur naar exporteur
9. Documenten van bank exporteur naar bank importeur
10. Geld van bank importeur naar bank exporteur
11. Documenten van bank importeur naar importeur
12. Geld van importeur naar bank importeur
13. Documenten van importeur naar kapitein
14. Goederen van kapitein naar importeur




6

,HOOFDSTUK 5: FINANCIERINGSTECHNIEKEN (5.2. ACCEPTKREDIET: NIET KENNEN)

Tijdstip betaling => impact op risico, maar ook op financiering




Heeft te maken met risico
 elke partij wil eigen risico beperken
 risico: goederen geleverd, maar geen geld OF geld betaald, maar geen goederen

Tijdstip:
Impact op risico, maar ook op financiering:



1 2

3 scenario’s:
1. Koper moet betalen wanneer verkoper goederen verzend
 kan tot probleem leiden voor koper (moet direct betalen)
 opbrengst verkoop (verwerkte) goederen pas later
 Nood aan krediet voor koper?
2. Koper moet betalen bij verkoop (verwerkte) goederen door koper
 kan tot probleem leiden voor verkoper (lang wachten op betaling, misschien geld nodig)
 Nood aan krediet voor verkoper?
 2 oplossingen:



DISCONTOKREDIET

Discontokrediet = krediet gebaseerd op geaccepteerde wissel
 wissel wordt voor vervaldag ‘verdisconteerd’ (= verkocht) aan de bank!!
*wissel = document met betalingsverplichting op toekomstige datum (door beide partijen ondertekend)
*verdisconteren van wissel = verkopen van wissel
*accepteren van wissel = akkoord verklaren met wissel = betalingsverplichting aanvaarden




7

, A. CEDENTENDISCONTOKREDIET  verkoper sluit dit af  koper krijgt betalingsuitstel
= cliëntendiscontokrediet
= krediet aangevraad door de leverancier bij zijn bank
 Kenmerken:
o Leverancier geeft uitstel van betaling
o Leverancier draagt kredietkosten (‘lenen kost geld’)
 verkoper/leverancier wil lening/krediet afsluiten = kosten voor verkoper

 werking CEDENTENDISCONTOKREDIET:

 verkoper schrijft wissel = trekker wissel
 koper accepteert wissel = betrokkene wissel
(betalingsverplichting aanvaarden)
 bank verkoper = bank trekker




1. Verkoper trekt wissel (neemt blad en schrijft het op)
2. Koper kijkt of alles klopt en accepteert dit en levert
het terug aan de verkoper
3. Verkoper verkoopt goederen aan koper en
verdisconteert de wissel aan de bank van de
verkoper
4. Bank betaalt geld (contante waarde*) voor de
verdisconteerde wissel aan de verkoper
(verkoper betaalt discontokosten)



*contante waarde = (nominale)waarde wissel – discontokosten
= vergoeding voor het vroegtijdig uitbetalen van wissel = kredietkosten
 verkoper moet dit betalen

PIJL 1,2,3,4 VINDEN VANDAAG PLAATS:
 Contract pas over half jaar, maar verkoper vandaag al geld omdat deze geen half jaar kan wachten



PIJL 5,6 VINDEN OVER HALF JAAR PLAATS

 Bank loopt risico dat pijl 6 geen plaats vindt (koper
betaalt niet)
 Bank zal koper proberen verplichten te
betalen




8

, B. LEVERANCIERSDISCONTOKREDIET  koper sluit dit af  koper moet onmiddellijk betalen
= krediet aangevraagd door koper bij zijn bank
 Kenmerken
o Koper moet onmiddellijk betalen
o Koper is kredietnemer en draagt dus kredietkosten

 werking LEVERANCIERSDISCONTOKREDIET:

Wissel = hulpmiddel voor krediet
 geldbedrag op wissel (=nominale waarde wissel)

Betalingstermijn wissel = looptijd krediet

(nominale) waarde wissel = schuld koper bij verkoper
 nominale waarde > contante waarde
(cedentendiscontokrediet: contante waarde = nominale
waarde – discontokosten)

1. Verkoper geeft wissel aan koper om te vragen of
die dat wil accepteren
2. Koper stuurt de geaccepteerde wissel terug naar
verkoper
3. Verkoper gaat naar bank koper om de wissel te
verdisconteren
4. Verkoper krijgt direct het geld (nominale waarde)
5. Discontokosten betaald door koper

PIJL 1-5 GEBEUREN DIRECT

PIJL 6 EN 7 GEBEUREN WANNEER DE TERMIJN IS
AFGESLOTEN
Vb. van bank betalingsuitstel van half jaar = pijl 6 en 7
binnen half jaar



Vb. €100 lenen  in pijl 7 wordt dit betaald aan bank, maar
om te lenen moet je bovenop die €100 nog €2 rente
betalen aan de bank (vb. hier 2%). Deze €2 zijn de
discontokosten die in stap 5 worden betaald aan de bank.




9

, FACTORING

 kan enkel gebruikt worden door verkoper
 kenmerken
- Leverancier (=verkoper) geeft betalingsuitstel
- Leverancier verkoopt facturen aan factor (=financiële instelling = factoringmaatschappij)
 Factuur = document dat betalingsverplichting bevat ( staat in wat koper aan verkoper moet betalen)
- 2 varianten
o Factoring ZONDER verhaal
 Factor heeft geen verhaal tov leverancier bij wanbetaling koper
 risico: factor draagt zelf risico faling koper (vb. wanneer koper geen geld meer heeft)

1. Levering van verkoper  koper
2. Factuur: verkoper  koper
3. Verkoper gaat met factuur naar
factoringmaatschappij
4. Voorschot van
factoringmaatschappij naar
leverancier (vb. 90€)
5. Factuur FM  koper
6. Betaling factuur door koper aan
FM (vb. 100€)
7. Restant van FM  VK


o Factoring MET verhaal
 Pijl 6 bestaat niet wanneer koper niet betaalt
 FM vraagt voorschot terug
 FM betaalt de restant niet




 factoring zonder verhaal = duurder  anders zouden teveel mensen hiervoor ‘kiezen’
-
 factoring met verhaal = goedkoper
- Leverancier levert goederen, maar krijgt nooit geld, FM eindigt zonder verlies, want vraagt voorschot terug




10

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hogeonderscheidingxx. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.43  3x  sold
  • (0)
  Add to cart