Anatomie en fysiologie, met MyLab NL toegangscode 6e editie
Dit is een uitgebreide samenvatting van de celstructuur en -functie, deze is een samenvoegsel van PPT, eigen notities en cursus. Aan de hand van mijn samenvattingen slaagde ik voor al mijn examens van het 1ste semester. Veel succes!
1. Het bestuderen van cellen
Het bestuderen van de structuur en functie van cellen wordt celleer/cytologie genoemd.
Er zijn verschillende celtypen in het menselijk lichaam.
Cellen bevinden zich in een waterig milieu, noodzakelijk voor homeostase – uitwisseling is
vereist (opname/afgifte)
Het plasmamembraan is een fysieke isolatie, onderscheid tussen:
- intra-cellulair
- extra-cellulair
Het cytoplasma bevat de kern + cytosol + organellen.
2. Het plasmamembraan
Algemene functies van het plasmamembraan zijn oa:
Fysieke isolatie
- maakt onderscheid mogelijk tussen intra- & extracellulair
- bepaalde verschillen moeten blijven bestaan omwille vd homeostase
Reguleren van de uitwisseling met de omgeving
- binnen neme van ionen en voedingsstoffen
- verwijderen van afvalstoffen
- afgeven van klierproducten (exit uit de cel via golgi apparaat)
Gevoeligheid voor de omgeving
- gevoelig voor veranderingen in het externe milieu
- plasmamembraan is de eerste plaats voor contact met extern milieu
- receptormoleculen: herkent moleculen en kan hierop reageren
Structurele stabiliteit
- door verbindingen tussen celmembranen
- door verbindingen tussen cytoskelet en plasmamembraan
- geeft stevigheid
Het plasmamembraan is buitengewoon dun (6-10nm) en bevat vetten, eiwitten en
koolhydraten.
,Membraanlipiden
Fosfolipiden vormen een belangrijke component van celmembranen. De fosfolipiden in een
plasmamembraan liggen in twee afzonderlijke lagen, waarbij de hydrofiele koppen aan de
buitenzijde en de hydrofobe vetstuurstaarten aan de binnenzijde liggen. Om deze reden
wordt het plasmamembraan vaak een fosfolipide dubbellaag genoemd. Dankzij deze
rangschikking staan de hydrofiele koppen van de twee lagen in contact met de
wateromgeving aan beide zijden van het membraan – de extracellulaire vloeistof buiten de
cel en de intracellulaire vloeistof binnen de cel. De hydrofobe staarten zullen zich niet met
water of geladen moleculen mengen; dankzij deze kenmerken kan het plasmamembraan als
een selectieve fysieke barrière optreden. In vet oplosbare moleculen en stoffen als zuurstof
en koolstofdioxide kunnen het vetgedeelte van een plasmamembraan passeren, maar ionen
en in water oplosbare verbindingen niet. Tussen de vetzuurstaarten liggen
cholesterolmoleculen en kleine hoeveelheden andere vetten. Cholesterol verstevigt het
plasmamembraan.
Membraaneiwitten
Het membraan is een soepel geheel. Membraaneiwitten zijn lokaal of vrij gebonden.
Transmembraaneiwitten hebben een volledige doorgang tussen intra- en extra cellulair.
Water en in water opgeloste stoffen kunnen erdoor. De enige beperking is de omvang en de
vorm van de stof tov de diameter van het transmembraaneiwit. Er zijn dus
membraaneiwitten met slechts een gedeeltelijke doorgang.
Membraaneiwitten kunnen fungeren als:
- receptoren: gevoelig voor hormonen
- kanaaleiwitten: doorgang voor ca-ionen bij spiersamentrekking
- dragereiwitten: input van glucose
- enzymen: katalyseren reacties
- verankeringseiwitten: hechting aan het cytoskelet – geeft stevigheid en vorm aan de cel en
het membraan
- herkenningseiwitten: onderscheid is mogelijk tussen lichaamseigen en lichaamsvreemde
stoffen, herkenning van lichaamsvreemde antigenen, lichaam reageert hierop
2
, Membraankoolhydraten
Koolhydraten vormen complexe moleculen met eiwitten of vetten aan het buitenste
oppervlak van het plasmamembraan. Koppelen met vetten (glycolipide) en eiwitten
(glycoproteïnen).
Koolhydraten fungeren als:
- smeermiddel en kleefmiddel voor de cel
- receptor voor extracellulaire verbindingen
- onderdeel van herkenningssysteem voor lichaamsvreemde stoffen
3. Diffusie en filtratie zijn passieve transportmechanismen
De doorlaatbaarheid of permeabiliteit van het plasmamembraan is de eigenschap waardoor
precies wordt bepaald welke stoffen het cytoplasma in of uit kunnen gaan.
Permeabiliteit is afhankelijk van:
- de omvang van de stof
- de elektrische lading
- de vorm van het molecuul
- de oplosbaarheid van de stof in vet
- combinatie van deze factoren
De verplaatsing van een stof door een membraan kan passief (vereist geen energie) of actief
(verbruikt energie) zijn.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller astridvd. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.36. You're not tied to anything after your purchase.