100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting inleiding in de filosofie met inbegrip van wetenschapsleer $6.06   Add to cart

Summary

samenvatting inleiding in de filosofie met inbegrip van wetenschapsleer

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

samenvatting voor het vak inleiding in de filosofie met inbegrip van wetenschapsleer gegeven door prof. Claessens. Samenvatting van zijn lessen, zijn cursus en zijn slides. Haalde met deze samenvatting een 16/20 voor zijn vak.

Preview 4 out of 98  pages

  • February 17, 2024
  • 98
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
INLEIDEND HOOFDSTUK: PRELIMINARIA
1. PLATO’S GROT
- Filosofie wordt gezien als een discipline die ontstaan is uit / vertrekt vanuit “verwondering”
 Prof: verwondering klinkt te positief  het vertrekt uit een “ervaring van betekenisverlies”
 = Moment/episode in leven (positief of negatief) waarop de dingen die evident/duidelijk
koek zijn, problematisch worden  Men gaat dingen anders zien en stelt het plots in vraag


- Men maakt iets mee/men overkomt iets (passief) OF bewust verwonderen (filosoof) (actief)
 + vormen van omgaan: dramatisch (terugtrekken), productief (aanzetten), theorie maken


- Allegorie (= abstract begrip verbeelden in een symbolische voorstelling) van Plato’s Grot:
 Mens = gevangene/vastgeketend zonder het te beseffen
 Hun rug tegen een muur, met hun gezicht gericht op een wand
 Achter de muur schijn een lichtbron
 Achter de muur, buiten de grot, lopen mensen heen en weer met voorwerpen
 De gevangenen zien enkel de schaduwen geprojecteerd worden op die wand
 Als men zou vragen aan de gevangene wat echt is, dan zal hij antwoorden “de schaduw”

 Iemand met geweld bevrijdt 1 gevangene en sleurt hem mee buiten en geraakt verblindt
 Bevrijder legt hem uit dat hij al die tijd schaduw zag en dat dit de echte realiteit is
 Eerst een moment van schok, woede, wantrouwen,…
 Daarna gaat de persoon terug in de grot en legt de schaduw uit en de echte wereld
 Reactie: gevangenen willen de filosoof (bevrijde gevangene) vermoorden (weer geweld)
 Houden vast aan eigen gedachten



- Modernere benadering door Zizek (Sloveen):
 Wat wij werkelijkheid noemen (= de wereld)  die wereld is niet de werkelijke wereld
 The Real is iets wat wij als mensen niet ervaren
 want wij leggen een sluier/een orde/een structuur erover = the Symbolic
 Symbolische orde = 2de natuur = die wij eigen maken en aannemen als realiteit
 de tweede natuur wordt het voorwerp van kritische reflectie
 enkel de structuur voor en door andere mensen is ‘vooraf geordend’  niet gekozen
 moment van betekenisverlies = wanneer realiteit zich toont en de sluier breekt
 enkel iets dat de filosofen waarnemen, mensen moeten stilstaan hiervoor



- Andere benadering door Hussurl:
 de realiteit is de wereld van de wetenschap (atomen, lege ruimte, tijd, massa)
 wij zijn een subjectieve wereld hiervan:
 ik luister naar iets ( = geluidsgolf), ik ben verliefd ( = hormoon),…
 onze leefwereld is secundair

, - Andere benadering door Nietsche:
 kameel (lastdier, eigendom, gebukt)  leeuw (brult, nee, creëert niet)  kind = finale
 kind = opbouwen & met plezier afbreken
 volwassene = bouwt en ziet het als construct, verworven, eeuwig, niet onder druk
 waarom? daarom!: kinderen vragen veel, maar volwassenen kunnen geen antwoord geven
 vs. blik van kind = kind vraagt iets maar is niet blij met “daarom”, het wil “weten”




2. FILOSOFIE EN IDEOLOGIE
- Filosofie = wetenschap
 argumentatie (beoordeling) & technisch vocabularium & stelling poneren (voor brengen)
 ideologie = geheel van definitieve zekerheden die het bestaan ordenen


- Verwondering blijft in het spel
 verwondering: niet enkel beginpunt, maar leidraad die het denken altijd in greep houdt
 verwondering zal mens in staat stellen om te durven denken over wat hij denkt dat zeker is
 filosofie stelt zich open & biedt ruimte voor kritiek en vragen
 filosofie: altijd besef dat de wereld niet is wat ze lijkt = vervreemding
 besef dat oude evidenties op losse schroeven staat



- Onderscheidt met ideologie
 binnen ideologie geen plaats voor verwondering, regime in vraag stellen, kritiek,…
 ideologie = conservatief, wil in stand houden en heeft definitieve zekerheden



3. HISTORICITEIT VAN DE FILOSOFIE
- Spatio-temporele context (ruimte & tijd)
 vragen en antwoorden veranderen voortdurend
 filosofie is op een moment in de geschiedenis geschreven en heeft een geschiedenis
 interpretatie ontsnapt niet aan de historiciteit, maar is er wezenlijk een onderdeel van
 onderwerpen die in filosofie onderzocht werden variëren in tijd en ruimte


- Ook de interpretatie is historisch bepaald
 historisch object én subject
 geen objectieve maatstraf
 niet enkel objecten historisch bepaald, ook subjecten: dat wat het object interpreteert
 De interpretatie van het object verandert als men inziet dat het subject ook historiek heeft

 nu: opkomst vrouwenrechten
 risico: relativisme: geen juiste maatstaf

- Filosofie is wezenlijk historisch: Hegel: “De filosofie begrijpt zijn tijd in gedachten”

,4. WERELDBEELD = WAT U MEENEEMT NAAR DE WERKELIJKHEID (EEN BRIL)
- Bestaanshorizon waarin we zijn “geworpen” & voor ons gekozen
 men is begrensd, kan niet buiten eigen historiciteit kijken
 men komt in iets terecht, men heeft hier niet voor gekozen, het is deel van de bril
 verandert: door revolutie, avant-garde (jong kunst), breuken  onderscheidt tijdsvakken


- Slechts gedeeltelijk expliciteerbaar
 door eigen bril kijken, creëert blinde vlekken


- Wijsbegeerte vs. wereldbeeld:
Conservatief & legitimerend = bevestigen
Kritisch & progressief = veranderen

, HOOFDSTUK 1: OUDHEID
1. VAN “MYTHOS” NAAR “LOGOS”
Westerse wijsbegeerte ontstaat in 6de eeuw voor Christus in het Griekse cultuurgebied
 de rede zal hier gebruikt worden als nieuw verklaringsprincipe, daarvoor was dat de mythe

Nestle: boek: “van mythos naar logos” = legt de geboorte van de filosofie uit
 verschuiving van mythen/verhalen naar rede/uitleg/objectiviteit/orde


Mythe
= ahistorische verleden tijd
 niet kritisch: trekt eigen verklaringsmethode niet in twijfel
 wel normatief & legitimerend  het bestaande wordt bevestigd & gelegitimeerd

 verwijst naar een eenmalige, grondleggende gebeurtenis met goden of halfgoden
 natuurkrachten & hemellichamen beschreven als antropomorfe goden
 wereldorde is het effect van hun contingente beslissingen en relaties



Cultuurschok 6de E
= transformatiemoment  betekenisverlies
door: 1) Contact vreemd volk (antropomorfisme) door kolonisatie, handel & vernieuwing
2) Verschuiving van mondeling naar schriftelijke cultuur  vanaf nu afstand auteur & tekst
3) Kritiek op mythe



Logos
= na betekenisverlies
 desacralisering van natuur: rivier is niet meer god, maar het is attribuut van een god
Weer antropomorfisme  Vb. Zeus’ attribuut is bliksem
 Natuur komt vrij, kan vanop afstand bestudeert worden
 theoria (op afstand kijken), beschouwing, onderzoek  typisch Grieks: willen weten, niet praktijk



Grieks Wonder
mythos  logos
mondeling  schrift
antropomorfisme  desacralisering

 Manier van overlevering verandert
 Men zoekt dus dan universele geldigheid, objectieve inzichtelijkheid en systematische ordening
 logos = rede = uitleg: alle situaties waar uitleg verschuldigd is, vragen om logos

 God krijgt andere status: Griekse religie op eerste plaats een natuurgodsdienst

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mariekedries. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.06. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79271 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.06
  • (0)
  Add to cart