100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting methoden van het wetenschappelijk onderzoek $3.23   Add to cart

Summary

Samenvatting methoden van het wetenschappelijk onderzoek

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

dit is het eerste deel van mijn samenvatting van methoden van het wetenschappelijk onderzoek

Preview 4 out of 39  pages

  • Yes
  • February 18, 2024
  • 39
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Methoden van het wetenschappelijk onderzoek les 2
Hoe kunnen we interessante vragen beantwoorden :

- Niet wetenschappelijke methoden
- Wetenschappelijke methoden

Niet-wetenschappelijke methoden

1) Vasthoudenheid (tenacity)
2) intuïtie
3) autoriteit
4) rationalisme
5) empirie

1) vasthoudenheid (tenacity)

 we accepteren informatie als waar, omdat het altijd zo geweest is of omdat bijgeloof de
informatie ondersteunt
 gebaseerd op gewoonte of bijgeloof
 we geloven iets omdat we het altijd al geloofd hebben, clichés
 of omdat bepaalde overtuigingen voorgesteld worden als feiten (bv. een spiegel die breekt)
 in reclames wordt het vaak gebruikt om iemand te overtuigen van iets
 MAAR : info kan foutief zijn en het corrigeren is zeer moeilijk (het is moeilijk om iemand iets
niet te laten geloven)

2) intuïtie

 We accepteren informatie als waar, omdat dit juist aanvoelt
 Gebaseerd op buikgevoel, voorgevoel, instinct of ingevingen
 Snelle manier om vragen te beantwoorden
 Vaak gebruikt als we over geen enkele info beschikken
 Ethische vraagstukken of morele dilemma’s worden vaak opgelost met intuïtie
 Bv. je voelt aan dat je vriend een slechte dag heeft of je kiest welk je als avondeten gan eten
 Ouders bevelen dit vaak aan aan hun kinderen
 Snelle methode en hebben we nodig als er niet anders voor handen hebben
 MAAR geen enkele manier om accurate en foutieve info te onderscheiden

3) autoriteit

 We accepteren informatie als waar, omdat de informatie afkomstig is van een expert rond dat
onderwerp
 Gebaseerd op vertrouwen in een autoriteit, expert, een bron
 Google
 Snel en makkelijk
 Vaak een prima startpunt -> snel en makkelijk
 Omvat ook de methode van geloof : (extreme vorm van autoriteit) blind vertrouwen in een
autoriteitsfiguur waardoor we diens info (blindelins) accepter -> bv. een sekte ( niet zonder
gevaar)
 MAAR : levert niet altijd accurate info op : experts kunnen gebiast zijn (elke expert vertrekt
vanuit subjectiviteit + info kan een subjectieve opinie reflecteren + de expertise wordt niet in
vraag gesteld+ expertise die gegenariliseerd wordt naar andere domeinen (bv. beroemde

1

, mensen die goede producten verkopen) + expert is niet echt een expert -> mensen gaan niet
voor een second opinion + mensen kunnnen liegen over het expert zijn

4) rationalisme

 Logisch redeneren
 We vertrekken van uit een aantal gekende feiten of assumpties (=premissen) en gebruiken
logica om to teen conclusie of antwoord te komen
 Uit premissen volgt logische conclusie
 Indien de premissen waar zijn en we redeneren correct, dan is de conclusie correct
 De rationale methode start pas NA de premissen
 Geen info verzameld, geen observatie, geen evidentie
 Vaak gebruikt om alternatieven logisch af t wegen, zonder alle mogelijkheden ook daadwerkelijk
uit te proberen -> door logisch redeneren tot de beste optie komen
 MAAR : alles valt of staat bij de juistheid van de premissen (we gaan ervan uit dat de premissen
juist zijn -> we moeten vertrekken vanuit de correcte premissen
 MAAR : alles valt of staat bij de juistheid van het logisch redeneren, maar we zijn niet zo goed in
logisch redeneren (er kunnen soms meerdere redenen zijn) + de premissen zijn niet altijd waar

5) empirie

 Antwoorden zoeken door directe observatie of directe sensorische ervaring
 ‘alle kennis wordt verworven door de zintuigen’
 Veel antwoorden zijn beschikbaar door de wereld rondom ons te observeren
 MAAR : onze waarneming en interpretatie van de wereld rondom ons kan ons bedriegen
 Sensorische ervaring kan ons misleiden (bv; ilussies
 Invloed van voorkennis, verwachtingen, gevoelens, overtuigingen op perceptie
 Misinterpretatie van sensorische ervaring (bv. ooggetuigen laten veel info vallen)
 Kost tijd : met de empirische methode ga je bij een probleem verschillende oplossingen
uitproberen = trial-and-error
 Kan gevaarlijk zijn (bv. paddenstoel giftig of niet?)

Vasthoudenheid en intuïtie en autoriteit -> niet kritische technieken, nuttig voor het snel
beantwoorden

Rationalsime en empirie -> stellen meer eisen aan de info en antwoorden die ze produceren

Wetenschappelijke methoden is gebaseerd op niet-wetenschappelijke methoden

 Op empirie en rationalisme

De wetenschappelijke methode

 =manier om kennis te vergaren waarbij specifieke vragen geformuleerd worden en er
systematisch naar antwoorden gezocht wordt
 Bevat elementen van de niet-wsplk methoden
 Deze combinatie tracht de beperking van individuele methoden te vermijden
 Doel = zo accuraat mogelijk antwoord te bekomen
 Bestaat uit 5 verschillende stappen




2

,Stap 1 : observatie

 Van gedrag of andere fenomenen
 Direct (= iets dat je zelf opmerkt) of indirect (=als iemand anders het opmerkt)
 Vaak worden de observatie gegeneraliseerd -> inductie : op basis van enkele observatie wort
een algemen conclusie bereikt bv. een groene appel die zuur is



Stap 2 : Hypothese vormen

 Indentificatie van variabelen die geassocieerd zijn met je observatie
 Variabelen die met die stelling samenhangen (met de observatie) -> kan alles zijn (leeftijd,
geslacht, situatie, persoonlijkheid,...)
 Je observaties kunnen beïnvloed worden door verschillende variabelen en deze kunnen de
observatie (deels) verklaren
 We gaan niet alle variabelen gebruiken (meestal eentje)
 Selecteer 1 van de mogelijke verklaring voor de observatie die je gaat evaluren = HYPOTHESE
 Bevat een beschrijving/verklaring van een relatie tussen variabelen
 Andere mogelijke verklaringen worden niet ontkend
 Geen definitieve verklaring, maar een mogelijke voorlopige verklaring die getest en
kritisch geëvalueerd moet worden



Stap 3 : predicties vormen

 Hypothese omvormen tot een predictie
 Hypothese toepassen op een specifieke, observeerbare situatie -> observeerbaar maken
 Één hypothese kan aanleiding geven tot verschillende predicties
 Elke predictie verwijst naar een specifieke situatie/gebeurtenis die kan gemeten en
geobserveerd worden
 Predicties moeten toetsbaar zijn : het moet mogelijk zijn om de predictie te ondersteunen of
weerleggen obv observaties
 Je moet ze kunnen weerleggen -> anders niet valide
 We vormen op basis van deductie : op basis van een algemene stelling bereiken we conclusie
over specifieke methoden
 Deductie is een logisch proces (rationele methode)
 We vertrekken vanuit informatie die we al weten en zo maken we een verklaring
 Op examen predictie van hypothese kunnen onderscheiden

Inductie vs deductie

 Deductie : tot iets specifieker komen
 Zie afbeelding




Stap 4 : evaluer de predictie obv systematische, geplande observatie ( empirische methode)

 Bij stap 1 : een informele observatie
 Hier gaan we een gestructureerde observatie doen

3

,  Hier vindt het eigenlijk onderzoek of dataverzameling plaats
 Doel = faire en niet-gebaiste test van de onderzoekshypothese door te observeren de predictie
correct is
 Los van subjectieve interpretatie en verwachtingen -> je moet als onderzoeker subjectief zijn
 Hieruit kun je concluderen of de predictie klopt of niet
 “vloeken vermindert pijn”

Stap 5 : gebruik de observatie om de hypothese te ondersteunen weerleggen of herspecifiëren

 Vergelijk observaties met predicties gebaseerd op hypothese
 Als je andere vragen bedenkt : nieuwe hypothese vormen
 Terug naar STAP 2 : hypothesvorming

De wetenschappelijke methode

 Serie van stappen die steeds opnieuw doorlopen worden
 Observatie-> hypothese -> predictie -> observatie -> hypothese -> etc.
 Circulair proces

Drie belangrijke principes van de wetenschappelijke methode

1) Wetenschap is empirisch : we zoeken antwoorden obv gestructureerde en systematische
observaties
 Observaties zijn zo gestructureerd dat ze duidelijk ondersteuning of weerleggingen van
de hypothese bieden
 Observaties zijn systematisch in de zin dat ze uitgevoerd worden in een set van condities
zodat we onze vraag accuraat kunnen beantwoorden
 We gaan dingen doen
2) Wetenschap is openbaar : de observaties zijn beschikbaar voor de evaluaties van andere
 Ander moeten exact hetzelde stapt-voor-stap proces kunnen herhalen = replicatie
 Verzeker verifieerbaarheid van observaties
 Studies openbaar maken in het wetenschappelijk veld
 Peer review = het artikel wordt aan een strikte controle onderworpen voordat het
geplubiceerd wordt
 Vergt een gedetailleerde beschrijving van de methode
 Laat toe om observaties te repliceren en zo bevindingen te bevestigen
3) Wetenschap is objectief
 De overtuigingen en biases van de onderzoeker mogen geen invloed hebben op de
resultaten van de studie
 Geloof in een bepaald theorie, verwachtingen over het resultaat van eenstudie
 Soms een blinde procedure waarbij de proefnemer de hypothes niet weet

Wetenschap versus pseudowetenschap

 Ontbreken van empirische evidentie
 Geen toetsbare en weerlegbare hypothes
 Gebaseerd op subjectief bewijs
 Stagneert, blijft onveranderd door de jaren heen
 Niet gegrond in vorig onderzoek
1) De hypothes moet toetsbaar en weerlegbaar zijn
 De theorie moet exact kunnen zijn wat de onderzoekers denken dat er fout is


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noadaems1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67163 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23
  • (0)
  Add to cart