Inleiding tot het Nederlandse internationaal privaatrecht
Volledige, uitgebreide samenvatting van blok 1 van IPR Familierecht. In de samenvatting wordt het boek, de kennisclips, het werkcollege en de jurisprudentie uiteengezet. Daarnaast worden de nagekeken casusvragen van blok 1 beantwoord.
Het internationaal privaatrecht gaat om internationale zaken. Het gaat niet over internationaal recht,
maar het gaat erom dat de zaak zelf een internationaal karakter heeft: er zijn bepaalde feiten in de
casus wat het internationaal maakt. Het gaat om private geschillen, dus niet over geschillen tussen
staten, maar over private partijen: natuurlijke personen of rechtspersonen. Het gaat om de
rechtelijke aard van het geschil, dus niet over de emotionele aard.
Voorbeeld minuut 2.11 t/m 6.10.
Er spelen 3 hoofdvragen bij casussen die raken aan het internationaal privaatrecht:
- Bevoegdheid: bij welke rechter kan iemand terecht?;
- Toepasselijk recht: welk recht is van toepassing op het geschil?;
- Erkenning en tenuitvoerlegging: beslissing gegeven in een ander land?
Daarnaast hebben de volgende onderwerpen ook betrekking op het internationaal privaatrecht:
- Administratieve samenwerking. In veel internationale instrumenten worden verschillende
administratieve contactpunten opgericht: zogenaamde centrale autoriteiten. Dit
voorspoedigt de communicatie tussen landen als er sprake is van een internationaal geschil.
De administratieve samenwerking is een steeds belangrijker onderdeel van het internationaal
privaatrecht;
- Procesrecht. Het internationaal privaatrecht heeft ook een procesrechtelijke kant. Dit valt
voornamelijk te zien in de bevoegdheidsregels. Ook zijn regels omtrent betekening en bewijs
die in het proces moeten worden meegenomen.
Met betrekking tot de bevoegdheid en het toepasselijk recht wordt een andere terminologie
gehanteerd. In het IPR wordt vaak latijn gebruikt om bijvoorbeeld bevoegdsheidsgronden aan te
duiden:
Bevoegdheid: ‘forum’:
Forum delicti: de rechter van de plaats waar de onrechtmatige daad heeft plaatsgevonden;
Forum rei sitae: de rechter van de plaats waar het goed zich bevindt;
Forumkeuze: de rechter die door partijen wordt gekozen.
Toepasselijk recht: ‘lex’:
Lex loci delicti: het recht van de plaats waar de onrechtmatige daad heeft plaatsgevonden;
Lex rei sitae: het recht van de plaats waar het goed zich bevindt;
Rechtskeuze: het recht dat door partijen wordt gekozen.
Het feit dat partijen een forumkeuze hebben afgesproken, betekent niet automatisch bij de
rechtskeuze dat hier hetzelfde land is afgesproken.
Het internationaal privaatrecht is een nationaal onderwerp. De zaak zelf is internationaal, maar het is
een rechterlijke aard, en die regels zijn in ieder land verschillend (net zoals het contractenrecht in elk
land verschillend is). De regels van het internationaal privaatrecht in Nederland zijn daardoor anders
dan in bijvoorbeeld Duitsland. Dus in zijn oorsprong is het internationaal privaatrecht nationaal van
aard. Over de jaren heen hebben internationale organisaties gezien dat dit tot problemen kan leiden
en dat harmonisatie en unificatie nodig is: vandaar dat er een toenemende mate internationale
verdragen en Europese verordeningen zijn gekomen om die nationale regels te unificeren.
, Het internationaal privaatrecht grenst aan andere rechtsgebieden (voorbeelden minuut 12.30 t/m
15.27):
Er bestaat 3 verschillende niveaus van bronnen:
1. EU-instrumenten (meestal verordeningen);
2. Internationale instrumenten (meestal verdragen). Het internationaal privaatrecht wordt het
meest geregeld door het Haagse conferentie voor het IPR (= een organisatie die in 1833 is
opgericht in Den Haag, gaan erover of er internationale instrumenten kunnen worden
opgesteld op het gebied van het internationaal privaatrecht om grensoverschrijdend handels-
en familierechtelijk verkeer makkelijker en uniformer te maken);
3. Nationale bronnen. Deze nemer een kleinere rol op het moment dat er toepasselijke
internationale instrumenten zijn. Op sommige gebieden zijn er geen internationale
instrumenten, waardoor de nationale bronnen een grotere plaats innemen.
- Wetten (e.g. Boek 10 BW);
- Ongeschreven recht;
- Gewoonterecht (e.g. US Restatement).
Internationale instrumenten.
Het kan zijn dat een Verdrag van kracht is, maar een Verdrag is niet altijd van toepassing op de casus.
Hiervoor dienen 3 vragen gesteld te worden (om er achter te komen of de casus valt onder de
toepassingsgebieden van het Verdrag):
1. Materiële toepassingsgebied: heeft betrekking op het onderwerp. Welke onderwerpen
worden geregeld door het Verdrag? (Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat een Verdrag betrekking
heeft op contracten, maar misschien niet op consumentencontracten);
2. Formele toepassingsgebied: heeft betrekking op de ruimte (een Verdrag kan bijvoorbeeld
aangeven dat het enkel van toepassing is indien de verweerder woonplaats heeft op het
grondgebied van een verdragsluitende staat. Het kan ook zijn dat er geen beperking zit m.b.t.
de ruimte, dit noem je een Universeel formeel toepassingsgebied);
3. Temporele toepassingsgebied: dit is een afbakening in de tijd. Deze bestaat altijd in twee
verschillende elementen: een datum en een peilmoment. (Een peilmoment kan bijvoorbeeld
de datum van de zitting of het opstellen van het contract zijn. Het kan ook zijn dat er geen
tijdsaanduiding is, en dat het ook met terugwerkende kracht van toepassing is).
Op het moment dat je een internationaal instrument tegenkomt, is het van belang om bovenstaande
vragen te stellen. Het Verdrag is van kracht in Nederland, maar is het ook van toepassing op mijn
casus (zowel materieel als formeel als temporeel)?
Indien er meerdere bronnen van toepassing zijn op een bepaalde casus, dan is er sprake van
samenloop. Oplossing:
Internationaal instrument vs. nationale bron
o Op basis van art. 93/94 Gw gaat het internationaal instrument voor;
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessavanschaik. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.