MSK 2
1. Heup (= Art. coxae)
1.1. Inleiding
Directe & indirecte verbindingen
Functionele relatie met Sacro-iliacaal gewricht, symphysis pubica, lumbale wervelkolom,
knie, onderbeen, enkel & voetregio
o Deze regio’s dienen in de beoordeling meegenomen te worden
=> mechanische schakel tussen onderste & bovenste kwadrant
o Primaire functies: overbrengen van krachten & het plaatsen van de voet in de ruimte
Articulatio coxae
Fossa acetabuli
o Lateraal
o Ventraal
o Caudaal
Caput femoris
2 functies:
o Mobiliteit
o Stabiliteit
Mobiliteit & Stabiliteit
Art. spheroidea
Grote stabiliteit gaat ten koste van de beweegelijkheid
3 assen – 3 bewegingsvlakken
o Flexie-extensie
o Abductie-adductie
o Endorotatie-exorotatie
Passieve stabiliserende elementen
o Configuratie van kop en kom
Halsschachthoek of collumdiafysehoek
<120°: coxa vara
>135°: coxa valga
Anteversiehoek
Hoek tussen condyli femoris en collum femoris
Norm: 12° - 14°
Toegenomen anteversiehoek: > 14°
Retroversiehoek: vanaf 5°
Hoek van Wiberg of ‘center-edge angle’
Maat voor benige overkapping van de heupkop
1
, o Zwaartekracht
o Negatieve intra-articulaire druk
o Capsulo-ligamentaire structuren
Halsschachthoek:
Anteversiehoek:
Hoek van Wiberg:
2
, Actieve stabiliserende elementen
o Rotatorenmanchet
o Flexoren en extensoren
Stabiliteit in het sagittale vlak
o Abductoren en adductoren
Stabiliteit in het frontale vlak
Functionele biomechanica
Kapsulair patroon
o Endorotatie > flexie/abductie > extensie
o Let op: niet wetenschappelijk onderbouwd
Rustpositie
o 30° flexie, 30° abductie, geringe exorotatie
Closed packed position
o Max. extensie, met bijkomend lichte abductie en endorotatie
Aandoeningen van de heup
Gewrichtsaandoeningen
o Coxartrose
o Traumatische artritis
o Niet-traumatische artritis
o Ischemische femurkopnecrose bij volwassenen
o Transiënte osteoporose
o Corpus liberum
o Femoroacetabulair impingement (FAI)
o Labrumletsels/kraakbeenletsels
o Heupdysplasie
Gewrichtsaandoeningen bij kinderen
Aandoeningen van de bursae
Aandoeningen van het spierpeesapparaat
Andere aandoeningen van de heup
Gewrichtsaandoeningen
1. Coxartrose
= langzaam verlies van gewrichtskraakbeen
o Langzaam voortschrijdend proces
Veranderingen in het subchondrale bot & aan de gewrichtsranden (osteofytose)
Veranderingen in heel het gewricht
verschil tussen klinische artrose of vastgesteld door vb RX -> vertonen meestal niet
dezelfde klachten
Zeer frequent
3
, Vaak asymptomatisch (röntgendiagnose)
Zowel unilateraal – bilateraal
♀>♂
Verschillende Risicofactoren: genetica, intrinsieke (trauma in het verleden) & extrinsieke
(overgewicht)
Perioden van relatieve stabiliteit zonder veel symptomen afgewisseld met perioden waar
de aandoening actiever is
Acute exacerbatie & ontstekingsverschijnselen = flare
Primair
o Idiopatisch
o Vanaf 40 jaar
Secundair
o agv een afwijkende anatomie (vb. coxa valga,...)
o agv trauma
o agv een doorgemaakte ziekte/aandoening (vb. avasculaire necrose)
o vanaf 25 jaar
klinisch onderzoek:
basisonderzoek
o Anamnese
Pijn lies-bil-bovenbeen (vaak het L3 dermatoom)
! Soms enkel pijn in de knie !
(start-) stijfheid of na langdurige belasting => 1e fase
Belastingsafhankelijk → rustpijn → nachtelijke pijn
=> latere fase
Problemen bij dagelijkse activiteiten => latere fase
Crepitaties kunnen gehoord & gevoeld worden
Veroorzaakt door ruwe gewrichtsoppervlakken &
benige verdikkingen aan de gewrichtsranden die
langs de ligamenten strijken
o Functieonderzoek
Antalgisch Mankend gangpatroon
Compenseert hyperextensie vd lumbale wervelzuil
( rugklachten)
Bewegingsbeperking (KP?) (vnl. endorotatie)
Verhard, benig eindgevoel (vnl. endorotatie!)
Flexiecontractuur (Thomastest +)
Teken van Drehman = heupflexie gepaard met een exorotatie + abductiebeweging
Trendelenburg +
4
1. Heup (= Art. coxae)
1.1. Inleiding
Directe & indirecte verbindingen
Functionele relatie met Sacro-iliacaal gewricht, symphysis pubica, lumbale wervelkolom,
knie, onderbeen, enkel & voetregio
o Deze regio’s dienen in de beoordeling meegenomen te worden
=> mechanische schakel tussen onderste & bovenste kwadrant
o Primaire functies: overbrengen van krachten & het plaatsen van de voet in de ruimte
Articulatio coxae
Fossa acetabuli
o Lateraal
o Ventraal
o Caudaal
Caput femoris
2 functies:
o Mobiliteit
o Stabiliteit
Mobiliteit & Stabiliteit
Art. spheroidea
Grote stabiliteit gaat ten koste van de beweegelijkheid
3 assen – 3 bewegingsvlakken
o Flexie-extensie
o Abductie-adductie
o Endorotatie-exorotatie
Passieve stabiliserende elementen
o Configuratie van kop en kom
Halsschachthoek of collumdiafysehoek
<120°: coxa vara
>135°: coxa valga
Anteversiehoek
Hoek tussen condyli femoris en collum femoris
Norm: 12° - 14°
Toegenomen anteversiehoek: > 14°
Retroversiehoek: vanaf 5°
Hoek van Wiberg of ‘center-edge angle’
Maat voor benige overkapping van de heupkop
1
, o Zwaartekracht
o Negatieve intra-articulaire druk
o Capsulo-ligamentaire structuren
Halsschachthoek:
Anteversiehoek:
Hoek van Wiberg:
2
, Actieve stabiliserende elementen
o Rotatorenmanchet
o Flexoren en extensoren
Stabiliteit in het sagittale vlak
o Abductoren en adductoren
Stabiliteit in het frontale vlak
Functionele biomechanica
Kapsulair patroon
o Endorotatie > flexie/abductie > extensie
o Let op: niet wetenschappelijk onderbouwd
Rustpositie
o 30° flexie, 30° abductie, geringe exorotatie
Closed packed position
o Max. extensie, met bijkomend lichte abductie en endorotatie
Aandoeningen van de heup
Gewrichtsaandoeningen
o Coxartrose
o Traumatische artritis
o Niet-traumatische artritis
o Ischemische femurkopnecrose bij volwassenen
o Transiënte osteoporose
o Corpus liberum
o Femoroacetabulair impingement (FAI)
o Labrumletsels/kraakbeenletsels
o Heupdysplasie
Gewrichtsaandoeningen bij kinderen
Aandoeningen van de bursae
Aandoeningen van het spierpeesapparaat
Andere aandoeningen van de heup
Gewrichtsaandoeningen
1. Coxartrose
= langzaam verlies van gewrichtskraakbeen
o Langzaam voortschrijdend proces
Veranderingen in het subchondrale bot & aan de gewrichtsranden (osteofytose)
Veranderingen in heel het gewricht
verschil tussen klinische artrose of vastgesteld door vb RX -> vertonen meestal niet
dezelfde klachten
Zeer frequent
3
, Vaak asymptomatisch (röntgendiagnose)
Zowel unilateraal – bilateraal
♀>♂
Verschillende Risicofactoren: genetica, intrinsieke (trauma in het verleden) & extrinsieke
(overgewicht)
Perioden van relatieve stabiliteit zonder veel symptomen afgewisseld met perioden waar
de aandoening actiever is
Acute exacerbatie & ontstekingsverschijnselen = flare
Primair
o Idiopatisch
o Vanaf 40 jaar
Secundair
o agv een afwijkende anatomie (vb. coxa valga,...)
o agv trauma
o agv een doorgemaakte ziekte/aandoening (vb. avasculaire necrose)
o vanaf 25 jaar
klinisch onderzoek:
basisonderzoek
o Anamnese
Pijn lies-bil-bovenbeen (vaak het L3 dermatoom)
! Soms enkel pijn in de knie !
(start-) stijfheid of na langdurige belasting => 1e fase
Belastingsafhankelijk → rustpijn → nachtelijke pijn
=> latere fase
Problemen bij dagelijkse activiteiten => latere fase
Crepitaties kunnen gehoord & gevoeld worden
Veroorzaakt door ruwe gewrichtsoppervlakken &
benige verdikkingen aan de gewrichtsranden die
langs de ligamenten strijken
o Functieonderzoek
Antalgisch Mankend gangpatroon
Compenseert hyperextensie vd lumbale wervelzuil
( rugklachten)
Bewegingsbeperking (KP?) (vnl. endorotatie)
Verhard, benig eindgevoel (vnl. endorotatie!)
Flexiecontractuur (Thomastest +)
Teken van Drehman = heupflexie gepaard met een exorotatie + abductiebeweging
Trendelenburg +
4