100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Previously searched by you
Previously searched by you
logo
Samenvatting pathologie DBG 2.1 - boek reader $5.38
Add to cart
Quickly navigate to
Preview
  2.  
  3. Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
  4.  
  5. Pathologie

Summary

Samenvatting pathologie DBG 2.1 - boek reader

2 reviews
 3 purchases
  • Course
  • Pathologie
  • Institution
  • Hanzehogeschool Groningen (Hanze)

Uitgebreide samenvatting pathologie blok 2.1 voor het DBG tentamen. De samenvatting bevat alle leerstof uit J.H. Vrijenhoek:'Pathologie en Geneeskunde voor fysiotherapie, bewegingstherapie en ergotherapie' en alles van de reader.

Last document update: 6 year ago

Preview 4 out of 44  pages

Document information

  • October 10, 2018
  • October 10, 2018
  • 44
  • 2018/2019
  • Summary

Subjects

  • pathologie
  • voeding en diëtetiek
  • dbg 21
  • pathologie dbg 21
  • pathologiefysiologie
  • samenvatting pathologie dbg 21

Written for

  • Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
  • Voeding en Diëtetiek
  • Pathologie
All documents for this subject (19)

2  reviews

review-writer-avatar

By: andreaklaver • 6 year ago

review-writer-avatar

By: jitske448 • 6 year ago

Translated by Google

Clear and complete summary everything is there and it is also very nice that all chapter numbers etc are included with each piece

Seller

avatar-seller
lmk123

Reviews received

Available practice questions

Pathologie 2,1 (leerstof in oefenvragen) WEEK 2

Flashcards 60 Flashcards
Free 3 sales
Flashcards 60 Flashcards
Free 3 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Acute gastritis

Answer: ontsteking van het maagslijmvlies

2.

Acute gastritis kan worden veroorzaakt door (3)

Answer: 1 Virussen 2 Toxische stoffen (alcohol, roken, aspirine) 3 Terugvloed van gal in de maag

3.

chemische artritis (bij Acute gastritis)

Answer: Fysische stress (door bvb brandwonden)

4.

Klachten Acute gastritis (5)

Answer: 1 gebrek aan eetlust 2 pyrosis 3 pijn in het epigastrium 4 misselijkheid 5 braken

5.

Complicatie Acute gastritis

Answer: maagbloeding met haematemesis en/of melaena.

6.

Therapie Acute gastritis

Answer: primair: vermijden van prikkelende stoffen (alcohol, nicotine, koffie, koolzuurhoudende dranken. Medicijnen die maagbezwaren kunnen geven: stoppen Maagzuur neutraliserende stoffen: voorschrijven Medicijnen die de maagontlediging bevorderen: voorschrijven

7.

Ulcus pepticum

Answer: Zweer = scherp begrensd = erg diep (doordringt onderliggende weefsel) Gevolg: perforatie

8.

Een ulcus pepticum kan op verschillende plaatsen voorkomen

Answer: De meest voorkomende zijn: 1 Bulbus duodeni → het gedeelte van het duodenum vlak na de pyloris. = ulcus (pepticum) duodeni (UD). 2 Grote bocht van de maag (curvatuur) = ulcus (pepticum) ventriculi (UV). − Pylorus.

9.

Oorzaken van maagzweren

Answer: 1 ‘no acid, no ulcer’ (zuurproductie is essentieel voor de vorming van een maagzweer) 2 psychogene factoren zoals stress, (m/v verhouding is 4:1) 3 medicatie zoals NSAID’s en corticosteroïden en

10.

Campylobacter

Answer: = micro-organisme dat zich in zuur milieu staande houdt is de oorzaak dat maagzweren die behandeld zijn met H2-antagonisten (maagzuursecretieremmers) vaak recidiveren

Pathologie 2,1 (leerstof in oefenvragen) WEEK 3

Flashcards 50 Flashcards
Free 3 sales
Flashcards 50 Flashcards
Free 3 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Diarree (diarrhoea)

Answer: = consistentievermindering van ontlasting frequentie van stoelgang en volume ontlasting is toegenomen = een stoornis van de darmmotiliteit (beweeglijkheid) → toegenomen secretie en een verminderde resorptie van vocht.

2.

Acute diarree

Answer: = meestal toxische of infectieus-toxische aard (bv: bacteriële voedselvergiftiging, salmonellosen, reizigersdiarree of antibiotica)

3.

Chronische diarree (door: 9)

Answer: = meestal van functionele aard Door: 1 Psychogene factoren (slijmerige, waterige ontlasting gaat gepaard met koliekachtige buikpijn) 2 Chronisch misbruik van laxantia 3 Dunne-darmaandoeningen (malabsorptie) 4 Ziekte van Crohn 5 Tuberculose 6 Aandoening van het colon 7 Gastrogene diarree (bv bij dumping syndrome) 8 Galblaasaandoeningen met afsluiting van de galwegen 9 Endocriene diarree (door hyperthyreoïdie)

4.

Diagnose Chronische diarree

Answer: macroscopisch onderzoek

5.

Waterig en slijmerige feces

Answer: = functionele diarree en darmkolieken

6.

Bloed in ontlasting

Answer: = ontsteking van dikke darm/carcinoom/aambeien

7.

Volumineuze, vettige, glanzende feces

Answer: = resorptie stoornis in dunne darm of pancreasaandoening

8.

Volumineuze, schuimend en zuur ruikende feces

Answer: = gistingsfeces

9.

Malabsorptiesyndroom oorzaken (3)

Answer: 1 Coeliakie 2 Ziekte van Crohn (de ontstoken dunne darm) 3 Lactose-intolerantie (ontbreken van lactose splitsende enzymen in de darmcellen)

10.

Gevolg Malabsorptiesyndroom (2)

Answer: 1 vermagering 2 vitaminedeficiëntie

Content preview

Pathologie week 1

Hoofdstuk 11.3 Diagnostiek, buikklachten
Buikklachten → kunnen veel oorzaken en verschijnselen hebben. Buikklachten kunnen gepaard gaan
met misselijkheid (nausea) en braken (vomitus). Braken en misselijkheid gaan vaak samen met
andere verschijnselen van het autonome zenuwstelsel, zoals speekselvloed, zweten, bradycardie en
bleekheid. Een goede afname van de anamnese is van groot belang. Hierbij worden de volgende
vragen gesteld:

− De plaats en uitstraling van de pijn,
− De beïnvloeding van de klachten door maaltijd of houding,
− De aard van de pijn: is deze brandend, drukkend, stekend of koliekachtig.
− De gasvorming. Normaal vormt zich 200 cc stikstof en zuurstof uit de lucht in het
maagdarmkanaal. Bij de vertering ontstaat per dag circa 600 cc koolzuur, stikstof en methaan
die als flatus (winden of gassen) het lichaam verlaten.

Er wordt informatie verkregen over:

− De bronnen van de abdominale pijn, betreffen deze de:
Intra-abdominale organen (bij ontstekingen en circulatiestoornissen) óf extra-abdominale
organen (bij een hartinfarct).

Bij het onderzoek van de buik wordt deze in negen regio’s onderverdeeld:




Het lichamelijke onderzoek bij een patiënt met buikklachten bestaat uit:

• Inspectie → hierbij wordt de algemene vorm, lokale vervorming en de navel, huid, anus en
perianale streek bekeken.
• Percussie → dient voor grensbepaling van organen en pathologische afwijkingen.
• Auscultatie → hierbij wordt geluisterd naar darmgeluiden en geruis van bloedvaten.
• Palpatie → hierbij wordt gevoeld naar de spierwand, de vetlaag en de organen.
• Rectaal toucher → is een onderzoek van de anus, waarbij afwijkingen binnen een straal van
10 cm van de anus gevoeld kunnen worden.




1

,Het laboratoriumonderzoek:
Hierbij is het onderzoek van braaksel of feces van groot belang. Er kan sprake zijn van baematemesis
(bloedbraken). Daarnaast moet bloed- en urineonderzoek plaats vinden.

− Fecesonderzoek → men kijkt naar zwarte ontlasting (melaena), of het slijmerig is, of er vers
(helderrood) bloed bij zit en of de ontlasting vet bevat. Gisting (ontlasting zuur) of rotting
(ontlasting alkalisch) kan worden vastgesteld voor bepaling van de pH.

Het Röntgenonderzoek:

− Buikoverzichtsfoto → dient om lucht, stenen etc. aan te tonen.
− Contrastfoto’s → hierbij worden functionele en anatomische afwijkingen zichtbaar gemaakt.
− Planigrafie
− Angiografie → specifiek onderzoek van de bloedvaten
− CT-scan, computertomografie
− Isotopenonderzoek

Echografie → soort geluidsgolvenonderzoek en dient ter vaststelling van de grootte van de organen
of gedeelten daarvan en voor het opsporen van ruimte-innemende processen.
Endoscopie → is een inwendige bezichtiging van een hol orgaan, zoals de slokdarm, de maag, het
duodenum, het rectum en sigmoïd.
Laproscopie → hierbij wordt via een opening in de buik een laparoscoop naar binnen gebracht. Er
kan onderzoek plaatsvinden van organen die buiten de darm liggen, zoals de uterus, ovaria en
klieren.
MRI-onderzoek → computerbewerkingen geven plaatjes die samengesteld zijn uit deze verschillen in
waterstofconcentratie. Zo zijn van alle dimensies plaatjes te maken met de verschillende
weefselcomponenten. Bij een MRI is het beeld dus gebaseerd op verschillen in concentratie van
waterstofatomen in weefsels. Een enkele keer wordt er ook contrastvloeistof bij gebruikt.
* Een CT-scan levert plaatjes die samengesteld zijn uit verschillen in röntgen doorlaatbaarheid van
weefsels.

11.4.2 Ontstekingen en overige aandoeningen
Aandoeningen van de mond zijn onder andere:

− Aandoeningen van de speekselklieren, zoals een ontsteking, speekselstenen of gezwellen,
− Afwijkingen van de lippen, zoals cyanosis, perleche of een koortslip.
− Tandvleesontstekingen (gingivitis),
− Afwijkingen van de tong, zoals een ontsteking (glossitis) en een landkaarttong,
− Ontsteking van het mondslijmvlies (stomatitis) als gevolg van spruw (schimmel,) aften en
herpes,
− Chronische slijmvliesontsteking (leucoplakia) en carcinoom van de mond.

11.5.2 Ontstekingen en overige aandoeningen
Hoofdklachten van aandoeningen van de slokdarm zijn:

• Dysfagie → slikstoornis t.g.v. bv. een obstructie van de slokdarm, ontstekingen en
slokdarmspasmen.
• Pijn → wordt meestal veroorzaakt door een ontsteking of een hernia diaphragmatica.

2

, • Pyrosis → zuurbranden t.g.v. gastro-oesofageale reflux: terugstromen maagzuur in slokdarm.


Tot aan de aandoeningen van de slokdarm behoren:

• Achalasie → stoornis in overbrenging van prikkels voor de peristaltiek, waardoor de
ontlediging van de slokdarm stagneert en er een oesophagusverwijding optreedt.
• Oesophagusspasmen → kunnen spontaan of tijdens maaltijd optreden met hevige pijn. De
pijn reageert vaak goed op Nitrobaat (=pijnstiller), maar is niet van cardiale oorsprong.
• Oesofagitis → kan ontstaan t.g.v. bacteriën, virussen en schimmels en reflux van zure
maaginhoud. De therapie houdt in: houding aanpassen, geen klemmende kleding, kleine,
frequente maaltijden, géén thee, koffie, alcohol, roken en vette maaltijden en medicijnen
(zuur productie remmers).
• Hernia diaphragmatica → kan aangeboren of verworven zijn. Er zijn 2 vormen te
onderscheiden:
1. Sliding hernia → gedeelte van maag ligt boven middenrif, gaat soms gepaard met gastro-
oesofageale reflux.
2. Para-oesofageale hernia → verloopt vaak symptoom loos, tenzij inklemming optreedt.
• Divertikels → zijn uitstulpingen van de mucosa en de submucosa door de wand van de
slokdarm heen. Dit geeft regurgitatie klachten: het voedsel vloeit terug en men heeft last van
oprispingen.
• Varicosis (spataderen) → komt voor bij portale hypertensie.
• Maligne tumoren → ontstaan in verband met warme dranken, roken en alcohol. Zijn vooral
plaveiselcarcinomen die zich bevinden in het onderste deel van de slokdarm. Klachten
bestaan uit dysfagie met ondervoeding, regurgitatie (terugstromen van voedsel uit de maag
naar de mond) en hikken.

11.10 Vasculaire buikaandoeningen
Aneurysma → verwijding van bloedvat. Bij abdominale aneurysmata is er sprake van een verwijding
van de buikaorta. Aneurysmata van de buik kunnen zeer groot worden zonder aanleiding te geven
tot klachten.
Asymptomatische aneurysmata → worden bij toeval ontdekt door palpatie van de buik, of bij een
echografie of laparotomie.
Symptomatische aneurysmata → dan is er sprake van klachten die het gevolg zijn van druk op de
omgevende structuren. Deze druk uit zich in mechanische bezwaren of pijn.
Complicaties van een aneurysma → ruptuur met als gevolg daarvan bloedverlies, shock en
overlijden. Wanneer bloed na een ruptuur direct de weg vindt naar de vrije buikholte, verbloedt de
patiënt meestal nog voordat medische hulp kan worden aangeboden. Daling van de bloeddruk draagt
bij tot een voorlopige stabilisatie. Men dient rekening te houden met een tweede bloeding die vaak
fataal is, door doorbraak van het hematoom naar de vrije buikholte. Deze bloeding kan op
onvoorspelbare momenten optreden.
* Bij een geruptureerde (gescheurde) aneurysma is een operatie absoluut. Voor niet-geruptureerde
aneurysmata is er een afweging van de kansen op het ontstaan van een ruptuur, tegen de risico’s van
een operatie.




3

, Circulatiestoornissen (van de buik) → betreffen met name het gebied van de dunne en dikke darm.
Dit is het gevolg van een afsluiting van een arterie of vene door een trombose of embolie.
Het vaatstelsel betreft het mesentericus (buikvlies). De circulatiestoornis is een gevolg van
artherosclerose en betreft de arteria mesenterica superior en inferior.



Acute arteriële of veneuze mesenteriaal trombose of embolie → leidt in ernstige gevallen tot een
darminfarct met wandnecrose en perforatie. Symptomen: buikkramp, braken en diarree.
* Bij een lichtere vaatafsluiting zal geen perforatie, maar een oppervlakkige necrose met bloedingen
voorkomen.
Chronische vorm van mesenteriaal insufficiënte → geeft ernstige buikpijn, vooral na grote
maaltijden, vermagering en resorptiestoornissen.
Symptomen → kunnen verdwijnen door een goede ontwikkeling van de collateralen. De symptomen
kunnen verergeren door een nieuwe aanval met een nieuwe bloeding of met een darminfarct en met
perforatie. * Bij een lichte vaataantasting kan de darmwand bijna geheel genezen, bij ernstige
vormen vindt een operatie plaats met resectie van de necrotische darm.

11.12.1 De ‘acute buik’
Acute buik → groep buikaandoeningen die met hevige pijn gepaard gaan. Er ontstaat hevige buikpijn
die vaak gepaard gaat met verschijnselen van prikkeling van het peritoneum zoals misselijkheid,
braken en défense musculaire. Soms is er onvoldoende darmpassage. Snelle diagnostiek is
noodzakelijk omdat wel of niet chirurgisch ingegrepen moet worden.
Oorzaken ‘acute buik’ → peritonitis (bv. als gevolg van darmperforatie), infarcering van de darm (als
gevolg van circulatiestoornissen), appendicitis, ileus, acute pancreatitis, perforatie, aandoeningen
van vrouwelijke geslachtsorganen zoals buitenbaarmoederlijke zwangerschap.
Behandeling → bestaat primair uit het wegnemen van de oorzaak en het zo nodig bestrijden van de
shockverschijnselen. Voor een ‘acute buik’ geldt altijd: het is beter om te kijken en te zien, dan te
wachten en te zien.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lmk123. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.38. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

69252 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.38  3x  sold
  • (2)
Add to cart
Added