100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting fysiologie DBG 2.1 - boek reader $5.43   Add to cart

Summary

Samenvatting fysiologie DBG 2.1 - boek reader

3 reviews
 68 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide samenvatting fysiologie voor DBG 2.1. De samenvatting bevat alle leerstof uit zowel het boek L. Grégoire et al. : 'Anatomie en fysiologie van de mens', als de reader.

Preview 4 out of 37  pages

  • Unknown
  • October 12, 2018
  • 37
  • 2018/2019
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: andreaklaver • 5 year ago

review-writer-avatar

By: sterremonninkhof • 6 year ago

review-writer-avatar

By: jitske448 • 6 year ago

Translated by Google

Good, complete summary!

avatar-seller
Fysiologie week 1


Hoofdstuk 7 Spijsverteringsstelsel

Inleiding
Spijsverteringsstelsel → is het orgaanstelsel dat zich bezig houdt met voeding. De functe is het
voedsel verteren, dus het zodanig bewerken dat de voedingsstofen n het voedsel in het bloed
kunnen worden opgenomen.

7.1 Voedingsstoffen
Voedingsstofen → worden gebruikt als brandstof, bouwstof en als hulpstof ter ondersteuning van de
stofwisseling. Voedingsstofen ziin opgebouwd uit organische en anorganische moleculen.
Organisch → stofen die gemaakt ziin in of door levende organismen.
Anorganisch → hebben hun oorsprong in de niet-levende natuur.

7.1 Koolhydraten
Koolhydraten ziin de belangriikste energieleveranciers van de cellen. Naast brandstof worden ze ook
gebruikt voor de aanmaak van belangriike organische verbindingen zoals DNA en RNA.

7.2 Spijsverteringskanaal
Na het doorslikken van voedsel, komt het viif seconden later in de maag terecht. Daar bliif het
gedurende twee tot zes uur, waar het ondertussen verteerd wordt. Daarna wordt voedselbrii naar de
darm getransporteerd en viif tot zes uur later ziin de vertering van het voedsel en opname van
voedingsstofen in het bloed voltooid. Na 12 tot 14 uur na het eten verlaat het voedsel het lichaam.

De functe van het spiisverteringskanaal:

 Opname van voedsel uit het uitwendige milieu (eten en drinken);
 Mechanische verkleining en mening van het voedsel (kauwen en kneden);
 Chemische bewerking door enzymen (vertering);
 Vervoer van voedsel door het spiisverteringskanaal (perialstek);
 Overdracht van de voedingsstofen aan het bloed (resorpte);
 Uitscheiding van onverteerde en onverteerbare stofen (ontlastng).

Spijsverteringskanaal → is 8 meter lang, een holle verbinding tussen mondholte en anus en de wand
is bekleed met epitheel. Aan het spiisverteringskanaal onderscheiden we: mondholte, keelholte,
slokdarm, maag, dunne darm en dikke darm. De speekselklieren, alvleesklier, lever en galblaas staan
in verbinding met het spiisverteringskanaal en ondersteunen de spiisvertering.

7.2.1 Algemene bouw van de wand
De wand van het S.K. (= spiisverteringskanaal) heef biina overal dezelfde bouwelementen. Variates
op de algemene bouw hangen samen met de specifeke functes van het betrefende deel van het
S.K.




1

,Van binnen naar buiten bestaat de wand uit 4 lagen:

 Mucosa (= sliimvlies) → is de epitheel laag die
aan het lumen grenst. Tussen de epitheelcellen
zitten sliim producerende cellen die als
gliimiddel voor het voedseltransport en
bescherming tegen de wand voorzien.
Bii het sliimvlies hoort de lamina propria
mucosae, met daaraan grenzend de muscularis
mucosae (glad spierweefsel). Contractes
ondersteunen afgife van klierproducten aan het
lumen.
 Submucosa → relatef dikke bindweefsellaag
met bloedvaten, lymfevaten, lymfatsch weefsel en zenuwen. In de submucosa liggen de
grotere klieren van de mucosa ingezonken.
 Muscularis → is het spiergedeelte van de wand en bestaat uit glad spierweefsel wat verdeeld
is in een binnenste laag kringspieren en daaronder een laag lengtespieren. Kringspieren
samentrekken = dichtgeknepen lumen. Contracte lengtespieren = betrefende stukie darm
korter. Beide bewegingen kort na elkaar veroorzaken peristaltiek → een golfeweging van
de darmwand, waardoor een voedselbrok telkens een stukie verder door het S.K. wordt
geduwd.
 Serosa → is het viscerale blad van het buikvlies (niet aanwezig rond de slokdarm). Het is een
dun, glad vlies, bestaande uit mesotheel op een basaalmembraan.

7.2.2 Mondholte
Mondholte (cavum oris) → vormt het begin van het S.K. en is onderdeel van de luchtwegen. De
mondholte is bekleed met sliimvlies, bestaand uit meerlagig niet-verhoornend plaveiselepitheel. De
mondholte is een multfunctoneel orgaan.
Palatum (gehemelte) → is de scheiding tussen de mond- en neusholte. Het voorste deel, het
palatum durum (harde gehemelte), is hard en bevat botweefsel dat tot de bovenkaak behoort. Het
palatum molle is het zachte gehemelte en bestaat voornameliik uit spierweefsel. Het eindigt in de
uvula (huig). Tussen de achterste en voorste gehemeltebogen zitten aan beide kanten tonsillen.
* Lippen en wangen bestaan uit dwarsgestreepte spieren. De lippen hebben een uitgebreide
doorbloeding en ziin bedekt met een dunne laag verhoornend plaveiselepitheel, zonder sliimcellen.
Deze laag vormt de overgang tussen de huid en het sliimvlies in de mond. Elke lip heef aan de
binnenkant een lipteugel → een mediaal vlies dat de lip met het tandvlees verbindt.

Structuren in de mondholte die een rol spelen bii de voedselbewerking ziin:

 De tong (= lingua) → is een dwarsgestreepte spier met grote beweegliikheid. Tussen tong en
mondbodem zit de tongriem, dit is een dunne sliimvliesplooi en speelt een rol bii de
tongbewegingen. Aan de achterkant zit de tong vast aan het os hyoideum (= tongbeen).
Tongslijmvlies → is een dikke laag niet-verhoornend plaveiselepitheel en heef een ruw,
bultg oppervlak met een groot aantal smaakpapillen. Deze bevatten smaaksensoren.
De tong heef meerdere functes bii de spiisvertering; ie onderzoekt met ie tong het voedsel
d.m.v. smaak-, tast en temperatuursensoren.

2

,  De kauwspieren → ie opent ie mond door de kauwspieren te ontspannen. Door de
zwaartekracht zakt de onderkaak dan naar beneden.
 Het gebit → tanden en kiezen vormen samen het gebit. De tanden en kiezen (=
gebitselementen) van het bovengebit ziin verankerd in de maxilla (= bovenkaak). Het
ondergebit zit vast in de opstaande benige rand van de mandibula (=onderkaak).
Occlusie → betekent dat de boven- en onderkaak op elkaar passen. De boven- en onderkaak
verdeel ie in twee geliike stukken, dus vier kwadranten. Elk kwadrant heef 2 dentes incisivi
(= sniitanden), een dens caninus (= hoektand), 2 dentes premolares (= molaren, valse kiezen)
en drie dentes molares (molaren, ware kiezen). Het gebitselement 18, 28, 38 en 48 komen
pas op latere leefiid voor (zie blz. 163 voor uitleg formule), dit ziin de dentes sapientiao (=
verstandskiezen).
Kroon → zichtbare deel van tand of kies. Hals = deel wat bedekt is door tandvlees en vormt
de overgang naar de wortel. Tanden hebben 1 wortel, kiezen 2 tot 4!
Tandbeen (dentne) is elastscher dan botweefsel en wordt in de kroon beschermd door
email (= tandglazuur). In de tandhals gaat het tandglazuur over in cement, waarmee de tand
of kies stevig verankerd is. Bovenin de kroon zit de tandholte, die overgaat in het
wortelkanaal. Beide ziin gevuld met tandpulpa. Zie blz. 163 - afeelding doorsnede kies!

De speekselklieren → speeksel (= saliva) wordt geproduceerd door speekselklieren (trosvormige
klieren). Naast een groot aantal kleine speekselklieren ziin er drie grote speekselklieren:
1. Glandula parotidea (= oorspeekselklier) → scheiden uitsluitend sereus uit.
2. Glandula submandibularis (= onderkaakspeekselklier) → scheiden zowel sereus als mukeus uit.
3. Glandula sublingualis (= ondertongspeekselklieren) → scheiden zowel sereus als mukeus uit.
* De klieren hebben elk ongeveer 20 kleine afvoergangen die opzii van de tong in de mondbodem
uitkomen.

Speeksel → alle speekselklieren samen produceren ongeveer 1,5 e liter speeksel per dag. Speeksel kan
sereus (= waterig) of mukeus (= sliimerig) ziin, dit is afankeliik van de aard van het voedsel. Speeksel
wordt sereus wanneer het voedsel droog, scherp, bitter, zoet of zuur is. Speeksel wordt mukeus bii
taaie, harde voedseldelen waardoor het doorslikken gemakkeliiker gaat.
Ptyaline (= speekselamylase) → enzym dat in speeksel zit. Het splitst een deel van de polysachariden
in maltose en glucose. De optmale pH-waarde voor ptyaline ligt rond de 7. Per seconde kunnen er
dan tenduizend omzettngen plaatsvinden.
Speeksel → ondersteunt afweer van het lichaam doordat de mondholte de speekselvloed weer
wegspoelt. Je slikt geregeld de vloeistof in, waardoor eventuele ziekteverwekkers en bacteriën uit de
mondholte verwiiderd worden; ze worden vervolgens door maagzuur onschadeliik gemaakt.
Speeksel bevat ook globuline (IgA), leukocyten en lysozym.
* Een hogere of lagere secrete (speekselafgife) komt reeectorisch vanuit het vegetateve
zenuwstelsel tot stand. Voedsel tegen de wand van de mondholte is een prikkel voor een verhoogde
productee ok het zien, ruiken of denken aan voedsel stmuleert de speekselaanmaake Verminderde
speekselafscheiding kan optreden bij gevoelens van spanning, zoals bij het geven van een
presentatee

Kauwen → hierbii wordt voedsel afwisselend tussen de kiezen uitgeperst en er door de tong, de
wangspieren en de lippen weer tussen gebracht. Het voedsel wordt gemengd met speeksel en wordt
vermalen, waardoor het gemakkeliik doorgeslikt kan worden.


3

, Door het kauwen is de totale oppervlakte van het voedsel vergroot, waardoor de
spiisverteringsenzymen er goed in kunnen werken. ptmale verwerking van een hap voedsel vraagt
ongeveer 30 kauwbewegingene

Slikken → bestaat uit twee fasen:

 Willekeurige fase → begint met het sluiten van de mond (slikken met open mond is haast
onmogeliik). De tong begint de voedselbrii om te vormen tot een spiisbrok (bolus) en schuif
deze naar achteren.
 Onwillekeurige fase → start op het moment dat de spiisbrok de achterste gehemeltebogen
en de keelwand aanraakt, de slikreeee begint nu. De sluitspier bovenin de slokdarm
ontspant, de huig wordt naar boven geduwd en sluit samen met het opgetrokken zachte
gehemelte de neusholte af, de weg naar de openstaande luchtpiip wordt afgesloten door het
strottenklepie en bii de slikbeweging beweegt het strottenhoofd zich omhoog. Nu is de
doorgang naar de luchtpiip afgesloten.

Kokhalsreflex → treedt op wanneer de keelwand ruw geprikkeld wordt, door bv. iets scherps zoals
een vissengraat. Het reeee kan ook worden opgewekt door het ruiken, zien of horen van iets heel
schokkends op onaangenaams.
Verslikken → gebeurt wanneer er per ongeluk voedsel in het strottenhoofd of in de luchtpiip
terechtkomt. Verslikken treedt op doordat ie iuist niet slikt, wanneer ie biivoorbeeld voedsel inademt
of doordat ie praat/lacht tidens het eten. Gevolg: hevig hoesten, waarbii het lichaam probeert om
via hoge luchtdruk het voorwerp uit de luchtpiip te verwiideren.

Samengevat zijn de zes functies van de mondholte:

1. Keuren van het voedsel door de smaak-, tast- en temperatuursensoren;
2. Verkleining van de voedseldeelties door kauwen en malen met de gebitselementen;
3. Vermenging van het voedsel met speeksel;
4. Enzymatsche afraak van koolhydraten door ptyaline in het speeksel;
5. Afweer door antbacteriële stofen in het speeksel;
6. Inslikken van de voedselbrok.

7.2.3 Keelholte
De pharynx (= keelholte) is een buisvormige ruimte vanaf de neusholte tot aan het strottenhoofd en
de slokdarm. De keelholte is de doorgang voor zowel het voedsel als de in- en uitgeademde lucht. De
wand van de pharyne bestaat uit niet-verhoornend meerlagig plaveiselepitheel met daaronder
dwarsgestreepte spieren. Horizontale spieren kniipen dicht bii samentrekking, verticale spieren
zorgen voor de opwaartse beweging van het strottenhoofd tidens het slikken. Vooral bii mannen is
dat goed te zien aan de beweging van de adamsappel.
* De enige functe van de keelholte voor de spiisvertering is het laten passeren van de voedselbrok
naar de slokdarm.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lmk123. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.43  2x  sold
  • (3)
  Add to cart