Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: De empirische waarheid van het positivisme en het werkelijkheidsgetrouwe
naturalistische theater 1850-1900................................................................................................. 6
I. Het positivisme in Frankrijk ........................................................................................... 6
Auguste Comte ..................................................................................................................... 6
Hyppolyte Taine, Philosophie de l’art (1909) .......................................................................... 7
II. Émile Zola als romancier expérimentateur (1840-1902) ................................................ 8
III. André Antoine en het naturalistische theater (1858-1943) ............................................ 11
Een theater van de waarheid ................................................................................................ 12
Causerie sur la mise en scène (1903) ..................................................................................... 13
Natuurlijkheid in het acteren ................................................................................................ 14
Invloed van de Meiningen .................................................................................................... 15
Hoofdstuk 6: De politieke waarheid in het Duitse theater .......................................................... 107
I. Sociale voeling van de Volksbühnen ........................................................................... 108
II. Massale bewegingsspelen van Max Reinhardt ............................................................ 109
III. Politiek toneel van Leopold Jessner (1878-1945)......................................................... 112
VI. Revolutietoneel van Erwin Piscator (1893-1966) ......................................................... 114
V. Episch theater van Bertolt Brecht (1898-1956) ................................................................... 118
4
, Studententijd in München .................................................................................................. 118
In de jungle van de city ....................................................................................................... 120
Miezuuk en samenwerking met Kurt Weill ......................................................................... 122
Leven en werk in ballingschap............................................................................................ 124
Berliner Ensemble .............................................................................................................. 125
Het episch theater.............................................................................................................. 125
Samenwerking met Caspar Neher...................................................................................... 127
Schriftelijk :
− een overzichtsvraag
− een inzichtsvraag (vergelijking)
− termen
Peilen naar een deeltje uit een hoofdstuk, daarna hoofd en bijzaken onderscheiden
Bv het vrouwbeeld met Maeterlink vergelijken met Dadaïsten + voorbeeld geven (je krijgt een
afbeelding waarbij je al kan zien welk vrouwbeeld het is, maar je moet het ook kunnen omschrijven)
4 Termen : bv plansysteem wat is dat? En bij wat hoort het? Een voorbeeld?
1) Contextualiseren (die term is van die periode en die stroming, bv fysico-folie1 behoort tot
futurisme eerste helft 20ste eeuw)
2) De definitie
3) Voorbeeld van een voorstelling die daarmee werkt
4) Maker die daarmee verbonden is (bv Dali)
Maak woordenlijstje na elke les
Niet: geef mij de datum van de geboorte, …
Wel: wat is het modernisme? Veranderingen in de tijd? (bv economische trend : hoe gaat het theater
daar mee om?)
, Hoofdstuk 1: De empirische waarheid van het positivisme en het
werkelijkheidsgetrouwe naturalistische theater 1850-1900
I. Het positivisme in Frankrijk
1870 Wat gebeurt er allemaal in deze periode?
−Voor deze periode: de verlichting (18de eeuw)
o Centraal: het geloof in het verstand van de mens om de wereld beter te maken
o Men voelde zich machteloos, overrompeld door onbegrijpelijke natuurfenomenen en
was afhankelijk van God– Ze voelden zich onderschikt aan de goden
o Maar door de wetenschappen konden bv natuurfenomenen (bv bliksem) verklaard
worden
o De mens begon in zichzelf te geloven, er was een geloof in de vooruitgang +
evolutionistisch gedachtegang
In de 19de eeuw:
− Aantal uitvindingen : baanbrekende ontdekkingen in de fysica en biologie, sociologie, …
o Einstein met relativiteitstheorie, Newton met atoomleer (dieper inzicht in de materie)
o Maar een aantal fysici lieten het Newtoniaanse atomaire denken en de Euclidische
meetkunde aan het wankelen brengen
De positivistische filosofie ontwikkelt zich binnen de nieuwe, opkomende wetenschap van de
sociologie
− Nadruk ligt minder op vrije wil, de persoonlijke vrijheid en de verantwoordelijkheid van de
mens
− Wel: waarheid kan enkel gebaseerd zijn op waarneembare feiten en logische principes
o De wetenschap wordt de nieuwe methode om de werkelijkheid te verklaren
Auguste Comte
− Franse filosoof en siocioloog + grondlegger van het positivisme
− Geschiedenis van de mensheid = een proces dat verloopt volgens vaste sociale wetten
o Dit historisch gedetermineerde proces waarvan de mens deel uitmaakt, bepaalt niet
alleen zijn lot, maar ook zijn denken en zijn moraal
▪ Des lois naturelles invariables
− Leuze : ‘savoir pour prévoir’ = ‘Weten om te voorzien’
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller charlinecasier. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.63. You're not tied to anything after your purchase.