Voorbeeldexamen filosofie
1. Multiple choice (op 20 punten van de 40)
1."Oorlog is de vader van alles" Van wie komt deze uitspraak?
Thales van Milete
Anaximander
Herakleitos
Parmenides
2.Welke van onderstaande definities klopt niet?
De epistemologie stelt vragen over waarheid en kennis
De metafysica stelt de vraag naar de achterliggende principes van de verschijnselen.
Deontologie bezint zich over de vraag: “Wat is rechtvaardigheid?”
De logica houdt zich bezig met de vraag: “Wat is geldig redeneren?”
3.Van waar komt de uitspraak "Ken jezelf"?
Deze uitspraak wordt toegeschreven aan Thales van Milete. Ze stond gegrift boven de ingang van
de Apollo-tempel in Delphi.
Ken jezelf” is de titel van de dialoog van Plato waarin de allegorie van de grot wordt besproken
De uitspraak markeert de overgang van mythos naar logos en wordt aan Homeros
toegeschreven.
“Ken jezelf” waren de eerste woorden van Zarathustra, toen hij uit de bergen naar de mensen
kwam om de komst van de Ubermens aan te kondigen.
4.In hoofdstuk 2 transponeerden we het verschil tussen sofisten en Socrates naar de huidige tijd aan
de hand van het artikel van “kinderen van Apate” van Alicja Gescinska. Welke van de vier
onderstaande beweringen is correct?
Volgens Gescinska is het belangrijkste middel tegen nepwaarheid en complotdenken een
filosofische grondhouding die vertrekt vanuit waarachtigheid.
Volgens Gescinska is het feit dat we niet meer geloven in de absolute Waarheid het drama van
onze tijd.
Volgens Gescinska dienen we de nepwaarheden te weerleggen door fact-checks.
Gescinska houdt in haar essay een vurig pleidooi voor meer pluralisme.
5. Welke van de vier uitspraken hieronder past bij Socrates.
Ik ben een mens en niets menselijks is me vreemd
Ik weet dat ik niets weet
De mens is een politiek dier
De mens is bij geboorte een onbeschreven blad
1
, Filosofie HOGENT 1ortho 1-5 nov 23
6.Plato's dialoog "het Symposion" gaat over...
de onsterfelijkheid van de ziel
Eros als het verlangen naar éénwording met het Schone
de maieutiek of vroedkunde
het feit dat er geen relatieve waarheid bestaat.
7.Welke uitleg over het concept dikaiosune is correct
Dikaiosune verwijst naar het opperste geluk
Dikaiosune wordt in de allegorie van de grot gesymboliseerd door het vuur
Dikaiosune staat voor de deugd van de wijsheid en wordt gesymboliseerd door de menner
Dikaiosune staat voor rechtvaardigheid, de hoogste vorm.
8.Plato gebruikt het beeld van de menner en twee paarden om de menselijke ziel te beschrijven.
Welke van de vier onderstaande beweringen klopt niet?
Het mensbeeld van Plato met de drie zielsdelen is ook het model voor zijn politieke filosofie, die
beschouwd kan worden als een sofocratie (een regering van wijzen).
De deugd wijsheid/prudentie komt overeen met verstand en hoofd en is verbonden met de
filosoof-regent die gesymboliseerd wordt door de menner.
De deugd moed/standvastigheid komt overeen met wil en doorzettingsvermogen. Hier is het hart
de zetel.
Iedere mens is volgens Plato in staat tot zuiver inzicht te komen en wijsgeer-regent te worden,
als hij zich maar niet laat verleiden door de begeerte en hebzucht.
9. Bij Aristoteles is neemt het begrip catharsis een belangrijke plaats in. Welke van de onderstaande
beweringen daarover klopt niet?
Catharsis betekent loutering.
De hedendaagse filosofe Martha Nussbaum wijst in navolging van Aristoteles op het belang van
goede voorbeelden om onze morele gevoeligheid aan te scherpen.
Catharsis gaat over de vraag: “Kan ik willen dat wat zich nu afspeelt in mijn leven, eeuwig wordt
herhaald?”
Morele verdieping kan volgens Aritstoteles gebeuren door je in te leven in een tragedie: via
empathie wordt je geraakt en in zeker zin ‘meer mens’
10.Met welke filosoof is het kernkwadrantenmodel van Offman te verbinden?
Aristoteles
Socrates
Plato
Epictetus
11.Welke uitspraak past niet bij Epicurus
De mens wordt niet verward door feiten, maar door zijn interpretatie van de feiten.
Pluk de dag.
Leef verborgen.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller OrthopedagogiekHoGent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.06. You're not tied to anything after your purchase.