100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
BMPS - Beleid - Samenvatting van alle HC's $5.98   Add to cart

Summary

BMPS - Beleid - Samenvatting van alle HC's

5 reviews
 164 views  7 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide uitwerking van alle hoorcolleges van de module Beleid uit de minor Beleid en Management in de Publieke Sector. Inclusief verwerking van belangrijke tabellen, plaatjes en modellen uit de slides.

Preview 4 out of 32  pages

  • Unknown
  • October 29, 2018
  • 32
  • 2018/2019
  • Summary

5  reviews

review-writer-avatar

By: landeweerd14 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: cas2 • 4 year ago

review-writer-avatar

By: gulooo • 4 year ago

review-writer-avatar

By: ols • 6 year ago

review-writer-avatar

By: gabij • 6 year ago

avatar-seller
Minor Beleid en Management in de Publieke Sector
Beleid
HC 1 – 25 september 2018 – Politek, beleid en samenleving

Casus Lili en Howick
Is een lange politeke discussie geweest over de vraag of het land van herkomst wel veilig genoeg is. Inmiddels
mogen ze blijven. Er liggen allerlei waarden aan ten grondslag. Kinderen die zo sterk gehecht zijn aan Nederland,
de cultuur kennen en de taal spreken, kunnen we die nu zomaar wegtrekken uit hun omgeving? Dit is een lange,
moeilijke politeke discussie geweest. eelke waarden moeten immers tegen elkaar worden afgewogen bij het
kinderpardon? eelke dilemma’s of spanningsvelden hangen hiermee samen?
 Economische reden:
o Kan geld kosten voor de samenleving
o Gemeenten zijn verplicht om asielzoekers die mogen blijven, een woning aan te bieden. Als
zo’n gezin mag blijven, moet de gemeente zorgen dat zo’n gezin snel een woning heef. aar
dit zorgt er wel voor dat NL’ers die al lang op een wachtlijst staan om een (sociale) huurwoning
te krijgen, nog langer moeten zullen wachten.
 Juridische redenen:
o Als zo’n gezin mag blijven, wie mag dan nog meer blijven?
o eaar ligt de grens?
 Humanitaire redenen:
o Als je ze terugstuurt, zijn er ook een aantal waarden belangrijk: kunnen de kinderen nog wel
hechten in Armenië? Ze hebben daar immers niks: ze spreken de taal niet, kennen de cultuur
niet, hebben daar geen vrienden etc.
 Normateve redenen
 Sociale redenen

De politek die erachter ligt, maakt zo’n vraagstuk veel moeilijker. Eigenlijk is het hele verhaal begonnen met
auro, een buitenlandse jongen die al jaren in NL woont, maar het vooruitzicht heef dat ook hij terug moet
naar zijn herkomstland, terwijl hij volledig geïntegreerd is in NL, de taal goed spreekt, de cultuur kent etc. De
minister zegt dat auro wel een studie kan gaan beginnen in NL, waarmee zijn uitzetng een aantal jaar wordt
uitgesteld. De vraag is echter of hij daar zelf op zit te wachten.

Filmpje over Mauro
Hoe kijken de verschillende partjen tegen deze situate aan?
 CDA: zowel begrip voor de persoonlijke situates, als voor de regels die gevolgd moeten worden
 PVV: natonalistsche grondslag
 PvdA: kosmopolitsch, sociaal
De partjen hebben dus totaal tegengestelde belangen.

Drie centrale concepten in het boek
Alles begint met een maatschappelijk probleem (vb. klimaatverandering, ruimtelijke ordening, armoedebeleid,
woningbouw). Daar hangen drie centrale concepten mee samen. Je wil iets op de agenda krijgen politek, als er
een probleem is. Vervolgens willen we hierom beleid maken en dat beleid op een bepaalde manier aansturen.
Daar ziten allerlei keuzes achter. De drie begrippen zijn in de praktjk sterk met elkaar verweven. Als je een
bepaalde politeke kleur hebt, heb je ook een bepaald politek beleid die op een bepaalde manier wordt
uitgevoerd (vb. bij VVD een liberaal beleid waarbij men met subsidies wordt gelokt etc.). In de praktjk komen de
drie concepten dus vaak samen.

eat is politek? Bekkers noemt dat de
gezaghebbende toebedeling van waarden
voor de samenleving als geheel in de context
van schaarste. Beleid is de verzameling van
doelen die je wil bewerkstelligen en middelen
(personeelsmiddelen, fnanciële middelen) in
een bepaalde volgorde. De sturing is een

,doelgerichte beïnvloeding in een bepaalde
context.
Politee
Politek was ooit een heel duidelijk omlijnt begrip met hele duidelijk waarden, die per partj verschillen.
Tegenwoordig zien we dat heel veel politeke partjen los zijn van een bepaalde ideologie, maar zich bijvoorbeeld
voor een bepaald, veel thematscher onderwerp inzeten (vb. Partj voor de Dieren). Nu we zo veel partjen
hebben en zoveel verschillende politeke waarden, is het ook steeds moeilijker om te verenigen. Stemmen zijn
steeds meer gefragmenteerd, zo heb je in de gemeenteraad steeds meer verschillende partjen. Je moet soms
dus een gemeenteraad vormen met wel vijf of zes verschillende partners.

Politek wordt in het boek op drie manieren gezien:
1. Politee als maht  degene die namens het volk beslissingen mag maken, maar ook een bepaald recht
heef (Tweede Kamer mag weten maken, Eerste Kamer mag ze afeuren of goedkeuren, de overheid is
de enige die geweld mag gebruiken).
2. Politee als over uiiigi  met de waarden en manier van beleid voeren het volk overtuigen. Het is een
manier van anderen overtuigen, zoals burgers, maar ook het overtuigen van andere oppositepartners,
en van discussie en ook elkaar overreding (dat zit in de compromisvorming: je wil eigenlijk je eigen
beleid doordrukken en realiseren, maar daar moet je vaak wel wat voor inleveren)
3. Politee als spel me spelreiels  zowel formeel als informeel
 Formeel
i. Achterkamertjespolitek: we bespreken alles eerst in de achterkamers en pas daarna gaan
we alles formeel op tafel leggen.
ii. Poldermodel: beleid van tevoren maken.
iii. IJskastpolitek: NL’ers houden niet veel van confict, gevoelige onderwerpen kunnen
tjdelijk geparkeerd worden.
 Informeel

Politek gaat ook over verdeling van macht en middelen. Je kan wel de grootste partj zijn, maar je krijgt niet
altjd gelijk. Je kan als je in de regering zit, altjd het beleid van de VVD willen voeren, maar je zal de macht ook
moeten verdelen: who gets what, when and how. Vooral in het belang van verdeling van schaarste. Na de
economische crisis veel schaarste geweest (vb. geen salarisverhoging meer, taken afstoten (zorg aan de
gemeente geven) naar lagere organen, bezuinigen). Het afstoten van de zorg aan de gemeente is dus gebruikt als
politek spel van beleggen aan mensen die dichtbij de samenleving staan.

Bij democrate gaan we ervan uit dat er altjd een verdeling is van macht. eij vinden democrate belangrijk, we
vinden het belangrijk dat we kunnen zeggen wat we willen en dat we vrij zijn in onze religie. ee zijn heel
tolerant, maar de vrijheid heef ook grenzen. NL’ers willen bepaalde dingen immers toch op een bepaalde
manier zien doen.

Bekkers zegt ook het is een gezaghebbende toebedeling van waarden. Gezaghebbend betekent dat aan
insttutes of politek, gezag gegeven wordt. aar de laatste tjd is dat gezag er niet altjd meer. Tegenwoordig is
er een heel erg gefragmenteerd beeld van de samenleving. eat betekent gezaghebbend nu eigenlijk nog? ee
vinden het in NL belangrijk om een representateve democrate te hebben, dus dat de politek ons representeert,
dat wij onze waarden terugkomen in die politeke partjen en dat die partjen meestemmen. aar als het zo
gefragmenteerd is, is het dan nog wel gezaghebbend? Is dit nog het model waarmee we verder gaan, met deze
democrate en deze politek? Forum van Democrate stelt bijvoorbeeld voor om een directe democrate te
worden (stemmen als ‘willen we dit beleid of niet’). Dit heef een aantal discussies opgeworpen over de
gezaghebbendheid van de politek.

Beleid
Zodra die politeke waarden duidelijk worden en agenda’s zich vormen, moeten op basis van die agenda’s ook
sturing gegeven worden aan die maatschappelijke ontwikkelingen. Je kan wel een hele mooie agenda bedenken,
maar hoe gaan we dat doen en met wat? Hoeveel geld is er? Op welke manier gaan we dit doen? Op basis van
de politeke afwegingen ga je dan die agenda opzeten en uiteindelijk proberen te sturen. Beleid is dus een
verzameling van middelen die aangewend zijn in een bepaalde (tjds)volgorde om bepaalde doeleinden te
realiseren.

,Beleid verloopt idealiter in een cyclus. Bekkers omschrijf deze cyclus in vijf stappen:
1. Agendavorming
2. Ontwikkeling
3. Besluitvorming
4. Uitvoering
5. Evaluate

Beleid is ook strijd, onderhandeling, confict, uitruilen van belangen (als jij dat voor ons bij de woningcorporate
doet, dan doen wij dat voor jou bij economisch beleid), bijvoorbeeld tjdens coalitevorming en Prinsjesdag.
Beleid is ook symboliek, retoriek om te overtuigen of te verhullen. Heel vaak zijn er bepaalde concepten die
botsten in de politek (vb. brede school waarbij kinderen opgevangen kunnen worden, daar naar school gaan en
vervolgens daar nog kunnen blijven totdat de ouders de kinderen weer kunnen opvangen. Dit klonk goed en
iedereen wilde dit hebben. Het zorgde voor extra werkgelegenheid). Beleid is ook een gegroeide praktjk. Dat
bewijst wel bijvoorbeeld als je naar de VS kijkt (een republiek): zij zijn gewend om dingen op een heel andere
manier te doen (vb. wapenbeleid). Sommigen dingen hebben we omdat dat altjd zo is geweest (in NL bijv.
Poldermodel).

Begaderigieg eg perspehteveg vag beleidsvisies op eigderpardog Lili eg Howihe (zie ooe HC 2 voor ui iebreidere
ui wereigi)
 Gerd Leers zegt het is heel moeilijk en onaangenaam om mee te maken. Hij is aan het wikken en wegen
en zit heel duidelijk aan de insttutonele kant (uitzondering op de regel, maar).
 Hans Spekman houdt het heel erg het normateve aan, de beeldvorming. Kinderpardon is een feit, maar
er ligt ook veel emote in.
 Fritsma ratoneel vs. emotes (dit kost afweging, het kost tjd, geld: heel ratoneel).

S urigi
Sturing is heel erg gelinkt aan beleid. Beleid is vaak de agendavorming en dan ga je beleid bepalen en op een
bepaalde manier sturen (vb. klimaatadapteve stadsbeleid, zoals akkoord in Parijs). Je kan dit op verschillende
manieren uitvoeren, door wie ga je dit laten doen (zelf, samenleving stmuleren, gemeenten, organisates,
maatschappelijk middenveld zoals woningbouwverenigingen etc.), hoe ga je het doen (stmuleren vs. subsidie
geven om zonnepanelen aan te leggen), waarop is het beleid gericht, waarom wil je dit?

S urigi als allohate
Er zijn drie manieren waarop je kan sturen: staat, markt en gemeenschap (partculier initatef vb. Leeszaal).
Bekkers hangt daar een vierde manier aan vast: de community (geïnsttutonaliseerde partners: de mensen die al
in de community ziten, vb. FNV, Sociaal-economische raad  het maatschappelijk middenveld). Die vier
insttutes brengen meerdere, verschillende coördinatenmechanismen op gang.
De staat kan alle vier de manieren van sturing doen, maar de staat heef als ideaaltype weten en regels. De
markt is op basis van vraag en aanbod, ruil door middel van prijs. De gemeenschap is op basis van ideologie en
de community op basis van vertrouwen.

Politek en beleid in een eeranderende omgeeing
Door verschillende ontwikkelingen zijn de processen uit elkaar gaan lopen en is onze tegenwoordige
maatschappij veel complexer dan in 1950.

1. Versplig erde sameglevigi
 Structureel: arbeidsverdeling, specialiseren van verschillende mensen en organisates was in de
jaren 80 een heel belangrijk idee. In de jaren 80 was veel kritek op logge (overheids)organisates:
we moeten de overheid meer organiseren als een bedrijf. Alle organisates binnen de overheid
moeten gespecialiseerd zijn, iedereen krijgt ze eigen taak (= New Public anagement).
i. Door fragmentate krijg je mensen die enkel met hun eigen specialisme bezig zijn, enkel
gefocust op eigen doelstellingen. Om de hele cyclus door te lopen, had je altjd andere
organisates/partners nodig en is de keten dus langer geworden.
ii. Ratonaliteitstekort: het ratoneel denken is beperkt geworden, mensen kunnen al die
organisates niet meer over zien en mensen zijn enkel nog maar met hun eigen

, deelratonaliteit bezig (eigen hokje, keten of proces). Ratoneel handelen kan eigenlijk niet
meer volgens Bekkers. Je kan niet alle stappen in een proces bedenken of alles wat er kan
gebeuren in zo’n proces.
 Politek-cultureel:
i. Politeke partjen: vroeger stemde men eeuwig op dezelfde partj, bij die partj was je
zorgverzekering, je omroep, de krant etc. Als je politek wilde worden, dan begon je bij de
achterban. Alles was verzuild. Tegenwoordig stemmen mensen bijna iedere keer weer op
een andere partj. Dit heef alles te maken met de ontzuiling en het feit dat alle partjen
onafankelijk zijn geworden.
ii. Individualisering burger: mensen hadden steeds meer keuzes, verder rondkijken naar wat
er te bieden is (school, omroep, krant etc.). Door die keuze en alle informate die er
tegenwoordig is, is men veel individualistscher geworden. ensen gaan zich dus veel
individualistscher gedragen en voelen hiermee een band met de organisate waarmee ze te
maken hebben.
iii. eer keuzevrijheid vs. minder vertrouwen: tegelijkertjd zorgt de individualisering ervoor
dat mensen geen of minder vertrouwen meer hebben in organisates (zoals Bol.com, omdat
je die mensen nooit ziet). Doordat organisates geen waarden hadden, is er veel meer
keuzevrijheid gekomen maar minder vertrouwen.
Dit alles maakt de samenleving is dus heel vloeibaar:
 Functeverlies van insttutes en organisates
 Individualisering, ontzuiling en ontdeologisering  vrijheid wordt gewaardeerd, maar we zien
ook heel veel mensen die heel jong een burn-out krijgen. ensen hebben zoveel keuze, dat ze
niet meer weten wat ze moeten kiezen. Kies maar eens uit ten verschillende
zorgverzekeringen. De achtergrond van de zorg was om het aan de markt te geven, zodat men
zelf kan kiezen welke zorgverzekering zij nemen. aar door de vele concurrente weten ze niet
meer wat te kiezen.
 eer vrijheid: geluk, gemak en gewin, maar ook meer angst en onzekerheid
 Behoefe aan identteit  organisates hebben keuzestress of hebben geen identteit. Ze
hebben geen duidelijke missie meer, wat voorheen wel het geval was.
 Functeverlies politeke partjen  tegenwoordig staan politeke partjen steeds meer voor ene
thema. Ze zijn op zoek naar of ze nu rechts, links of een midden partj zijn.
 De verpersoonlijking van politek en opkomend populisme  mensen gaan door de
thematsche politeke partjen veel meer belang hechten aan de persoon achter de partj, en ze
worden veel strategischer
 De drama-democrate en de media als platorm  media spelen in op de verpersoonlijking van
politeke partjen en fguren. edia kopiëren elkaars nieuws en zijn niet meer hun eigen
ideologie gewend. Zelfs de media waren vroeger verzuild.

2. Ne weresameglevigi
 ee beperken ons niet meer tot de grenzen van het land, het gaat veel meer om wie je kent en
waar je iemand kent.
 Globalisering van producte- en consumptepatronen: steeds meer producteprocessen komen van
buitenaf (AliExpress, Amazon, Bol.com). Ook onze consumptepatronen zijn internatonaal
geworden (vb. vlees komt van buitenland)
 Kennis en informate als grondstof en ICT en multmedia als dominante productetechnologie
De netwerksamenleving is veel meer georganiseerd rond knooppunten en stromen. Het is een heel
ander type netwerk dan gericht op je dorp of staat. Het gaat om knooppunten die je hebt voor de
uitvoering van de taak (vb. knooppunt media in NL is Hilversum).
 Doordat data en technologie zo groot vertegenwoordigd zijn, zien we volgens Bekkers een Vierde
eereld: de 99%-verdeling. De kloof tussen arm en rijk wordt steeds groter. ee laten sommige
mensen achter.

3. Risihosameglevigi
 Van klassieke risico’s naar nieuwe risico’s: we wonen in een risicosamenleving. Je loopt bepaalde
risico’s als je een fnanciële dienst van een bank aan gaat. Dat wordt vermarkt. Je hebt geen zicht

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eurstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.98  7x  sold
  • (5)
  Add to cart