100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
WG 5 IBR 2 (Master) $3.44   Add to cart

Class notes

WG 5 IBR 2 (Master)

1 review
 36 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Collegedictaat van 6 pagina's voor het vak Internationaal belastingrecht 2 aan de UL (WG 5 IBR 2)

Preview 2 out of 6  pages

  • October 30, 2018
  • 6
  • 2018/2019
  • Class notes
  • Broekhuijzen
  • 5

1  review

review-writer-avatar

By: ricklucas • 5 year ago

avatar-seller
Internationaal belastingrecht II Werkgroep 5
Vraag 1.
Mevrouw Landloos woont in Amsterdam. Jaren geleden heeft zij voor
Euro 100.000 alle aandelen in de in Nederland gevestigde Polder BV
gekocht. In 2018 besluit zij te verhuizen naar het altijd even mooie
Marcille St. Robert in Frankrijk. Haar aandelen in Polder BV zijn op
dat moment Euro 1.000.000 waard.

a. Hoe verloopt de inkomstenbelastinghefng in stap 1 ten
aanzien van de emigratie naar Frankrijk?

Wat doet NL als zij gaat emigreren?
Zij is in beginsel binnenlands belastingplichtig en wordt belast in box 2 voor
haar aandelen in de BV. Zij emigreert naar Frankrijk, dat is een fctief
vervreemdingsvoordeel ex art. 4.16(1)h IB. NL wil dan hefen over de
vervreemdingswinst. 4.22 IB: over de waarde in het economische verkeer.
Het genietingstijdstip is het moment direct voorafgaand na het ophouden van
de belastingplicht, dus moment direct voorafgaand aan de emigratie, art.
4.46(2) IB.

b. Mag Nederland op basis van het verdrag Nederland-Frankrijk
heffen ten aanzien van de emigratie van mevrouw Landloos?
Ga in op de relevante jurisprudentie.

Wat is hier dan het probleem?
Verdrag met Frankrijk kan in de weg staan. Bij vermogenswinsten heeft de
woonstaat het hefngsrecht en dat is Frankrijk. NL kan dan niet meer hefen
over vervreemdingsvoordelen. Bij dividenden heeft in beginsel woonstaat
hefngsrecht en bronstaat een beperkt recht. Voor de fctie zou NL het
hefngsrecht verliezen o.b.v. het verdrag.

O.b.v. de nationale wet nemen we fctief inkomen in aanmerking. Daarom
wordt er een conserverende aanslag opgelegd maar er wordt niet
daadwerkelijk betaald. Belasting moet betaald worden over geld dat je niet
echt hebt, daarom uitstel. De claim bestaat wel maar waar gaan we die claim
uiteindelijk op verhalen? Bij dit soort regelingen zorgen we voor een systeem
dat de efecten om niet te betalen worden afgezwakt, zoals een
conserverende aanslag. De basis zit hiervan in de wet IB, namelijk art. 2.8 en
2.9. In beginsel berekenen we het totale bedrag maar daarna wordt het
gecorrigeerd met het conserverende inkomen. De voorwaarden hiervoor
staan in de Invorderingswet. Er is een ongelimiteerde uitstel van betaling
tenzij er een besmette rechtshandeling wordt verricht zoals bijvoorbeeld het
vervreemden van je aandelen of het uitkeren van winstreserves van minimaal
25%. Besmette rechtshandeling is daadwerkelijk wat realiseren, dan heb je
geld en zou je de belasting kunnen betalen. De conserverende aanslag valt
dan vrij.

Wat schuurt hier aan? NL eigent zich het hefngsrecht toe door die
conserverende aanslag. Mag NL dit wel doen in het licht van de verdragen?

, Welke jurisprudentie ligt hier aan ten grondslag? Fictief loonarrest. HR: het is
in beginsel toegestaan om fcties en forfaits te gebruiken. Er is ruimte voor
fcties. Wel bezien vanuit de aard van de bron, dat kan art. ((2) de ruimte
geven om fcties te hanteren. Dus als NL toch al het hefngsrecht had.

Feitelijk kijken naar het verdrag: wat is de ruimte die het verdrag biedt en
kijken naar nationale bepaling. Wat is het doel van de bepaling en wat is het
soort type inkomen dat daar mee wordt verondersteld?

Redelijkheid en billijkheidsoverweging: wat had het andere land redelijkerwijs
kunnen verwachten van de verdragstoepassing? En wat doet NL als het een
fctie hanteert, doe je dan iets wat het andere land niet had kunnen voorzien?
Dat hangt samen met de goede trouw en volgens de HR samen met de
ruimte die art. ((2) biedt.

Je mag nationale regels verzinnen, maar niet zover dat het andere land dat
niet had kunnen voorzien.

Hebben we te maken met inkomen dat in feite aan NL is toebedeeld en
daarom fcties kan hanteren? Of is het inkomen dat aan FRA is toebedeeld en
NL het hefngsrecht naar zich toetrekt? nentrale arrest: AB-emigratie BNB
2009/260.

Probleem: NL lijkt geen hefngsbevoegdheid te hebben op het moment dat zij
in Frankrijk zit, en mag Frankrijk hefen. Door de NL fctie mag NL ineens
hefen.

Tweede probleem: termijn waarin verdrag de conserverende aanslag
hanteert, art. 1((5): AB-voorbehoud. Als er binnen 5 jaar een besmette
rechtshandeling plaatsvindt valt de conserverende aanslag vrij. NL kent een
ongelimiteerde termijn. Die IW zorgt er ook voor dat NL het hefngsrecht
naar zich toe kan trekken die je o.b.v. het verdrag na 5 jaar niet meer zou
hebben.

Derde probleem: ziet het belastingverdrag op het moment hier? Is het
verdrag van toepassing?

Wat is de werkelijke aard van die inkomsten? Twee kernoverwegingen HR om
de aard en de bron te onderzoeken. Wat is de ruimte binnen het verdrag? En
waar zien die fcties op?

Hoe weten we welke ruimte er bestaat? Hoe vult de HR dat in? Is dat inkomen
naar zijn werkelijke aard bezien toegewezen aan NL of Fra?

Analyse OESO-commentaar: art. 1(: er zijn verschillende belastingen mogelijk
op capital gains en nadere invulling ligt bij de member states, wanneer en
hoe belastinghefng over capital gains plaatsvindt. Zie de HR ruimte: ja.
Ruimte voor het hanteren van fcties. Op het moment direct voorafgaan aan
vervreemding is ook goed want ‘wanneer en wijze waarop’ wordt toegestaan
aan het nationale recht.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MRang. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.44  2x  sold
  • (1)
  Add to cart