Summary
Samenvatting Strafrecht periode 1 (Minor Criminologie & Strafrecht)
- Course
- Institution
- Book
Deze samenvatting bevat literatuur en colleges.
[Show more]
Connected book
Book Title:
Author(s):
- Edition:
- ISBN:
- Edition:
1 review
By: laurajordan • 5 year ago
Seller
Follow
cmgkroez
Reviews received
Content preview
Samenvatting strafrecht periode 1Week 1 - Introductie (Corstens H1, H2 en H3)
Strafrecht is sanctierecht
Straffen zijn niet gericht op herstel maar op leedtoevoeging (non-reparatoir)
Materieel strafrecht: welke gedragingen zijn onder welke omstandigheden strafbaar?
Strafprocesrecht: hoe en door wie wordt onderzocht of een strafbaar feit is begaan en
welke sanctie daarop moet volgen?
Penentiar recht: welke sanctie zijn strafrechtelijk en door wie worden deze ten
uitvoer gelegd?
Functies strafbaarstelling:
Preventief: Ontstaan/ versterken andere sanctiestelsels
Generaal preventief: begaan leidt tot bestraffing
o Aan potentiële overtreders wordt duidelijk gemaakt dat het begaan van
strafbare feiten tot bestraffing leidt
Nederlands strafprocesrecht: gematigd accusatoir
Accusatoir: twee gelijkwaardige partijen tegenover een lijdelijke, passieve
(scheids)rechter
Inquisitoir: justitie is op zoek naar de waarheid. Niet gelijkwaardig maar er is
een ‘object’ in het onderzoek
; “Kan dit optreden de toets van kritiek doorstaan?”
Functies strafprocesrecht
Hoofddoel: schakel tussen strafbaar feit en de door de rechter op te leggen
strafrechtelijke sanctie structuur aanreiken, beperken
Nevenfuncties
Speciale preventie voorkomen recidive verdachten
Generale preventie potentiële overtreders afschrikken
Scheppen van orde
Genoegdoening slachtoffer
! Nastreven hoofddoel staat voorop
Art. 1 Sv en art. 107 GW eisen dat het strafprocesrecht zoveel mogelijk door de wetgever
in formele zin wordt bepaald.
Negatief wettelijk bewijsstelsel:
Strafbaar feit moet wettelijk en overtuigend bewezen zijn om tot een bewezenverklaring
te komen (art. 338 Sv)
Strafvordering: de gehele procedure in strafzaken, zowel opsporing als vervolging,
rechterlijk handelen en de tenuitvoerlegging
; strafvordering omvat ook de aanwijzing van competente organisaties en ‘vroegsporing’
Er is ruimte voor het nader vormgeven van bijv. opsporingsmethoden. Een aantal van
dergelijke fenomenen is:
Het gebruik van buitenwettelijke dwangmiddelen
HR Piet Guis: op gelijke voet als in art. 52 Sv is de opsporingsambtenaar bevoegd
de getuige naar zijn NAW gegevens te vragen
De voeging ad informandum
OM mag naast het in de dagvaarding vermelde feit ook nog een ander strafbaar
feit ter afdoening van de rechter voorleggen
De kroongetuige
Dat is een verdachte aan wie door het openbaar ministerie een toezegging is
1
, gedaan ter zake van strafvermindering of niet-vervolging, dit in ruil voor een
verklaring ten laste van een andere verdachte (art. 226g – 226k Sv)
Het is soms moeilijk bewijs te leveren van strafbare feiten
Wetgever in formele zin kan in theorie daaraan tegemoetkomen door het
bewijsrecht te vergemakkelijken. Bijv. wanneer de daad zelf niet te bewijzen valt,
maar de verdachte wel de daartoe bestemde middelen bij zich had.
Uitgangspunt: de wettelijke regeling van strafvordering is exclusief, het systeem
van de strafvordering is gesloten.
Lex certa beginsel: het moet voor burgers duidelijk zijn welk handelen en nalaten leidt
tot strafrechtelijke aansprakelijkheid
hangt nauw samen met verbod op analogie
Waar het geschreven recht geen uitkomst biedt, kunnen op basis van algemene
rechtsbeginselen oplossingen worden gezocht, om zodoende de kwaliteit van de
rechtspleging ten goede te komen.
Klassieke uitgangspunten:
Rechterlijke onafhankelijkheid
Rechtelijke onpartijdigheid Hoor- wederhoor
Beroepsrechters Recht op rechtsbijstand
Vervolgingsmonopolie OM Recht op vertaling en vertolking
Opportuniteitsbeginsel Zwijgrecht
Correctiemechanismen Interne openbaarheid
Strafvorderlijke legaliteit Externe openbaarheid
Geen procedure zonder aanleiding Motivering
Vermoeden van onschuld Onmiddellijkheidsbeginsel
Opportuniteitsbeginsel: art. 167 lid 1 en 242 lid 1 Sv
Positieve toepassing: algemeen belang moet vervolging noodzakelijk maken, wil
het OM ertoe mogen overgaan
Negatieve toepassing: het OM vervolgt ieder strafbaar feit, tenzij de contra-indicatie
het algemeen is gegeven.
Materiële beginselen: inhoud handeling / besluit
Vertrouwensbeginsel Détournement de pouvoir
Gelijkheidsbeginsel Redelijkheid en billijkheid
Processuele beginselen: wijze van totstandkoming van de handeling / besluit en de
uitvoering daarvan
Zorgvuldige voorbereiding
Correcte bejegening
Consciëntieuze besluitvorming
Art. 1 Sv: Strafvorderlijk legaliteitsbeginsel
Art. 1 Sr: Strafrechtelijk legaliteitsbeginsel
Werkcollege
Boek 2: Misdrijven Boek 3: Overtredingen
Arresten bij art. 359a Sv:
HR De onbevoegde hulpofficier:
Bij een doorzoeking werd een wietplantage gevonden. Achteraf bleek dat de Awbi-
machtiging tot binnentreden was afgegeven door een onbevoegde hulpofficier. Het Hof
heeft het bewijs daarom uitgesloten, omdat de doorzoeking onrechtmatig gebeurde. De
Hoge Raad oordeelt dat een schending van art. 8 EVRM niet hoeft te betekenen dat het
2
, proces niet meer eerlijk is in de zin van art. 6 EVRM. Verder noemt de Hoge Raad dat art.
359a Sv een bevoegdheid geeft aan de rechter om rechtsgevolg te verbinden aan een
vormverzuim; geen plicht hiertoe.
HR Afvoerpijp:
Opsporingsambtenaren hadden een bevoegdheid tot binnentreding van een woning. Zij
keken in de kelder en zagen daar een afvoerpijp die anders was dan de andere. Zij
hebben deze toen losgetrokken. Er bleek drugs achter te liggen. De verdediging klaagt
dat het lostrekken van de betreffende afvoerpijp een overschrijding is van de
bevoegdheid tot binnentreding. De Hoge Raad oordeelt dat dit terecht is, omdat het
lostrekken verder gaat dan ‘zoekend rondkijken’. Echter, dit heeft geen gevolgen voor de
verdachte, omdat hij niet de bewoner was van het betreffende gedeelte van de woning.
Daarom is hij niet getroffen in het belang dat de norm beoogt te beschermen, namelijk
de privacy etc. van de bewoner.
Week 2 – Rechtspositie (Corstens H4 p 1 t/m 5, H10 p 1 t/m 4 en H12 p 1 t/m
11)
Opsporen: art. 132a Sv
Onderzoek in verband met strafbare feiten onder gezag officier van justitie met als doel:
nemen strafvorderlijke beslissingen
Opsporen kan bestaan uit klassieke opsporing of vroegsporing.
Klassieke opsporing: onderzoek naar aanleiding van een redelijk vermoeden,
sprake van verdenking
Vroegsporing: onderzoek naar misdaad in een georganiseerd verband (art.
67 lid 1 Sv)
Repressieve controle valt ook onder opsporing als bedoeld in art. 132a Sv. Dit is het
ontdekken van mogelijke strafbare feiten. Puur controle of toezicht valt hier niet onder.
Verdenking van een strafbaar feit is een basisvoorwaarde voor vervolging. Bij
georganiseerde criminaliteit mag vroegsporing worden gebruikt, alleen een
aanknopingspunt is voldoende. Bij terroristische dreiging mogen bepaalde
dwangmiddelen al ingezet worden wanneer er slechts aanwijzingen zijn (Titel VB:
Bijzondere bevoegdheden tot opsporing van terroristische misdrijven)
Reactief optreden: afwachten opstellen politie
Proactief optreden: zelfstandig opzoek gaan naar informatie
Voortgezette toepassing: in principe is dit doorlaatbaar. Dit is alleen het geval wanneer
er sprake is van een ontdekking bij toeval. Zuiverheid van oogmerk.
! HR Geweerarrest: Een opsporingsambtenaar mocht op grond van de Drankwet
binnentreden tegen de wil van de bewoner. Hij vond toen een geweer. De vraag is of hij
deze in beslag mocht nemen op grond van de Vuurwapenwet, aangezien hij geen
bevoegdheid had om binnen te treden met als doel het in beslagnemen van een wapen.
De Hoge Raad oordeelde dat dit mocht: het feit dat een ambtenaar alleen aanwezig is ter
controle, belet hem niet om op diezelfde plaats opsporingsbevoegdheden, steunende op
een andere wet dan de Drankwet, te verrichten. (Het gaat hier om sfeercumulatie,
namelijk voortgezette toepassing: tijdens het uitoefenen van een controlebevoegdheid
stuit hij op informatie waardoor hij een opsporingsbevoegdheid in gaat zetten.)
Verdachte art. 27 Sv
Er moet sprake zijn van een strafbaar feit
Er moet een redelijk vermoeden van schuld van de betrokkene aan dat strafbare
feit bestaan
Dat vermoeden moet op feiten en omstandigheden gebaseerd zijn
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cmgkroez. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
75632 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now
Recently viewed by you
