SAMENVATTING
KENNISBASISTOETS TAAL
Taalonderwijs en taal
3 stadia van geletterdheid lezen
Ontluikende geletterdheid: Aanvankelijk lezen:
voorschoolse periode (0 – 4 jaar) een belangrijk onderdeel binnen
. beginnende geletterdheid. Dit is het leren
Beginnende geletterdheid: lezen in groep 3
ontwikkeling van geletterdheid in
Voortgezet technisch lezen: de
de groepen 1 – 3.
vaardigheid van het decoderen van
teksten te vergroten. Het gaat om
Gevorderde geletterdheid:
vlot en nauwkeurig lezen van de
de periode na groep 3.
tekst.
Begrijpend lezen
het gaat om het begrijpen van de
Functies van taal tekst. Dit kan gecontroleerd worden
door vragen te stellen over de tekst,
Communicatieve of sociale taalfunctie: woorden of uitdrukkingen.
We gebruiken de taal als
communicatieve interactie tussen
mensen.
Voorbeelden:
Niveaus van taal
Zelfhandhaving: opkomen voor wat je zelf wilt.
Zelfsturing: met woorden handelen en
aankondigen wat je plannen zijn. Fonologisch niveau
Sturing van anderen: met woorden het gedrag van
anderen beïnvloeden. uitspraak
Structurering van het gesprek: taal gebruiken om Morfologisch niveau:
het gespreksverloop te beïnvloeden
opbouw van woorden
Syntactisch niveau:
Conceptualiserende functie:
Je gebruikt taal om je gedachten te volgorde van woorden
ordenen en greep te krijgen op de Semantisch niveau:
werkelijkheid betekenis
Voorbeelden: Pragmatisch niveau:
Rapporteren: verslag doen van iets wat in de
werkelijkheid gebeurd
het gebruik van de taal
Redeneren: je bewerkt de gebeurtenis door een Orthografisch niveau:
extra denkstap in te bouwen de spelling
Projecteren: je probeert je te verplaatsen in de
gedachten en gevoelens van iemand anders
Expressieve taalfunctie:
De taal wordt gebruikt als
expressiemiddel
Elise van der Stelt
, Mondelinge taalvaardigheid
Manieren van taalverwerving
Eerstetaalverwerving
Behaviorisme: leren door imitatie
De (voortalige) prelinguale periode:
Creatieve constructietheorie: (0-1 jaar) onsamenhangende klanken,
beschikken over taalvermogen huilen, brabbelen, beginnen met
waarmee je op creatieve manier vocaliseren en produceren van klanken.
zinnen kan opbouwen.
Internationale benadering: De linguale periode: (1-9 jaar)
aangeboren taalleeromgeving, De vroeglinguale periode: (1-2,5 jaar) brabbelen
taalaanbod en interactie belangrijk wordt betekenisvol taalgebruik
eenwoordzin - tweewoordzin - meerwoordzin
De differentatiefase: (2,5-5 jaar) leren dat
woorden van vorm kunnen veranderen en dat dit
iets betekent. Actieve woordenschat rond de
1000 woorden
Niveaus taalontwikkeling Overgeneralisatie: onterecht toepassen van
taalregels (loopte, gevald etc...)
Fonologisch niveau: vorming van De voltooingsfase: (5-9 jaar) alle processen
spraakklanken worden nu verder opgebouwd.
Actieve woordenschat: 3000-4000 woorden
Passieve woordenschat: 6000-8000 woorden
Morfologisch niveau: de manier
Stappen in morfologische, syntactische en
waarop woorden worden gevormd pragmatische niveaus worden nog gemaakt
Semantisch niveau: de betekenis van
woorden
Syntactisch niveau: regels leren door
combineren van woorden
Tweedetaalverwerving
Pragmatisch niveau: de regels eigen
maken Kinderen die Nederlands niet als
moedertaal hebben. (NT2)
Simultane tweetaligheid: leren van twee
talen min of meer tegelijk voor het 3e
levensjaar van een kind
Successieve tweetaligheid: 2e taal leren
nadat je eerste geleerd hebt.
Hierdoor kunnen interferentiefouten
ontstaan:
Interferentiefouten: komen voor uit
verschillen tussen eerst en tweede taal.
Elise van der Stelt
, Mondelinge taalvaardigheid
Luistersvaardigheden
Luisterstrategieën Een beschrijving kunnen volgen
Gevoelens en meningen begrijpen en
Globaal luisteren: globaal volgen wat de waarderen
spreker te vertellen heeft, begrijpen van Inhoud interpreteren en beoordelen
informatie. minder letten op details. Een uitleg volgen
Dit noem je ook wel begrijpend luisteren. De strategie van de spreker doorzien
Passende feedback geven
Intensief luisteren: stapje verder, alle Vragen stellen
details ven een verhaal, volledig beeld
krijgen
Kritisch luisteren: nog een stapje verder,
proberen mening vormen, gespitst zijn luisterdoelen
op tegenstrijdigheden of onderwerpen
om vragen over te stellen Intensief luisteren: Iets te weten willen
komen
Gericht luisteren: geselecteerd luisteren
pas je toe als je geïnteresseerd bent in Globaal luisteren: Een bepaald gevoel willen
bepaalde aspecten van een verhaal. vormen
Kritisch luisteren: Zich een mening willen
vormen
Gericht luisteren: Een bepaalde handeling
Spreekstrategieën
willen uitvoeren
Oriënteren op het spreekdoel
Een spel mee willen spelen.
Oriënteren op het onderwerp en
het inzetten van eigen kennis
Oriënteren op het soort
spreektaak
Oriënteren op het publiek of de
gesprekspartners gesprekssoorten
Reflecteren op de spreektaak
Monitoren van de spreektaak Monoloog: één spreker actief bijvoorbeeld
Evalueren van de spreektaak een spreekbeurt
Srpeekdoelen Dialoog: twee personen actief als spreker en
luisteraar bijvoorbeeld een interview
Informeren: overbrengen van feitelijke
Groepsgesprek (polyloog): meer dan twee
informatie
personen actief als spreker en luisteraar
bijvoorbeeld een groepsdiscussie.
Amuseren: vermaken, boeien of
ontroeren
Instrueren: iets uitleggen of
verduidelijken
Overtuigen: overhalen om een mening
in te nemen
Elise van der Stelt
, Woordenschat
woordenschatuitbreiding woordleerstrategieën
Worden bewust ingezet om de
Breedte: meer nieuwe woorden
betekenis van woorden achterhalen.
verwerven
Diepte: diepe woordkennis verwerven
Analyseren: waar bestaat het woord uit?
Intentioneel woordenschat: doelbewust
Context: gebruik maken van de verbale
woorden leren
en non-verbale context zoals plaatjes,
Incidenteel leren: spontaan nieuwe
titels en tussenkopjes
woorden leren
Bron gebruik: gebruik maken van een
productieve woordenschat: (actieve
bron zoals woordenboek, medestudent
woordenschat) woorden om te
of ouder iemand
communiceren
Receptieve woordenschat: (passieve
overeenkomsten tussen 1e en 2e taal:
woordenschat) begrijpen of herkennen
komt het woord overheen met een
van betekenis.
woord uit de 1e taal?
identiteiten van een woord woordenschatopbouw /
betekenisrelaties
Akoestische identiteit: de wijze waarop
een woord klinkt Synoniem: betekenen (ongeveer)
hetzelfde: fiets/rijwiel
Articulatorische identiteit: de wijze
waarop je een woord uitspreekt Categorie/ exemplaar: koepelwoord dat
verzameling aanduidt: tafel en stoel
Fonologische identiteit: akoestische en behoren tot meubels
articulatorische identiteit samen. De
klanken van een woord. Hyponiem: is onderdeel van een
klankvorm = label verzameling: tafels en stoel horen bij
betekenis =concept meubels
Morfologische identiteit: opbouw van Antoniem: elkaars tegengestelde: warm
woorden --> post-kantoor en koud
Semantische identieit: betekenis van het
woord zoals in een woordenboek
beschreven CAT & DAT
Syntactische identiteit: mogelijkheden CAT:
van een woord om met andere woorden Cognitieve Academische Taalvaardigheid
gecombineerd te worden
DAT:
Orthografische identiteit: woorden die Dagelijks Algemene Taalvaardigheid
kinderen begrijpen of waarvan ze de
betekenis herkennen
Elise van der Stelt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ElisevdStelt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.08. You're not tied to anything after your purchase.