Management en organisatie: management is het bestuur van een organisatie en een
organisatie is een vorm van menselijke samenwerking voor een bepaald doel.
Piramide van Maslow: stelt dat een mens vijf basis behoeftes heeft, de behoeftes zijn niet
gelijk aan elkaar, maar volgen elkaar op:
Tijdlijn van management en organisatie:
• Plato en socrates 400 jaar voor christus
• Machiaveli 15de eeuw
• VOC 17de eeuw
• Industriele revolutie 18e eeuw
• Fayol 1841
• Henri Ford 1903
• Human relations beweging 1945
• Sterke groei aantal multinationals 20ste eeuw
• NL sterk op de wereldmarkt NU
,Namen die bijdragen aan organisatietheorieën:
• Henry Mintzberg à een specialist op het gebied van organisatiekunde, organisatie in
zeven typen te onderscheiden: (1. Ondernemersorganisatie, 2. machine organisatie,
3. professionele organisatie, 4. divisie organisatie, 5. innovatieve organisatie, 6.
zendingsorganisatie, 7. politieke organisatie)
• Micheal Porter à Het vijfkrachten model van Porter bepaald de concurrentie in een
bepaalde bedrijfstak: (Gevaar van nieuwe toetreders, gevaar van substituten,
onderhandelingskracht leveranciers, onderhandelingskracht afnemers, concurrentie
in de markt)
• Jim collins à Good to Great: level 5 leiderschap richten hun behoefte aan erkenning
niet op zich zelf, maar op het creëren van een geweldig bedrijf.
• Gary Hamel à Toekomst van management (Passion, crativity, intiative, intellect,
diligence, obedience)
• Steve Jobs à Mede oprichter van Apple, meester van eenvoud (golden cirkel, why –
How – What)
• Stephen Covey à de zeven eigenschappen van effectief leiderschap (1. Wees
proactief, 2. Begin met het eind in gedachten, 3. Belangrijke zaken eerst, 4. Denk
win-win, 5. Eerst begrijpen dan begrepen worden 6. Creëer synergie, 7. Houd de
zaag scherp)
, Week 2: Hoofdstuk 1 Omgevingsinvloeden:
Organisatie: is een doelgerichte samenbundeling van kennis, vaardigheden en kracht
tussen enkele personen die primair middelen en activiteiten aanwendt om te voorzien in
behoeften aan producten en diensten in haar omgeving.
Organisaties hebben te maken met omringde partijen en omgevingsfactoren
Omringde partijen zijn:
• Afnemers à Nemen producten/diensten af van een organisatie, wanneer een organisatie
onvoldoende inspeelt op de afnemers behoefte leid dit dit tot klantverlies en
veranderende behoefte leidt tot nieuwe producten. Afnemers in de bouw zijn:
woningcorporaties, projectontwikkelaars, overheid, investeerders etc.
• Leveranciers à leveren producten/grondstoffen die bijdragen bij het eindproduct.
Organisaties stellen eisen op het gebied van kwaliteit, prijsniveau en levertijd aan
leveranciers. Er zijn nationale en internationale leveranciers
• Concurrenten à concurrenten bepalen de speelruimte die organisaties hebben op het
gebied van onder meer productaanbod, prijsniveau, distributiekanalen en
kwaliteitsniveau. Het is belangrijk om je concurrenten te traceren en analyseren en op
basis hiervan je eigen concurrentiepositie te bepalen. Dit doe je aan de hand van een
concurrentieanalyse (wie zijn je concurrenten, assortiment, prijzen, onderscheidend
vermogen, afnemers, marketing, service, locatie.
• Vermogensverschaffers à Vermogensverschaffers zijn vaak vertegenwoordigd in een
toezichthoudend orgaan (RVC) ontevreden vermogensverschaffers kunnen de geldkraan
dichtdraaien. Het is van groot belang voor organisaties om een goede relatie te
onderhouden met vermogensverschaffers.
• Werknemers à verrichten arbeid voor een organisatie en zijn kritische succesfactoren
binnen organisaties werknemers spelen een grote rol bij organisatie- en
productinnovaties en kwaliteitsverbeteringen. In de 21e eeuw zijn werknemers hoger
opgeleid, geëmancipeerder en individualistischer dan de werknemers van de 20ste eeuw.
• Belangenorganisaties à belang hartigers van een specifieke groep mensen: werknemers
(vakbonden),werkgevers (VNO-NCW), consumenten (consumentenbond/vereniging
eigen huis), milieuactivisten (greenpeace) etc.
• Overheidsinstellingen à beïnvloeden organisaties door regelgeving, zoals lokale
overheden, provincies, landelijke overheid, EU
• Media à Media speelt een belangrijke rol toenemend belang van social media, zoals:
Instagram, Facebook en YouTube. Let op fake news. In de bouw populairst: website,
LinkedIn, Facebook en Twitter.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kelly_zwiep. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.73. You're not tied to anything after your purchase.