Hoofdstuk 7
Tolerantie gebied= alle waarden van een abiotische factor waarbij een bepaalde soort kan overleven.
Waarden buiten de tolerantiegrens sterven alle organismen van die soort:
- Max- en minwaarden= weinig individuen
- Optimumwaarde= meeste individuen
Wetenschappelijke naam bestaat uit twee delen, soms met toevoegen:
1. Geslacht, aangegeven met hoofdletter. Staat voorop. Bestaat uit verwante soorten: haas,
poolhaas, sneeuwhaas, etc.
2. Soortaanduiding. Kleine letter. Geslachtelijke voortplanting. Achteraan soms nog een
hoofdletter van persoon die de soort als eerst beschreven heeft of ondersoort. Geografische
afscheiding van soortgenoten met kenmerkende afwijkingen.
Rijken= bijvoorbeeld dierenrijk
Domeinen= vergelijkbare cel bouw
Populatie= alle organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied.
Populatiegrootte= is het aantal individuen per eenheid van oppervlak.
Populatiedichtheid= aantal individuen per eenheid van oppervlak.
Draagkracht= maximale populatiegrootte waarvoor in een gebied voldoende voedsel, schuil- en
nestplaatsen zijn.
Exoot= een soort die in een andere vreemde leefomgeving is terechtgekomen.
Biologisch= duurzaam
Weefselkweek= onderzoekers gebruiken een paar cellen om nieuwe identieke planten op te kweken.
Symbiose= langdurige relaties tussen organismen van verschillende soorten.
3 soorten van symbiose:
o Mutualisme. Beide soorten voordeel (+/+).
o Parasitisme. Ene voordeel ander nadeel (+/-).
o Commensalisme. Eén voordeel ander geen van beide (+/o).
Mimicry= nabootsen van een ander organismen
Camouflage= schutkleur
Habitat= leefomgeving
Voedselrelatie= een relatie waarbij een soort zich voedt met een ander soort.
Predator- prooirelatie= de één eet de ander.
bomen bieden schuil- en nestplaatsen.
concurrentie= voedselconcurrentie
epifytisme= dat de ene soort plant op een andere soort plant leeft.
migratie= verplaatsen.
Verschil tussen prooidierpopulatie en een predatorpopulatie is een kwestie van ‘eten en gegeten
worden’.
dynamisch evenwicht= populatiegroottes nemen wel toe en af, maar blijft op lange termijn constant.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gabyaskamp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.