Samenvatting economisch beleid. De samenvatting is verdeeld in de volgende hoofdstukken: monetair beleid, conjunctuurschommelingen, onderdelen van het IS-MB-GA model en toepassing van het IS-MB-GA model. Deelonderwerpen die behandeld worden zijn: toezichthoudende rol van de centrale bank, maatschap...
Economisch beleid
H1 monetair beleid
Tijdens een crisis worden steunmaatregelen verstrekt door de centrale
banken en de overheid. Hierdoor stijgt de rente, want er wordt geleend op
de kapitaalmarkt. Door hun beleid kunnen centrale banken de rente laag
houden
De toezichthoudende rol van de centrale bank: 1.2.1
waarom een centrale bank?
Doordat directe ruil lastig is, moest er een tussenmiddel komen: geld. Geld
is een algemeen geaccepteerd betaalmiddel, oppotmiddel en rekenmiddel.
Daarom is het belangrijk dat geld op lange termijn zijn waarde houdt. Bij
oppotten daalt de reële waarde van geld als het geld zijn waarde verliest.
Geld functioneert als rekenmiddel als factor waardoor verschillende
middelen met elkaar vergeleken kunnen worden. Dit ondersteunt de
functie van geld als ruilmiddel. De centrale bank zorgt er voor dat geld zijn
functies en waarde behoudt.
1.2.2 de maatschappelijke geldhoeveelheid (M1)
Het publiek zijn de gezinnen en bedrijven exclusief de banken. De
maatschappelijke hoeveelheid is de hoeveelheid waarmee het publiek
direct bestedingen kan doen. Toename van M1 is geldschepping, afname
is geldvernietiging. Banken hebben invloed op de omvang van M1:
Verstrekken van een lening is een toename van M1
Sparen is een afname van M1
Geldschepping kan alleen als daar vraag voor is en als er dan nog
voldoende over blijft voor andere bankzaken
1.2.3 het financiële toezicht van de centrale bank
De centrale bank houdt toezicht op alle financiële instellingen waar
mensen geld in bewaring geven. De bank is een schakel tussen spaarders
en leners, waarbij de bank profiteert van intertemporele ruil: ruilen over
tijd. Omdat spaarders hierbij 2 risico’s lopen krijgen ze rente:
1. Debiteurenrisico: geld niet terugkrijgen
2. Inflatierisico: waarde van geld daalt
Leners betalen rente via de bank, de winst van de bank is de rentemarge.
Als het publiek het vertrouwen in de bank verliest, wordt alle geld massaal
opgeëist. Door de langlopende leningen kan dit op korte termijn niet.
In Europa is de ECB de centrale toezichthouder. Voor extra vertrouwen
hanteren ze het depositogarantiestelsel = garantie op geld terug bij
faillissement van een bank. Dat is niet de enige functie van een centrale
, bank. Door interbancaire leningen kunnen banken ook hun klanten
voorzien bij een hoge vraag door te lenen bij een centrale bank. Bij
onderling wantrouwen tussen banken kan geleend worden bij de centrale
bank
1.3 inflatie: 1.3.1 de inflatiedoelstelling
De centrale bank moet altijd de doelstellingen van de overheid halen. Bij
een enkelvoudig mandaat heeft de centrale bank 1 taak: prijsstabiliteit. Bij
een duaal mandaat heeft de centrale bank 2 taken: stabiliteit en groei van
de economie. Het monetair beleid van de ECB heeft als doel om de euro te
stabiliseren in Europa en heeft dus een enkelvoudig mandaat. Een beetje
inflatie is goed:
1. Geeft beleidsruimte bij verwachting van deflatie, deflatie zorgt voor
het uitstellen van aankopen wat de deflatie alleen maar verergert,
dus dan is prijsstabiliteit niet in zicht
2. Zorgt voor besteding: mensen stellen bestedingen niet uit want alles
wordt duurder
3. Meer schuld van de overheid door hogere bestedingen is een daling
van de reële waarde van de schuld
4. Meer overlevingskans van bedrijven bij crisis: door geldillusie dalen
de lonen minder dan de inflatie.
Een stabiel inflatiepercentage zorgt voor het goed kunnen plannen van
aankopen en een beter functioneren van de kapitaalmarkt. Bij onzekerheid
gaat de rente omhoog en wordt er minder geleend.
1.3.2 oorzaken van inflatie
Er zijn 2 oorzaken van een hogere verkoopprijs:
1. Stijgende productiekosten (loonkosteninflatie)
2. Stijgende bestedingen (meer vraag bij gelijk aanbod is hogere prijs
omdat niet oneindig voorzien kan worden voor de vraag)
1.4 de uitvoering van het monetaire beleid: 1.4.1 het
rente-instrument
De bank heeft alleen invloed op loonhoogte, niet op productiekosten. Bij
het sturen van inflatie wordt vooral gelet op de bestedingen. Lenen geeft
een positieve invloed, om dit voor elkaar te krijgen wordt de rente
verlaagd (verruimend monetair beleid). Sparen heeft een negatieve
invloed, de rente wordt verhoogd (verkrappend monetair beleid). De rente
heeft dus invloed op spaargedrag en dus ook de maatschappelijke
geldhoeveelheid. De ECB zorgt ervoor dat banken de juiste rentehoogte
hanteren zodat ze op lange termijn prijsstabiliteit kunnen bereiken. De
ECB heeft een monopolie op het basisgeld wat bestaat uit chartaal geld en
centrale bankreserves. De reserves zijn er om:
1. Te voldoen aan de vraag naar chartaal geld
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NikkiNikki4. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.