Samenvatting AK Wonen in
Nederland
1.1 Koffers pakken …
Rijkswaterstaat -> De overheidsdienst die het beleid van het ministerie van Infrastructuur en Milieu
uitvoert op het gebied van veiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid in Nederland.
Waterschappen -> regionale instantie die de taak heeft om de waterhuishouding te regelen.
Bodemdaling -> Verlaging van de hoogte van het maaiveld, een rivierbodem of de zeebodem.
De mate waarin de inwoners van een gebied zich bewust zijn van de natuurlijke gevaren die hen
omringen; zeespiegelstijging, bodemdaling en kwaliteit van kustveiligheid, en welk risico ze daarbij
lopen (overstromingsgevaar), heet het overstromingsrisicobewustzijn.
2/3 van het Nederlands grondgebied wordt beschermd door primaire waterkeringen. Deze houden
buitenwater tegen en het beheer is voornamelijk in handen van de waterschappen. Ze zijn
verantwoordelijk voor beheer, bescherming & onderhoud van de dijken en duinen. Ook beheersing
van het grondwaterpeil en de waterkwaliteit behoort tot hun takenpakket. Sommige waterschappen
onderhouden ook vaarwegen en landwegen.
Hoe groter de kans op schade, hoe beter een gebied beschermd moet worden. (Door te investeren in
verhogen van dijken en duinen en het verbreden van stand). Het overstromingsrisico hangt af van:
hoe ver de dijkring onder zeeniveau ligt, de grootte van de welvaart, de hoogte & sterkte van de
dijken en de kans dat het gebied overstroomt. Grootste gevaar zijn noordwesterstomen.
Door broeikasgassen in atmosfeer -> klimaatverandering (versterkte broeikaseffect).
o Uitzettend water (warm water zet uit)
o IJskappen van poolgebieden smelten
o Noord- en zuidpool trekken elkaar aan
De Nederlandse kust kan alelen in stand blijven onder deze voorwaarden:
Zeebodem moet over een grote afstand van de kust flauw aflopen
De stroming moet voldoende zand aanvoeren
Het getijdenverschil mag niet groot zijn (hoog- en laagwater)
De kust moet niet in aanraking komen met zware stormen
De zeespiegel mag niet te snel stijgen
Bij kustafslag wordt er door erosie van water zand afgevoerd, dit zand kan deels ook weer aangevoerd
worden op andere plekken wat ‘aanzanding’ wordt genoemd. (Boek figuur 1.9).
Na invoering van Deltawet werden dijken, dammen, wegen en bruggen aangelegd. Doel = veiligheid.
Bijkomende voordelen: afgesloten zeegaten werden zoetwaterbekkens -> drinkwaterbehoefte &
landbouw in droge periodes helpen tegen verzilting, opheffen isolement Hollandse & Zeeuwse
eilanden en scheepvaart had nieuwe vaarwegen met minder hoogteverschillen.
, Afdammen roept soms veel weerstand op; uniek zoutwatermilieu, oesterteelt, visstand lijden
daaronder. Ook de planten en dieren die hier leven verdwijnen door het zuurstofarme, vervuilde
water. -> Dammen gingen deels open voor een natuurlijk overgangsgebied en bij extreme
weersomstandigheden kunnen ze dicht.
Deltafonds -> Geld voor aanvullende werkzaamheden voor veiligheid & zoetwatervoorziening.
1.2 Kust in beweging
Duizenden jaren lang legde de zee klei en zand neer over Laag-Nederland. Er ontstonden zandbanken
die wanneer het laagwater is, strandwallen worden genoemd. De wind blaast het zand tussen planten
die het vasthouden waardoor duinen zijn ontstaan. Jonge duinen vormen als zeewering de grens met
de Noordzee en zijn een stuk steiler en hoger dan oude duinen. Er zijn 3 kusttypen:
o Waddenkust -> herkennen aan zeegaten & eilanden. Wadden zijn buitendijkse gronden die
overstromen bij hoogwater. Er is meer aanslibbing dan afslag (grote biodiversiteit).
o Gesloten kust -> rij van strandwallen en duinen
o Estuarium -> trechtervormige riviermonding waar zoet en zout vermengen. Hier is eb en
vloed aanwezig. Vloed = water stijgt op zee, eb = 6 uur later zakt water van zee (getijde).
Zachte kust -> natuurlijke oorsprong (duinen, stranden, zandplaten of wadden).
Harde kust -> door de mens gebouwd en versterkt, b.v.b. zeedijken en dammen. Zeedijk ligt langs de
kust of oevers van de benedenloop van een rivier of een estuarium. Strekdammen zijn aangelegd op
kwetsbare plaatsen. Soms ook haaks op de kust om stroming te breken. Een nadeel is dat kusten zich
niet vrij kunnen bewegen en geen mogelijkheid hebben om zich te herstellen na een hevige storm.
Dit geldt ook voor bebouwde kuststroken.
Kustprocessen -> processen van opbouw en afbraak van een kust onder invloed van wind en water.
De wind is medeverantwoordelijk voor het ontstaan van golven en zeestromingen, opstuwing van het
water, het transport van het zand en zandsedimentatie. Bij een stormvloed blijft de aanvoer achter bij
de afvoer, wat leidt tot erosie. Wanneer het weer stabiel is, herstelt de duin zich na een paar jaar.
Getijdenstroming -> afwisseling van eb en vloed. Maximaal = hoogtij. Minimaal = laagtij. Tijdens de
kentering is er geen stroming (omkeerpunt). Bij het samenvallen van de aantrekkingskracht tussen
maan en aarde, is er extra hoog water, springtij. Verschil hoog & laag minimaal? = doodtij.
Vloedstroom loopt sneller dan ebstroom. -> deeltjes kunnen sedimenteren bij ebstroom.
De vorm van de kust beïnvloed het getijverschil. -> Den Helder weinig verschil, Bath groot.
Zeestromingen zijn zoutwaterstromingen in oceanen die al eeuwenlang dezelfde beweegrichting
hebben en over duizenden kilometers bewegen. De reststroom (van Golfstroom) die tegen de klok in
draait + wind + getijdenstroming zorgen ervoor dat de Wadden naar het oosten bewegen. Wind
versterkt de invloed van de zeestroom op de kust.
Tot verkort zag men de zee als vijand. Binnendijks woonde men veilig, maar het wegblijven van
overstromingen stagneerde ook sedimentatie, dus ophoging van het land.
1.3 Inspelen op de natuur.
Tegenwoordig is er sprake van een dynamische handhaving. -> natuurlijke processen houden voor
een belangrijk deel zelf de kusten in stand (kwestie van geven en nemen). De kustlijn mag binnen een
bepaalde bandbreedte bewegen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauravaneldikk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.04. You're not tied to anything after your purchase.