Samenvatting strafrecht periode 2
Week 1 – Bewijs (Corstens H16, p.12/ HR Afvoerpijp/ HR Onbevoegde
hulpofficier)
De eerste hoofdvraag: bewijs
Na het positief beantwoorden van de drie voorvragen zal de eerste hoofdvraag
beantwoordt moeten worden: Is bewezen dat het ten laste gelegde feit door verdachte is
begaan?
De rechter is in zijn bewijsbeslissing in verschillende opzichten beperkt:
Gericht op bescherming van de verdachte tegen onbehoorlijk overheidsoptreden:
Binnen redelijke termijn beslissen
Beperkt in middelen die hij mag hanteren (geen inhumane en oneerlijke
instrumenten)
Gericht op deugdelijkheid van de middelen:
Alleen wettige bewijsmiddelen mogen worden gebruikt (niet in de wet opgesomde
middelen moeten buiten beschouwing blijven)
Bewijsminima (art. 344a lid 1 Sv, art. 342 lid 2 Sv)
Bewijsverbod (art. 341 lid 3 Sv, verklaringen van een verdachte mogen niet tegen
medeverdachte worden gebruikt)
Exclusionary rule: bewijsuitsluitingsregel
De rechter volstaat niet altijd met het letterlijk opnemen van de relevante passages uit
één of meer bewijsmiddelen, maar voegt daaraan soms nog overwegingen toe. In die
nadere bewijsoverwegingen wordt verder toegelicht waarom de rechter tot een
bewezenverklaring komt of waarom hij een bewijsverweer passeert (eerste volzin van
art. 359 lid 3 Sv) Met het oog op de mogelijkheid van een adequate verdediging, dient de
rechter elk schriftelijk bescheid waaraan hij feiten en omstandigheden ontleent die in de
uitspraak op één of andere wijze worden genoemd, ter terechtzitting voor te hebben
gehouden overeenkomstig art. 301 Sv.
Testimonium de auditu
Het gaat hier om een verklaring ‘van horen zeggen’. Een verklaring van persoon A die
overbrengt wat hij een ander, persoon B, heeft horen verklaren.
Project Promis
Dit project beoogt te realiseren dat er helderder en inzichtelijker wordt gemotiveerd. De
kern ervan is dat, in plaats van het citaatsgewijze weergeven van (delen van)
bewijsmiddelen, wordt volstaan met het door de rechter zelf samenvatten van de inhoud
daarvan, in combinatie met verwijzing naar de relevante bronnen door middel van
voetnoten.
Verkort vonnis
In de praktijk worden veroordelende vonnissen vrijwel pas volledig uitgewerkt, nadat een
rechtsmiddel is ingesteld. De praktijk van de zogenaamde kop-staartvonnissen en –
arresten is in art. 365a gecodificeerd. Wel heeft de HR aangegeven dat het de voorkeur
verdient dat de gemotiveerde verwerping van een bewijsverweer in het verkorte vonnis
wordt opgenomen. Het is wel mogelijk dat in de aanvulling nog een verbetering of
aanvulling wordt opgenomen.
Het gaat daarbij om Meer-en-Vaartverweren, dakdekkersverweren, sommige
betrouwbaarheids- en rechtmatigheidsverweren.
Meer-en-vaart-verweren
Een Meer-en-Vaart-verweer duidt op de situatie dat de verdachte een verweer voert dat
ertoe strekt een bewezenverklaring achterwege te laten op grond van een lezing van
1
, gebeurtenissen die niet strijdig is met – naar achteraf blijkt – de bewijsmiddelen. Hij
wijst op een gat in de bewijsvoering. De verdachte draagt een alternatief scenario aan
dat niet onverenigbaar is met de bewijsmiddelen, terwijl uitgaande van dat scenario
evenwel niet tot een bewezenverklaring kan worden gekomen. De verwerping van een
dergelijk verweer dient expliciet en gemotiveerd zijn. Vandaar de koppeling met art. 359
lid 2 tweede volzin.
Dakdekkersverweer
Een dakdekkersverweer is een categorie van verweren die gaat om de betekenis van een
term in de tenlastelegging die aan de wet is ontleend. Het verweer strekt er dan toe, dat
aan deze term een bepaalde juridische betekenis moet worden toegekend en dat
uitgaande van die betekenis het ten laste gelegde feit niet bewezen kan worden
verklaard. De verdachte bestrijdt dan de tenlastelegging, maar voert daarbij in feite naar
zijn strekking een kwalificatieverweer (358 lid 3). Doordat de term in de tenlastelegging
is opgenomen, is de kwestie voorwerp van de bewijsredenering gemaakt en valt
zodoende onder art. 359 lid 2 tweede volzin.
Voorbeeld: kan een struik juridisch een boom genoemd worden? Nee: vrijspraak / Ja:
bewezenverklaring.
Motivering vrijspraak
Een vrijspraak behoeft in beginsel niet te worden gemotiveerd door de rechter, anders
dan met de rituele frase dat de rechter het ten laste gelegde feit niet wettig en
overtuigend bewezen acht. Wel kan die verplichting voortvloeien uit art. 359 lid 2 tweede
volzin. Onder uitdrukkelijk onderbouwde standpunten worden namelijk ook die van het
OM begrepen.
Nadat de rechter zich over het bewijsmateriaal heeft gebogen, zal hij concluderen tot
bewezenverklaring of vrijspraak. Die bewezenverklaring bestaat er bij de Nederlandse
strikte grondslagleer en de daaraan gekoppelde tenlasteleggingstechniek in dat de
rechter uit de tenlastelegging onderdelen wegstreept. Iets erin veranderen of eraan
toevoegen mag hij – afgezien van kennelijke schrijffouten – niet.
Werkcollege
Art. 338 Sv: negatief wettelijk bewijsstelsel
bewijsmiddelen moeten in de wet zijn opgenomen (art. 339 Sv)
vanaf art. 340 Sv worden deze bewijsmiddelen uitgewerkt
overtuiging van de rechter; zo niet dan volgt vrijspraak
Art. 342 Sv: een getuige is geen getuige, het bewijsminima is twee
Art. 344 lid 2 Sv: hoofdregel is dus minimaal twee bewijsmiddelen tenzij sprake is van
een zogenoemd heterdaad proces-verbaal. De opsporingsambtenaar is dan zelf getuige
van het strafbare feit.
Voorbeeld zaak Sharlyne: wel wettig bewijs, maar de rechter is niet overtuigd.
Bewijsmatrix: hulpmiddel om te analyseren hoe compleet je dossier is.
tabel maken met links bestanddelen die moeten worden bewezen, op de andere as zet
je de bewijsmiddelen die je hebt.
Art. 339 lid 1 sub 5 Sv jo 344 lid 1 sub 2 Sv: verklaring slachtoffer
Rechtmatigheid bewijs
handelen overeenkomstig wet en beginselen behoorlijke procesorde
gevolgen onrechtmatigheid: volgen uit wet én jurisprudentie (art. 359a Sv)
Declaratoir vonnis: vaststellen dat er een onrechtmatigheid heeft plaatsgevonden
Voor uitwerking arresten; zie week 1 periode 1. HR Onbevoegde hulpofficier heb je nodig
om invulling te geven aan HR Afvoerpijp
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cmgkroez. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.