Samenvatting van het boek: Psychologische gespreksvoering: Een basis voor hulpverlening. Geschreven door Lang & Van der Molen. 15e druk, 2008. Hoofstuk 1 tot en met 5
Samenvatting psychologische gespreksvoering - een
basis voor hulpverlening - Lang en van der Molen - H1
tot en met H5
Hoofdstuk 1. Inleiding
Doel 1: een bijdrage leveren aan het inzicht in de processen die een rol spelen bij het
voeren van hulpverleningsgesprekken.
Doel 2: zo nauwkeurig mogelijk beschrijven van de concrete vaardigheden die men
nodig heeft om iemand met een persoonlijk probleem te helpen.
Hoofdstuk 2. De gezindheid van de hulpverlener
2.1 Inleiding
Ten eerste moeten we ons afvragen hoe we – in algemene zin – met de ander willen
omgaan.
Ten tweede komt aan de orde welke methoden van werken, welke technieken we willen
kiezen.
Ten derde dienen we ons af te vragen, ook in verband met het voorafgaande, in wat
voor situatie hulpverlener en cliënt zich bevinden t.o.v. elkaar: welke belangen
beïnvloeden elkaar? Hoe zien zij elkaars rol en wat verwachten ze van elkaar?
De hulpverlener moet een standpunt innemen (beïnvloed door opvattingen,
overtuigingen = gezindheid.
2.2 De gezindheid van de naaste
Er wordt in onze cultuur waarde gehecht aan de opvatting dat een individu het recht
moet hebben in vrijheid en voor eigen verantwoordelijkheid beslissingen te nemen (op
grond van eigen motieven) en zijn toekomst vorm te geven. Echter, als iemand onwijs,
onverstandig of onverantwoordelijk handelt, dan worden deze hoogdravende
opvattingen over vrijheid voor het individu meestal wat minder luidruchtig omschreven.
Een dilemma tussen zelf verantwoordelijkheid nemen voor die persoon en vrijheid laten
aan het individu.
Voor naasten is het soms moeilijk te helpen bij persoonlijke problemen. Liefde,
vriendschap of nabijheid kan leiden tot dusdanig grote belangen bij het gedrag van de
anders dat ze een handicap zijn bij het helpen van die dierbare naaste als deze
problemen heeft. Dit geldt ook voor de persoon met de problemen, die rekening blijft
houden met zijn naasten en kan daarom soms niet vrijuit praten.
2.3 De gezindheid van de hulpverlener
Er worden steeds de volgende vragen als richtlijn gebruikt:
1) Hoe wil de hulpverlener dat mensen leven en welk doel wil hij met ze bereiken?
2) Hoe wil de hulpverlener dat doel bereiken?
3) Wat zijn de belangen die op het spel staan bij hulpverlener en cliënt?
Het diagnose-receptgesprek
Diagnose-recept methode: na het stellen van een diagnose door de psychologe,
komt zij met een recept voor de oplossing van de problemen.
De psycholoog denkt zelf na, terwijl de cliënt wacht. Cliënt wordt object in het
onderzoek.
1
,Gevaar van deze methode is dat het belang van de psychologe om deskundig te lijken
leidt tot het een te doelgerichte en eenvoudige aanpak van problemen. Immers, door
het gesprek zelf in de hand te houden en de cliënt weinig ruimte te laten, loop de
‘deskundige’ weinig gevaar op zijsporen of andere problemen terecht te komen, waar
zij geen raad mee weet. Het is een dikwijls gehoorde klacht van cliënten, dat de
hulpverlener al zo gauw leek te weten wat er aan de hand was en adviezen gaf die niet
bevielen.
Vrije communicatie is van belang. Het gaat erom mensen maximaal bij te staan in hun
zoeken naar eigen vormgeving in het leven.
Er zijn bezwaren tegen gesloten werkwijze (gekaderde gesprekken e.d.). Onderzoek
toont dat mensen die meer duidelijkheid en openheid in de benadering van de
betrokkenen gaven, en meer overleg met hen bij het tot stand komen van de adviezen,
dit tot een veel hoger percentage opvolging van adviezen leidde (in tegenstelling tot de
diagnose-receptadviezen).
Er gaat dus geen voorkeur uit naar een sterk directieve en objectiverende benadering
van de cliënt bij het behandelen van persoonlijke problemen.
Het samenwerkingsmodel
De cliënt kiest hier zelf een oplossing voor zijn probleem. Het gaat hier om zoveel
mogelijk voor eigen verantwoordelijkheid en met zoveel mogelijk vrijheid en inzicht.
Dat is ook een norm, maar meer een norm over de vorm, dan manier van leven: hóe te
kiezen, dan over de inhoud: wát te kiezen.
De cliënt gaat zelf nadenken over zijn probleem.
Een belangrijk aspect in deze werkmethode is dat de psychologe zich zeer bewust als
doel een beter inzicht in de gevoels-, denk- en leefwereld van de cliënt stelt. Zij
probeert zich zo goed mogelijk te verplaatsen in zijn belevingswereld.
Ze maakt de cliënt niet tot object van het onderzoek, maar tot zoveel mogelijk partner
in het gesprek.
Samenwerkingsmodel: psychologe en cliënt werken samen aan de verheldering,
nuancering en behandeling van zijn vragen.
Met het actief betrekken van de cliënt bij het proces van probleemoplossen probeert zij
hem ook iets te leren over de manier waarop een dergelijk proces verloopt. Hierdoor is
de cliënt mogelijk in het vervolg beter in staat om het zelf op te lossen.
De belangen van de cliënt worden in het samenwerkingsmodel op verschillende
manieren gediend. De hulpverlener zal moeten nagaan op welke punten en hoever zij
de cliënt tegemoet kan komen.
De belangen van de hulpverlener zijn (evenals in het diagnose-receptmodel) staat de
hulpverlener belangelozer tegenover de problemen van de cliënt dan de naasten. Ook
in dit model zit deskundigheid die waargemaakt moet worden. Daarbij gaat het vooral
om methoden die dienen om de cliënt beter in staat te stellen zelf te helpen zijn
probleem zo ordelijk mogelijk te ontrafelen en op basis daarvan te zoeken naar
oplossingen. Want een oplossing of verminder van problemen van de cliënt is een
belang van de hulpverlener.
Quasi-manipulatie: handelswijze waarop de hulpverlener iets kan veranderen zonder
dat de cliënt het merkt. Echter kiest de cliënt ook voor deze manipulatie, omdat hij/zij
2
, van de problemen af wil. Vormt een nuttig onderdeel van de methode in het
samenwerkingsmodel.
2.4 De gerafneerde hulpverlener
De hulpverlener doet meer dan alleen luisteren tijdens het gesprek. Zij probeert een
beeld te krijgen van de denk-, leef-, en gevoelswereld (referentiekader) van de cliënt.
Zij ordent zo nodig ook de feiten en omstandigheden in het leven van de cliënt indien
deze zijn verhaal warrig vertelt. Wanneer zij op dit alles wat meer zicht heeft gekregen
gaat zij zoeken, ook vanuit haar eigen referentiekader, naar nieuwe gezichtspunten,
andere samenhangen of conclusies om die zo nodig voor te leggen aan de cliënt.
Hoofdstuk 3. De cliëntgerichte benadering
3.1 Inleiding
Gezien het doel van dit boek moeten wij theorie kiezen die de hulpverlener:
- Concreet inzicht biedt in het functioneren van mensen,
- Duidelijk maakt hoe persoonlijke problemen kunnen ontstaan,
- Relatief eenvoudige richtlijnen biedt om problemen van de cliënt te verminderen.
3.2 De theorie van Rogers
Rogers legt nadruk op een self-actualizing tendency als fundamentele, drijvende kracht
in de persoon. Deze neiging tot zelfactualisering is een kenmerk van alle leven
(planten, dieren, mensen groeien op grond van hun in aanleg gegeven mogelijkheden).
Bij mensen gebeurt meer dan het realiseren van dit biologisch proces:
1) Beschikt over het bijzondere vermogen dat hij zich bewust is van zichzelf en zijn
omgeving. Kan hierover nadenken.
2) Mensen hebben voor hun zelfactualisering de verbondenheid met andere
mensen in sociaal verband nodig.
3) De mens ontwikkelt een toekomstgericht streven. Daarbij neemt hij doelbewust
beslissingen en maakt keuzes over waarden en richting voor zijn denken en
handelen.
Zelfactualisering
Dit ontwikkelingsproces wordt in belangrijke mate bepaald door de kwaliteit van de
experiencing, het belevings- en ervaringsproces van de persoon. Deze kwaliteit neemt
toe naarmate de persoon meer in staat is allerlei stimuli, komend vanuit zichzelf of
vanuit zijn omgeving, zonder remmingen of afweer bewust te beleven en te verwerken.
Hij zegt dat deze optimale vorm van experiencing als het ware vanzelf zal plaatsvinden,
mits de omstandigheden waarin de persoon verkeert gunstig zijn.
Onvoorwaardelijke acceptatie
Unconditional positive regard: het is van essentieel belang voor de ontwikkeling van
een persoon dat hij van jongs af deze onvoorwaardelijke positieve aandacht en zorg
van voor hem belangrijke personen uit zijn omgeving krijgt en ervaart. Het
‘onconditionele’ is het essentiële (het moet er gewoon zijn).
Hoe ontstaan problemen?
Conditional regard: van deze voorwaardelijke zorg en aandacht is sprake als de
omgeving de persoon niet meer accepteert om zichzelf, zoals hij is, maar de liefde en
acceptatie afhankelijk maakt van ander, ‘beter’ gedrag van de persoon. Hoe sterker de
voorwaarden zijn die de omgeving stelt voor acceptatie en hoe meer deze afwijken van
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chrnos. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.