Een complete samenvatting van de hoorcolleges van het vak Onderzoeksmethodologie 2 periode 4 voor de bachelor CIW en pre-master Communicatie & Beïnvloeding aan de Radboud Universiteit. De collegestof wordt duidelijk uitgelegd adhv de benodigde vaardigheden voor het tentamen (zie algemene index vaa...
Inhoudsopgave
WEEK1...................................................................................................................................2
1.Herkennenwatdevariabelenzijn..................................................................................2
2.Herkennenvanpopulatie,hetsteekproefkaderensteekproef.......................................2
3.(Her)kennenentoepassenvansoortensteekproeven..................................................2
4. (Her)kennenenverbeterenvanbetrouwbaarheiden(soorten)validiteit......................4
WEEK2...................................................................................................................................5
1.InterpreterenentoelichtenvanCramer’sV...................................................................5
2.InterpreterenentoelichtenvanCohen’sKappa.............................................................5
3.Interpreterenentoelichtenvanchi-kwadraatanalyse....................................................5
4.Beschrijvenvandejuistetoetsvoorhetbeantwoordenvandeonderzoeksvraag........6
5. Beschrijven van de juiste onderzoeksmethode voor het beantwoorden van de
onderzoeksvraag................................................................................................................7
6. Beschrijven van het design, steekproef, stimulusmateriaal, AV en OV van het
onderzoek...........................................................................................................................7
WEEK3...................................................................................................................................9
1.InterpreterenvanCronbach’salpha...............................................................................9
2. Beschrijven waar het onderzoek over gaat en wat er gevonden is op basis van de
gerapporteerderesultaten..................................................................................................9
3. Interpreterenentoelichtenvantweeweg-ANOVA.......................................................10
WEEK4..................................................................................................................................11
1.Beschrijvenvaneenonderzoeksopzet.........................................................................11
2.Benoemenenbeschrijvenvandeproefpersonen........................................................11
3.Beschrijvenvandehypothesesopbasisvandegerapporteerderesultaten...............11
WEEK5.................................................................................................................................12
1.Interpreterenentoelichtenvant-toets..........................................................................12
2.Interpreterenentoelichtenvantweeweg-ANOVA........................................................12
3.InterpreterenentoelichtenvanLevene’stest..............................................................13
WEEK6.................................................................................................................................14
1.t-toets...........................................................................................................................14
2.Tweeweg-ANOVA.........................................................................................................14
3.Eenweg-ANOVA...........................................................................................................15
4.Chi-kwadraat................................................................................................................15
5.Cronbach’sAlpha.........................................................................................................16
6.Cohen’sKappa.............................................................................................................16
7.Cramer’sV...................................................................................................................16
8.Pearson’sr...................................................................................................................16
WEEK7GastcollegeChristopher.......................................................................................18
Algemeneindexvaardigheden...........................................................................................24
1
,WEEK 1
—------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
1. Herkennen wat de variabelen zijn
Wat is het effect van de OV op de AV?
- Afhankelijke variabele (AV): het effect en outcome.De AV is hetgeen dat
geobserveerd/ gemeten wordt. Het doel van een onderzoek is om het effect van de
onafhankelijke variabele op de afhankelijke variabele te meten. Vaak zijn afhankelijke
variabelen complexe, abstracte concepten, maar tijdens de operationalisatie worden
deze concreet gemaakt.VB: Attitude.
- Onafhankelijke variabele (OV): de oorzaak en predictor.De OV is de categorische
variabele die gemanipuleerd wordt en waar de onderzoeker naar kijkt. Het is mogelijk
om één of meerdere onafhankelijke variabelen te hebben. Onafhankelijke variabelen
hebben twee of meer niveaus.VB: Soort product: goedkoop/duur (twee niveaus) en
Taal in reclame: Nederlands/Engels/Frans (drie niveaus) = samen 6 condities (2x3).
entamenvraag: “Wat zijn de variabelen in dit onderzoek? Noem voor elke variabele de
T
naam, het type variabele en (indien van toepassing) de niveaus.” [3]
—------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
2. Herkennen van populatie, het steekproefkader en steekproef
- opulatie: verzameling eenheden waarnaar de onderzoeker zijn bevindingen wil
P
generaliseren.
- Steekproef(sampling): selectie van de te bestuderengevallen uit de grotere
populatie. Wanneer de populatie te groot is, bestudeer je een steekproef.
Er zijn twee hoofdsoorten van steekproeven:
- Selecte steekproef: niet willekeurig (non-random)& nonprobability sampling.
- Afhankelijk van het oordeel van de onderzoeker.
- Units in de populatie hebben geen gelijke kans om geselecteerd te worden.
- Generaliseren naar de populatie is niet toegestaan.
- Aselecte steekproef: willekeurig (random) & probabilitysampling.
- Units in de populatie hebben een gelijke kans om geselecteerd te worden.
- Generaliseren naar de populatie is toegestaan.
entamenvraag: “Beschrijf je populatie, steekproeftrekking en steekproefgrootte.”
T
Tentamenvraag: “De onderzoekers gebruiken een cluster als aanpak. Wat voor populatie
hoort hierbij?”
—------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
3. (Her)kennen en toepassen van soorten steekproeven
Selecte steekproeftrekking: niet willekeurig.
- Nadeel: niet iedere unit in de populatie heeft gelijke kansen om geselecteerd te
worden, waardoor de representativiteit in gevaar komt.
- Voordelen: het is gemakkelijk, kan inzichten opleveren en is economisch wat betreft
tijd en financiële middelen.
Verschillende soorten selecte steekproeftrekkingen zijn:
2
, - onvenience steekproeftrekking: gebaseerd op gemak; wat toevallig beschikbaar is.
C
VB: Respondenten uit eigen kennissenkring.
- Purposive/ judgemental steekproeftrekking: gebaseerdop het besluit onderzoeker.
VB: Onderzoek naar essays, maar alleen die mooi geschreven zijn.
- Quota steekproeftrekking: gebaseerd op een stel categorieën.
VB: Respondenten verzamelen binnen een winkelcentrum.
- Netwerk/ sneeuwbal steekproeftrekking: begint bijéén persoon.
VB: Bij respondenten uitkomen via andere respondenten → kans op bias.
- Vrijwillige steekproeftrekking: gebaseerd op vrijwilligedeelnemers → kans op bias.
Aselecte steekproeftrekking: willekeurig.
- Iedere unit in de populatie heeft gelijke kansen om geselecteerd te worden. Er is
geen invloed van de onderzoeker. Hierdoor wordt de kans op bias (def:
vooringenomenheid) beperkt en de representativiteit vergroot. De representativiteit
wordt vergroot omdat de kenmerken van de steekproef overeenkomen met die van
de populatie, maar hiervoor moet de steekproef wel groot genoeg zijn.
- Voornamelijk bij een grote populatie is eensteekproefkader(sampling frame) nodig:
lijst van (alle) units in de populatie.VB: Lijst van alle RU studenten.
Twee hoofdsoorten van aselectieve steekproeftrekkingen zijn:
- Enkelvoudige aselecte steekproeftrekking(s imple randomsampling): een unit wordt
willekeurig gekozen uit het steekproefkader.VB: Winnaar van de loterij.
- Systematische aselecte steekproeftrekking(systematicrandom sampling): begint
willekeurig, maar daarna wordt steeds elk Nde unit gekozen (sampling interval).VB:
De populatie bestaat uit 1.000 advertenties en er is een steekproefgrootte van 50
nodig; daarom wordt elke 20e advertentie geselecteerd.Deze methode is handig
wanneer er geen steekproefkader beschikbaar is, maar onhandig omdat periodiciteit
de representativiteit in gevaar brengt.
Verschillende variaties van enkelvoudige en systematische aselecte steekproeftrekking:
- Gestratificeerde steekproeftrekking(stratified randomsampling): de populatie eerst
segmenteren in nuttige categorieën en daarbinnen willekeurig een unit kiezen.
Hiervoor is een juiste weergave van de categorie vereist.VB: Wanneer de populatie
uit 50% vrouwen en 50% mannen bestaat, wordt de representativiteit verhoogd door
te zorgen dat dit in de steekproef gelijk is.
- Clustersteekproeftrekking(cluster sampling): de populatiesegmenteren in een
willekeurig cluster (def: soort groep. Onderling zijn clusters homogeen, maar binnen
clusters zijn de elementen heterogeen) en daarbinnen een unit kiezen.VB: Voetbal
International alle februari 2018 uitgaven.
- Meertrapsclustersteekproeftrekking(multistage clustersampling): de populatie eerst
segmenteren in grotere units (VB: Provincies) dan in kleinere (sub) units (VB:
Steden) en daarna in nog kleinere (sub-sub) units (VB: Wijken).
entamenvraag: “Stel, je wilt dit onderzoek in Nederland uitvoeren. Hoe zou je dit
T
aanpakken als het een gestratificeerde steekproef zou moeten zijn?”
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller demivandermey. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.32. You're not tied to anything after your purchase.