In dit document zijn alle kennisclips samengevat met aanvulling vanuit het boek. Alles is duidelijk beschreven! Door mijn samenvattingen van vorige periode heb ik een dikke voldoende gehaald. Door deze samenvatting te leren en door opdrachten te maken zou je dus een voldoende moeten kunnen halen :)
Trombocyten (bloedplaatjes): zijn van belang bij de bloedstolling
- Bij vaatwand beschadiging worden ze geactiveerd, waardoor
trombocyten samenklonteren (bouw is hierbij behulpzaam)
Proces werkt niet goed onvoldoende stolling verhoogde
bloedingsneiging
Trombocytopenie: verlaagd trombocytegehalte (> 50 miljard per L bloed)
- Normaalwaarde: 150-300 miljard per L bloed
Oorzaken trombocytopenie
- Verminderde aanmaak in beenmerg maligniteit of een tekort aan
bouwstoffen als ijzer, vitamine B12 en foliumzuur
- Versnelde afbraak Idiopathische trombocytopenische purpura
(ITP) waarbij de trombocyten worden afgebroken in de milt
- Verkeerde verdeling worden aan de circulatie onttrokken
(vergrote milt)
Soms genoeg trombocyten, maar deze werken niet goed (door gebruik
van trombocytenaggregratieremmers)
Symptomen: blauwe plekken en milde tot ernstige bloedingen
Ziekte van Von Willebrand: tekort aan Von Willebrand factor (vWF)
Factor is nodig voor adhesie van trombocyten aan de
trombocytenaggregratie
- Erfelijke stollingsstoornis
- vWF zorgt voor transprot van F8 bij tekort wordt de stolling
belemmert
- Symptomen: bloedneuzen, blauwe plekken, lange nabloedingen
Primaire hemostase: de vaatwandbeschadiging dichten
- vWF zorgt voor adhesie van trombocyten aan het beschadigde
epitheel
Secundaire hemostase: vitamine K activeert stollingsfactoren waardoor
fibrine wordt gevormd en de stolling plaatsvindt
- Vitamine K wordt in de lever geproduceerd (belangrijk bloedstolling)
en in de darmen
- Trombine zet fibrinogeen om in fibrine
Vitamine K-deficiëntie: een tekort aan vitamine K (in vetoplosbare
vitamine)
- Er ontstaan stollingsstoornissen verhoogde bloedingsneiging
- Bij pasgeborenen doordat darmflora nog onvoldoende ontwikkeld is
minder productie van vitamine K
, - Bij volwassenen vooral door verminderde opname van vetten in de
darmen door o.a. galproblemen, coeliakie en cystische fibrose + bij
gebruik van vitamine K-antagonisten
- Bij bloedonderzoek: verlengde PT (protrombinetijd) of verhoogde INR
Hemofilie: een tekort of verminderde werking van F8 (A) en F9 (B)
- Verhoogde bloedingsneiging
- Ernst hangt af van hoeveel actieve stollingsfactor er nog aanwezig is
- Erfelijke aandoening
Trombofilie: verhoogde stollingsneiging
- Verlaagde bloedingsneiging
- Verhoogd risico op trombose
- Erfelijke vorm: factor V Leiden factor V ongevoelig voor
deactivatie
Diffuse Intervasale Stolling (DIS): syndroom van systemische
stollingsactivatie met stolselvorming in kleine bloedvaten in het hele
lichaam
- Wordt o.a. in gang gezet door cytokinen komen vrij bij
ontstekingsreacties of ander stolling bevorderende stoffen
- Veroorzaakt door activatie coagulatie (verhoogde trombinevorming)
+ verminderde werking stollingsremmers + remming van fibrinolyse
- Leidt tot orgaanfalen en verhoogd de bloedingsneiging door
verbruikscoagulopathie (veel trombocyten worden verbruikt
waardoor stolling niet meer mogelijk is)
Kennisclip: oorzaken en behandeling van een CVA/beroerte
CVA: een plotselinge onderbreking in de bloedtoevoer naar de hersenen
door een afsluiting of een scheur in een hersenarterie
Vormen CVA (Cerebro Vasculair Accident)
- Herseninfarct: een bloedvat in de hersenen raakt verstopt
- Hersenbloeding: een verzwakt bloedvat in de hersenen scheurt
- TIA: een bloedvat in de hersenen raakt verstopt
Bij een TIA lost dit stolsel vanzelf op, bij een herseninfarct niet
Zelfde symptomen
Risico op overlijden groter bij hersenbloeding
Meer mensen overlijden aan een beroerte dan een hartinfarct
Herseninfarct of hersenbloeding? CT scan maken om een bloeding uit te
sluiten
- Een bloeding krijgt een witte kleur en een infarct een zwarte
Infarct is vaak niet direct zichtbaar; duurt soms even voordat het
weefsel is afgestorven
Herseninfarct: een deel van de hersenen krijgt geen zuurstof waardoor het
hersenweefsel afsterft
, - Oorzaken: atherosclerose, embolieën, trombose, carotisstenose
(artherosclerose in de a. carotis halsslagader)
- Behandeling: intraveneuze trombolyse (binnen 4,5 uur),
carotisdesobstructie, trombectomie (katheter via liesarterie)
revalideren, medicatie om de kans op hart-en vaatziekten te
verkleinen
Embolie: een stolsel schiet los en wordt meegevoerd met de bloedstroom
waarna het ergens anders een (slag)ader kan afsluiten
- Bv vanuit het hart door hartritmestoornissen of hart- en
klepaandoeningen
Bij atriumfibrilleren: de bloedstroom verloopt niet snel en
soepel, waardoor het bloed geneigd is om te gaan stollen en er
embolieën kunnen ontstaan
Trombose: een (slag)ader raakt verstopt door een bloedstolsel
- Drie factoren: schade aan de vaatwand, veneuze afwijkende
bloedstroom, verhoogde bloedingsneiging (trombofilie)
- In venen veneuze stuwing met zwelling, roodheid en warmte
- In arterie ischemie (O2- gebrek)
Hersenbloeding: een deel van de hersenen krijgt geen vers bloed met
voedingsstoffen en zuurstof meer en sterft af (intracerebraal) + de druk
van het opgehoopte bloed kan het getroffen deel van de hersenen
beschadigen (extracerebraal/intracraniaal)
- Oorzaken intracerebraal: hoge bloeddruk, atherosclerose
- Oorzaken extracerebraal: aneurysma, ongelukken
- Behandeling intracerebraal: afwachtend beleid, antistolling
medicatie stoppen
- Behandeling extracerebraal: toedienen vitamine K en
stollingsfactoren + opereren
Coilen: aneurysma vullen/afsluiten bloed stolt
Clippen: plaatsen van een klemmetje op het aneurysma
Vormen hersenbloeding
- Intracerebraal: binnen de hersenen
- Subarachnoïdaal hematoom: in de subarachnoïdale ruimte
- Subduraal hematoom: tussen het spinnenwebvlies en het harde
hersenvlies
- Epiduraal hematoom: tussen het harde hersenvlies en de schedel
Hersenen- zachte hersenvlies- subarachnoïdale ruimte-
spinnenwebvlies- harde hersenvlies- schedel- hoofdhuid
TIA (Transit ischaemic attack): tijdelijk een verminderde bloedtoevoer en
zuurstof in de slagaderen van de hersenen
- Hersenweefsel sterft niet af bloedtoevoer herstelt op tijd
- Oorzaak: trombus, embolie, atherosclerose
- Sterk verhoogd risico op herseninfarct
, - Motorische deel, nadenken/inschatten + sensorische deel
2. Arteria cerebri media frontaalkwab + temporaalkwab +
pariëtaalkwab
- Motorische deel, nadenken/inschatten + gehoor/reuk/spraak +
sensorische deel
3. Arteria cerebri posterior occipitaalkwab + cerebellum
- Visuele gebied + coördinatie
Ontvangen bloed vanuit a. carotis interna (halsslagader) + a. basilaris
(hersenen)
A. basilaris ontstaat na samenvoegen van beide a. vertebralis
(wervelslagaders)
Hersenarteriën met elkaar in verbinding = cirkel van Willis
Kennisclip: preventieve medicatie bij CVA
Trombocytenaggregratieremmers: remmen de activatie van bloedplaatjes
en daarmee ook de samenklontering
- Werken op de bloedplaatjes en voorkomen dat er receptoren worden
gemaakt die zich kunnen binden aan fibrine
Vitamine K- antagonisten: remmen vitamine K en zorgen ervoor dat het
bloed minder snel stolt
- Vitamine K maakt stollingsfactoren en dat wordt nu tegengegaan
- INR waarde belangrijk voor de dosering; hoog langere stollingstijd
Direct werkende orale anticoagulantia (DOAC): remmen stollingsfactoren
(2a, 10a)
- Werken snel maar vrij kort
- Dosering elke dag hetzelfde + er hoeft geen spiegel opgebouwd te
worden
- Minder bijwerkingen
- Voor bijna allemaal bestaat er een anti-DOAC bij een bloeding kan
de werking worden omgedraaid
Heparine: heparine bindt aan antitrombine waardoor geactiveerde
stollingsfactoren geneutraliseerd worden fibrinogeen wordt geremd in
het omzetten naar fibrine
- Vaak als profylaxe (ter voorkoming van trombose)
- Werkt direct en relatief kort
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller felinevegt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.