Verdienmodellen: Omzetmodel, afrekenmodel, revenu model
Verdienmodellen: Manieren waarop een bedrijf geld binnen krijgt. (omzet genereert/maakt) (Making
money)
1. Het handelsmodel: Directe goederenverkoop (transactemodel)
Voorbeeld: Winkel goed koop Geld binnen. Je gaat naar een winkel en je koopt iets, hieraan
verdient de winkel.
Nadeel: Eenmalige geld instroom
Koppelverkoop (variant van het handelsmodel): Bij een product moet een ander product/dienst
worden gekocht.
Voorbeeld: Vakante boeken + verplichte verzekering
Nadeel: Eenmalige geld instroom
2. Abonnementsmodel: Het bedrijf verkoopt abonnementen
Voordeel voor bedrijf: Contnue geldinstroom
Gebruiksmodel (variant abonnementsmodel): Basis prijs voor abonnement + meer betalen als je
meer verbruikt.
Voorbeeld: Gas, water, licht
Servicemodel (variant abonnementsmodel):
Voorbeeld: Onderhoudscontract etc.
3. Instapmodel: Ookwel het freemium model
Free = Grats
Mium: Komt van premium = betalen voor upgrade of voor langere tjd
Voorbeeld: Grats basis product, proefproduct, basis app, Netlix (30 dagen grats, daarna betalen)
Lokaasmodel (variant instapmodel): Basis product is goedkoop maar onderdelen/accessoires zijn
duur.
Voorbeeld: Printer is goedkoop (60,-), cartridge is duur (40,-)
4. Advertentemodel: Verdienen aan advertentes
Voorbeeld: Krant verdient op advertentes
Krant (websites etc.) verdient op: Handelsmodel, abonnementsmodel, advertentes
Hoe meer verdienmodellen, hoe meer je verdient.
5. Lease model: Consument betaald alleen voor gebruik maar is geen eigenaar
Voordeel consument: Minder grote uitgave in één keer, geen onderhoudskosten
Voordeel bedrijf: Krijgen elke maand een goed bedrag binnen.
6. Makelaarsmodel: Ookwel het yield model
Verdient zijn geld door te bemiddelen. Bedrijf bezit product niet maar wordt betaald voor
bemiddeling tussen koper + verkoper.
Voorbeeld: Headhunters, relatebureaus
, Prijsbepaling methoden:
Concurrentebepalende methode:
Me-too pricing: Going rate price
Put-out pricing: Concurrent verjagen uit de markt
Stay-out pricing: Prijsstelling, uit de markt blijven
Stay-out = tegen mogelijke concurrent uit de markt houden.
Put-out = concurrent uit de markt weg werken.
Stay-out marketngdoelstelling: Je marktaandeel handhaven
Put-out marketngdoelstelling: Je marktaandeel verhogen
Stay-out prijsdoelstelling: Verhinderen dat nieuwe aanbieders toe kunnen treden op de markt.
Put-out prijsdoelstelling: Concurrenten uit de markt drijven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Marietschoute. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.32. You're not tied to anything after your purchase.